“Maakt mij niet uit, ik stap gewoon op het vliegtuig” - Van Gerwen over komst van World Series-toernooi in Saoedi-Arabië

Michael van Gerwen zal komende maand ontbreken op de Players Championship Finals in Minehead, maar de Nederlander ziet zijn afwezigheid niet als een tegenslag. Integendeel: de drievoudig wereldkampioen gebruikt de periode juist om zich optimaal voor te bereiden op het WK Darts in Londen.

“Het voelt vreemd, want ik heb dit nog nooit meegemaakt,” zei Van Gerwen tegen onder meer Online Darts tijdens de persconferentie. “Normaal speel ik tussen de Grand Slam en het WK nog een groot toernooi, maar dit jaar niet. Toch zie ik het als een kans om even op te laden.”

De Brabander, die donderdagavond ternauwernood afrekende met landgenoot Wessel Nijman in de openingsronde van het EK Darts in Dortmund, benadrukte dat zijn schema desondanks goed gevuld blijft.

“Ik heb drie demonstraties gepland met Jason Thame (zijn manager, red.),” zei hij met een glimlach. “Ik heb dus één weekend vrij, daarna gaat het gewoon weer door. Donderdag heb ik een persdag in Bristol, vrijdag tot en met zondag ben ik thuis, en maandag begint het volgende onderdeel. Zo veel rust is het dus niet.”

Voor het eerst in zijn imposante loopbaan zal Van Gerwen het moeten doen zonder een groot toernooi in de weken voorafgaand aan het WK. Waar veel spelers snakken naar rust, is de Vlijmenaar gewend aan een strak ritme richting Alexandra Palace. Toch maakt hij zich er niet druk om.

“Ik weet niet hoe het gaat voelen, want ik ben dat ritme gewend,” zei hij. “Maar ik ga die weken gebruiken om scherp te blijven. Even weg van de hectiek kan soms ook goed zijn.”

De Nederlander weet dat de druk rond het WK dit jaar groter zal zijn dan ooit, zeker nu Luke Littler en Luke Humphries de nieuwe maatstaf vormen. “Iedereen kijkt altijd naar mij, dat hoort erbij. Maar zolang ik mijn voorbereiding goed doe, maak ik me geen zorgen.”

Van Gerwen ging ook in op het nieuws dat de PDC volgend jaar een toernooi organiseert in Saoedi-Arabië, de nieuwste stap in de wereldwijde uitbreiding van de dartsport. Waar sommigen vraagtekens zetten bij de keuze van locatie, hield Van Gerwen zijn antwoord kort en zakelijk.

“Als ze, net als in andere sporten, geld willen investeren, moeten ze dat vooral doen,” zei hij. “Of het nu in Amerika, Saoedi-Arabië of Japan is — het maakt mij niet uit. Als de PDC zegt dat er een toernooi is en ik mag meedoen, dan stap ik gewoon op het vliegtuig. Zo simpel is het.”

Eerder op de avond ontsnapte Van Gerwen in de eerste ronde aan een vroege uitschakeling. Tegen Nijman, die zeven matchdarts liet liggen, sleepte hij een zwaarbevochten 6–5 overwinning uit het vuur.

“Over het algemeen vond ik het een goede wedstrijd,” zei hij. “Tot aan de tiende leg gooiden we alles onder de vijftien darts, dat is gewoon een hoog niveau. Maar als je drie pijlen mist voor 6–4, kun je alleen jezelf de schuld geven. Ik maakte het mezelf onnodig moeilijk.”

Volgens Van Gerwen zat de spanning aan het eind bij beide spelers. “Als het niet loopt zoals je wilt, raak je gefrustreerd. Maar ik wist dat hij ook zenuwachtig kon worden, dus het was gewoon zaak om scherp te blijven. Zijn scores waren goed, die van mij wat minder. Maar als je de kans krijgt, moet je toeslaan en dat deed ik.”

Van Gerwen ziet in Nijman en verder ook Gian van Veen de toekomst van het Nederlandse darts, maar benadrukte dat talent alleen niet voldoende is. “Hij is een goede speler, absoluut,” zei Van Gerwen over Nijman. “Hij heeft laten zien dat hij hoge niveaus kan halen, met legs van 12 of 13 darts. Maar hij moet nog leren. Dat hoort erbij. Zelfs ik leer nog, en ik loop hier al twintig jaar rond.”

Van een vergelijking met zijn jongere landgenoten wil hij niets weten. “Ga je ze nu al met mij vergelijken? Dat zou wel heel brutaal zijn,” lachte hij. “Laat ze eerst maar een paar televisietitels winnen. Ze doen het goed op de ProTour en de Euro Tour, maar het echte werk begint pas op tv.”

Toch liet Van Gerwen tussen de regels door merken dat zijn honger naar succes onverminderd is. “Wat zij doen, interesseert me eerlijk gezegd niet zoveel. Als ze verliezen, prima. Als ze winnen, vind ik dat niet leuk, want ik wil zelf winnen. Het is geen teamsport. Ik moet het zelf doen.”