Waarom begint een leg op 501? Het verrassend logische antwoord achter darts' bekendste getal

Wie darts slechts af en toe kijkt, vraagt zich misschien weleens af waarom een leg begint op 501 en niet op een mooi rond getal als 500. Het is een detail dat snel over het hoofd wordt gezien, maar het antwoord zegt veel over de opzet en de diepgang van het spel.

Het antwoord is verrassend logisch. Door de score op een oneven getal te laten starten, wordt het spel fundamenteel uitdagender. Stel dat elke leg zou starten op 500, dan zouden spelers theoretisch kunnen volstaan met een reeks worpen op de triple 20 – het meest gebruikte scoringsvak – zonder ooit een ander vak nodig te hebben. Dat zou de variatie én het tactische aspect uit het spel halen.

Een startscore van 501 dwingt spelers om creatief te zijn met hun rekenwerk en finishroutes. Ze moeten hun scores dusdanig opbouwen dat ze precies op nul uitkomen, wat enkel mag via een dubbel. En omdat ze beginnen met een oneven getal, zijn ze genoodzaakt onderweg op andere delen van het bord te mikken, bijvoorbeeld de single 19, de triple 17 of zelfs de bull, om hun score precies goed uit te lijnen voor een efficiënte finish.

In de moderne dartswereld, waarin jonge durvers zoals Luke Littler het klassieke denken uitdagen, is die creativiteit alleen maar toegenomen. De Engelse sensatie heeft recent het gebruik van alternatieve routes populair gemaakt. In plaats van de geijkte paden naar de dubbel 20 of dubbel 16, kiest Littler vaker voor opvallende finishes via de bullseye of minder gebruikte dubbels.

Dat geeft het spel niet alleen meer flair, maar onderstreept ook de evolutie van het moderne darts. Waar vroeger efficiëntie en zekerheid vooropstonden, speelt nu ook entertainment een rol. Tegenwoordig zie je zelfs ook vaker dat spelers twee dubbels gebruiken bij het finishen, bijvoorbeeld tops tops op 80, iets wat vroeger echt als not done werd gezien.