"Q-School in januari is zeker een optie, ik mis het competitieve aspect en het contact met collega's" - Komt Steve Beaton terug uit pensioen?

Steve Beaton besloot eind vorig jaar op 60-jarige leeftijd te stoppen bij de PDC. Beaton diende vrijwillig zijn PDC Tour Card in, maar twijfelt nu om begin volgend jaar toch naar Q-School te gaan om opnieuw aan te treden op de Pro Tour.

Wanneer Beaton wordt gevraagd naar zijn trainingsroutine, glimlacht hij: “Werktechnisch heb ik het behoorlijk druk dit jaar. Ik heb veel exhibities en speel regelmatig in de Modus Super Series. Die laatste is eigenlijk het meest waardevol voor me, omdat het competitief is. Exhibities zijn leuk, je wilt natuurlijk goed gooien voor het publiek, maar het is niet te vergelijken met echte wedstrijden tegen collega-profs.”

Onlangs verloor hij nog een finale in de Modus, maar dat deed zijn zelfvertrouwen weinig kwaad. “Ik speelde de hele week goed, ook in de finale. Zulke toernooien scherpen je weer aan. Je hebt die competitieve spanning gewoon nodig als speler.”

De Modus Super Series bestaat inmiddels drie jaar en heeft zich razendsnel ontwikkeld tot een vaste waarde in de dartswereld. Het concept, waarin jong talent en ervaren spelers elkaar treffen in een professioneel ingerichte studio, spreekt Beaton enorm aan.

“Het is fantastisch wat Jason Tame en zijn team hebben neergezet. Je hebt er alles: van gevestigde namen tot jonge talenten die doorbreken. Kijk naar Luke Littler – hij won er al twee titels voordat hij doorstootte naar het grote podium. Maar ook namen als Conor Scott en Cam Crabtree laten zien hoe belangrijk deze competitie is. Het geeft spelers een kans om zich te meten en zich te laten zien.”

Ook Beaton zelf ervaart de meerwaarde van het format: “Het voelt echt alsof je op een groot podium staat. De setup is professioneel, er is zelfs af en toe publiek aanwezig, en je speelt meerdere wedstrijden op een dag. Dat is heel anders dan een Pro Tour waar je één kans hebt: verlies je je eerste partij, dan zit je dag er meteen op. Bij Modus kun je na een slechte start alsnog herstellen.”

Voor een veteraan als Beaton is de belasting van lange wedstrijddagen geen onbekend terrein. Toch maakt hij een duidelijk onderscheid tussen de traditionele PDC-toernooien en Modus.

“Op de European Tour had je vaak enorm lange dagen. Je kon ’s middags rond één uur beginnen en pas weer rond middernacht op het podium staan. Dat zijn slopende dagen van twaalf uur of meer. Bij de Modus speel je in een compacte sessie van een paar uur. Zelfs op een finaledag zit je hooguit van begin van de avond tot middernacht in actie. Dat is een wereld van verschil.”

De balans tussen intensiteit en efficiëntie maakt het format volgens Beaton ideaal, zeker voor spelers die niet meer het volledige PDC-circuit draaien.

Een prangende vraag is natuurlijk of we Steve Beaton ooit nog terugzien op het WK Darts in Alexandra Palace. De Engelsman heeft liefst 32 keer op rij meegedaan aan een WK, een record dat hij pas recent moest loslaten. Zijn antwoord is voorzichtig maar veelzeggend:

“Je moet nooit nooit zeggen. Misschien schrijf ik me nog eens in voor Q-School in januari. Als ik een weekend vrij heb, kan ik dan op de Challenge Tour een paar wedstrijden spelen. Ik wil niet meer continu op pad zijn, maar af en toe een Pro Tour zou leuk zijn. Het competitieve gevoel, het weerzien met de jongens – dat mis ik soms. Dus wie weet… zeg nooit nooit.”

Het is typerend voor Beaton: ontspannen, realistisch, maar met een sprankje hoop dat fans wereldwijd hem nog één keer op het grootste podium kunnen zien schitteren.

Wat Beaton onderscheidt van velen in het circuit is zijn combinatie van stijl en nuchterheid. Zijn worp wordt al decennia geroemd – TalkSport noemde het “pure zijde, pure poëzie” – maar zelf blijft hij bescheiden. Hij benadrukt liever het belang van competitie, kameraadschap en plezier in het spel.

“Exhibities zijn leuk, zeker om fans te vermaken, maar het is niet hetzelfde als het echte werk. In de Modus of op de Pro Tour voel je de druk, de adrenaline. Dat maakt je beter.”

Die houding verklaart ook waarom Beaton, ondanks dat hij zijn carrière langzaam wil afbouwen, nog altijd deelneemt aan competitieve evenementen. Het spelplezier staat voorop, maar altijd met een scherp randje van ambitie.

Steve Beaton mag dan langzaam naar het einde van zijn actieve carrière toewerken, zijn passie voor darts en zijn rol in de ontwikkeling van de sport zijn onverminderd groot. Met zijn kenmerkende stijl, zijn realistische blik en zijn warme aanwezigheid blijft hij een van de meest geliefde figuren in de dartswereld. Of we hem ooit nog op het WK terugzien, blijft een open vraag – maar één ding is zeker: 'The Bronzed Adonis' is nog lang niet uitgedoofd.