“Als we een vloekpot hadden, stond ‘triple crown’ erin” - PDC bemoeit zich niet met controversiële term

De PDC groeit en bloeit als nooit tevoren. Met de bekendmaking van de kalender voor 2026, nieuwe Euro Tour-landen en een steeds internationaler publiek staat het darts op een kruispunt. Executive Director Matt Porter ging in gesprek over de heikele kwestie van een zogenoemde triple crown, de enorme puzzel achter de nieuwe kalender en de keuzes die leiden tot het verplaatsen van een Premier League-avond naar België.

Wie de laatste maanden de dartsdiscussies op sociale media volgt, kan er nauwelijks omheen: de term triple crown. Fans en commentatoren suggereren dat het winnen van de drie grootste PDC-titels - het WK, de Premier League en de World Matchplay - het voltooien van de 'triple crown' zou betekenen. Maar binnen de PDC zelf is daar volgens Porter geen sprake van. “Nee, we hebben het daar helemaal niet over. Een klein groepje mensen heeft die term verzonnen,” reageert Porter stellig tegenover Online Darts. “Als we op kantoor een vloekpot zouden hebben, dan stond dat woord erin. Niemand van ons zegt ooit: ‘Laten we het zo noemen’.”

Toch hebben grote namen als Luke Humphries en Luke Littler het begrip omarmd. Volgens Porter is dat geen probleem, maar een officiële status wil hij er niet aan geven. “Zodra je bepaalde toernooien een hogere status geeft, degradeer je automatisch andere toernooien,” legt hij uit. “Als wij zeggen dat evenementen A, B, C en D top zijn, wat zegt dat dan over E, F, G en H? Dan moeten we die andere evenementen verkopen met de boodschap: ‘Dit toernooi is ook goed, maar…’. Dat werkt niet.”

Wel erkent Porter dat het prijzengeld en de toernooi-indeling vanzelf al een zekere hiërarchie laten zien. “Als je naar onze nieuwe prijzengeldstructuur kijkt, zie je vanzelf categorieën. Maar we gaan geen officieel onderscheid maken.”

Eerder deze maand kwam de bond met groot nieuws. De PDC presenteerde onlangs de kalender voor 2026, de grootste ooit. Het samenstellen ervan was volgens Porter een enorme klus.

“Normaal kondigen we de kalender in augustus aan, nu werd het begin september. Maar het was het wachten waard,” zegt hij. “Het is een gigantische puzzel: van ons eigen team tot PDC Europe en partners wereldwijd. Met alle reisuitdagingen en het gebrek aan beschikbare dagen is het een echte missie, maar het resultaat mag er zijn. 2026 belooft een schitterend dartsjaar te worden.”

Een opvallend onderdeel is de uitbreiding van de European Tour. Er komt een extra Euro Tour-toernooi en twee nieuwe landen maken hun opwachting: Polen en Slowakije. “Het Poolse publiek heeft de afgelopen drie jaar bewezen dat er grote belangstelling is,” vertelt Porter. “Ook het niveau van de lokale spelers rechtvaardigt deze stap. Slowakije is spannend; we kennen dat land nog niet goed in een dartscontext, maar ze willen zich bewijzen.”

Jarenlang werd de European Tour spottend een “Duitse tour” genoemd. “Je moet ergens beginnen,” zegt Porter, “maar inmiddels hebben we toernooien in negen landen. De vraag vanuit andere landen neemt duidelijk toe en er zijn nog meerdere gesprekken gaande.”

Porter hint dat er meer uitbreidingen in de maak zijn. “Ik ben volgende week al ergens anders voor gesprekken,” verklapt hij. “Samen met PDC Europe kijken we waar spelers vandaan komen, waar zenders interesse tonen en waar de sociale media-activiteit hoog is. Dat laat zien waar de vraag naar darts groeit.”

Deze internationale koers sluit aan bij de visie van de PDC om darts wereldwijd te laten groeien. Nieuwe markten, meer spelers en een breder publiek zorgen voor een stevig fundament voor de toekomst.

Een andere belangrijke wijziging is te vinden in de Premier League Darts. Voor het eerst sinds 2009 verdwijnt Exeter van de kalender, terwijl Antwerpen zijn debuut maakt. “Dat is nooit een makkelijke beslissing,” zegt Porter. “Zeker Exeter, want in die regio zijn weinig andere grote locaties. Maar soms moet je lastige keuzes maken. Uiteindelijk is dit een commerciële beslissing. De groei van darts in België is de laatste jaren explosief en België verdient een Premier League-avond. De AFS Dome in Antwerpen is daar een perfecte locatie voor.”

Het betekent niet dat Exeter definitief uit beeld is. “Dit keer viel de keuze anders uit, maar dat wil niet zeggen dat Exeter nooit terugkeert,” nuanceert Porter. Hij benadrukt dat de sfeer en ontvangst in Exeter altijd uitstekend waren. “Het ging uiteindelijk om commerciële overwegingen.”

De verschuiving naar Antwerpen brengt logistieke uitdagingen met zich mee, zoals de verplaatsing van het toernooi van Cardiff naar Minehead voor de UK Open vlak daarna. Porter wuift die zorgen weg. “Dat valt mee. Niemand verwacht dat spelers op vrijdagochtend meteen in actie moeten komen, dus die afstand is acceptabel.”

Ook over de verwachtingen in Antwerpen is hij duidelijk. “De eerste keer in een nieuw land is er altijd enorm veel anticipatie, media-aandacht en opwinding. Dat zagen we eerder bij de eerste Premier League-avonden in Rotterdam, Berlijn en Dublin. Dat zal in Antwerpen niet anders zijn.”

Betekent dit dat we in de toekomst nog meer Premier League-avonden op het Europese vasteland kunnen verwachten? Porter tempert de verwachtingen. “Het moet een weloverwogen beslissing zijn. De Premier League is een eendaags evenement. De hele infrastructuur – spelers, personeel, productie – moet ernaartoe. We gaan geen 17 Premier League-avonden in 17 landen houden. Voor nu hebben we het Verenigd Koninkrijk en Ierland, plus Duitsland, Nederland en België – de drie belangrijkste Centraal-Europese dartslanden – elk een eigen avond gegeven. Dat is voorlopig een prima situatie voor de komende jaren.”