Middels deze column zou ik graag willen pleiten voor het hanteren van het tennis plaatsingssysteem in het darten. Eerlijk gezegd zie ik daar alleen maar voordelen van.
Bij alle televisie- en vloertoernooien (World Series of Darts niet meegerekend) zijn telkens minimaal acht spelers geplaatst. Soms blijft het bij deze acht spelers en soms zijn dit er zestien of 32.
1 | Michael van Gerwen | £1,654,750 |
2 | Rob Cross | £918,750 |
3 | Gary Anderson | £546,500 |
4 | Michael Smith | £537,500 |
5 | Gerwyn Price | £470,750 |
6 | Daryl Gurney | £469,750 |
7 | Peter Wright | £458,500 |
8 | James Wade | £425,750 |
In de bovenstaande lijst zie je de huidige top-8 van de PDC Order of Merit. Wanneer je deze lijst hanteert, en deze spelers hun eerdere wedstrijd(en) winnen, krijg je in de kwartfinale van de televisietoernooien de volgende line-up:
Michael van Gerwen (1) v James Wade (8)
Michael Smith (4) v Gerwyn Price (5)
Rob Cross (2) v Peter Wright (7)
Gary Anderson (3) v Daryl Gurney (6)
De nummer één staat in de kwartfinale normaal gesproken tegen het achtste reekshoofd en kan vervolgens in de halve finale de nummer vier van de ranking treffen. Als de verschillen groot zijn, is de kans op verschuivingen klein en kan je op elk televisietoernooi in de kwartfinale dezelfde line-up krijgen. Een paar jaar geleden zag je bijvoorbeeld dat er veel kwartfinales werden gespeeld tussen Van Gerwen en Chisnall.
Van Gerwen stond niet voor niks op de nummer één positie en Chisnall stond vast ook niet zonder reden op plek acht. Je staat op de plek die je toebehoort op dat moment. Het is dan ook niet onlogisch dat
Mighty Mike al deze duels zou winnen, hetgeen wat ook gebeurd is. Het werd voor
Chizzy dan moeilijker om een ronde verder te komen, meer prijzengeld te vinden en vervolgens te stijgen op de ranglijst. Inmiddels staat de Engelsman
elfde op de wereldranglijst, dus is hij voorlopig van Van Gerwen verlost.
In het tennis wordt ook een plaatsingsysteem gehanteerd. Bij de Grand Slam-toernooien zijn, net als bij het PDC WK, 32 spelers geplaatst. Waar je in het darten in de tweede ronde wellicht de nummer één van de wereld tegen de nummer 32 krijgt, werkt dit in het tennis iets anders.
In het tennis zou het eerste reekshoofd bij de laatste 32, als alle geplaatste spelers hun eerste twee wedstrijden winnen, eventueel ook de nummer 27 kunnen treffen, in plaats van de nummer 32. Rafael Nadal, momenteel de nummer één in het mannentennis, kan in de derde ronde gekoppeld worden aan een speler die tussen de 25ste en de 32ste positie staat. Vervolgens treft hij mogelijk een speler tussen plek negen en zestien. In de kwartfinale staat de nummer vijf, zes, zeven of acht tegenover Nadal. In de halve finale wacht vervolgens de nummer drie of vier. De nummers één en twee worden wel altijd verdeeld over beide speelhelften.
Met het voorbeeld die eerder in deze column gebruikt is, zou Van Gerwen in de kwartfinale dus tegen Price, Gurney, Wright of Wade kunnen spelen in de kwartfinale van een televisietoernooi.
Via dit systeem krijg je meer variatie in de wedstrijden en wordt het voor lager geplaatste spelers wellicht iets makkelijker om een ronde verder te komen. Verder voorkom je hiermee ook dat spelers expres een Pro Tour-wedstrijd verliezen om een speler te ontlopen bij een loting. De kans op verrassingen gedurende een toernooi worden op deze manier in ieder geval groter.