Kevin Doets heeft zich met een indrukwekkende mentale en sportieve prestatie geplaatst voor de achtste finales van het
WK darts. De 27-jarige Nederlander rekende in een slopende zevensetter af met Nathan Aspinall en liet na afloop geen twijfel bestaan over zijn ambities. Met name de manier waarop hij de wedstrijd naar zich toetrok, voedt het vertrouwen richting zijn volgende tegenstander: voormalig wereldkampioen Luke Humphries.
„Het was gekkenwerk,” blikte Doets terug
tijdens zijn persconferentie. „Het begin liep moeizaam, maar na die derde break, toen het 2-2 werd, voelde ik me ineens heel comfortabel. Ik had mijn focus. Hij maakte er 3-2 van met die 170, maar daarna had ik het gevoel dat ik niets meer kon missen.”
Op papier was Aspinall de favoriet, maar Doets trok zich daar niets van aan. De Nederlander bleef rustig toen hij achterstand opliep en wachtte geduldig op zijn moment. Dat kwam in de zesde set, waarin hij met grote finishes, waaronder een cruciale 164, een beslissende zevende set afdwong. Daarin brak hij definitief het verzet van de Engelsman.
Zijn gemiddelde van net geen 98 punten onderstreepte het solide niveau, maar het waren vooral de timing en de koelbloedigheid die opvielen. „Ik weet niet precies wat de gemiddeldes waren,” zei Doets, „maar het voelde alsof ik niet kon missen. Die laatste twee sets zijn hoe ik wil spelen en hoe ik weet dat ik kan spelen als het moet. Dat waren waarschijnlijk de beste twee sets die ik ooit in mijn leven heb gegooid, misschien vergelijkbaar met wat ik vorig jaar tegen Michael Smith liet zien.”
Het grote podium als natuurlijke omgeving
Het is niet voor het eerst dat Doets juist op het WK zijn beste darts laat zien. In zijn debuutjaar bereikte hij al de tweede ronde, een jaar later haalde hij zelfs de vierde ronde. Ook nu staat hij weer bij de laatste zestien. Zelf ziet hij een duidelijke verklaring.
„Hier lukt het me om mijn hoofd uit te schakelen,” stelde hij. „Op de tour speel je zó veel wedstrijden, maar dit is het toernooi waar je het hele jaar naar uitkijkt. Als ik mijn hoofd kan uitschakelen, speel ik mijn beste darts.”
Die mentale rust lijkt op het grote podium vanzelf te komen. Waar hij op de Pro Tour soms moeite heeft om zijn niveau constant te halen, komt hij in Alexandra Palace volledig tot bloei.
Geduld op de ranglijst
Ondanks zijn sterke WK-prestaties staat Doets ‘slechts’ rond de 40e plek op de wereldranglijst. Dat frustreert hem niet. „Nog niet,” zei hij nuchter. „Ik ben vrij geduldig. De tour is zwaar, het is een keiharde levensstijl. Vorig jaar was teleurstellend, maar ik haalde wel zeven of acht kwartfinales. Ik weet dat ik volgend jaar beter ga doen.”
Volgens Doets ontbreekt het hem op de tour vooral aan wedstrijden met de intensiteit van een WK-avond. „Die focus probeer ik al langer te vinden, maar zonder dit soort wedstrijden is dat lastig. Die intensiteit krijg je eigenlijk alleen op majors, en ik heb er dit jaar niet veel gespeeld.”
Een belangrijke factor in zijn wisselvalligheid is de tijd die hij van huis is. „Weg zijn van huis,” erkende Doets. „Ik zit nu ongeveer een jaar rond de top 40 en het is echt zwaar om zo veel van huis te zijn. Ik mis mijn zoon. Vorig jaar was ik misschien 60 tot 65 procent van de tijd thuis. Dat is pittig.”
Tegelijkertijd is darts zijn werk en zijn toekomst. „Dit is mijn baan. Ik wil een goede toekomst voor mezelf en mijn zoon. Het prijzengeld zorgt voor zekerheid, een huis, stabiliteit. Dat is wat me motiveert.”
De afgelopen maanden veranderde er veel. „Ik heb de afgelopen drie, vier maanden elke dag kunnen trainen,” zei hij. „Dat geeft vertrouwen. In darts, net als in elke sport, helpt trainen enorm.”
Humphries wacht: ‘Hij krijgt het moeilijk’
In de volgende ronde wacht Luke Humphries, de nummer twee van de wereld. Doets kijkt uit naar die confrontatie. „Natuurlijk,” zei hij. „Daarvoor speel je dit soort toernooien, om tegen de absolute toppers te mogen spelen.”
En hij waarschuwt meteen. „Als ik speel zoals in die laatste twee sets, dan krijgt hij het heel moeilijk.”
Doets weet dat een snelle start cruciaal wordt. „Dat is een van de belangrijkste dingen. Je kunt hem niet laten weglopen. Als hij 3-0 voor komt, met zijn ervaring, dan verliest hij niet meer. Ik móét sterk beginnen.”
Tot slot nuanceerde hij zijn eerdere uitspraak dat Humphries de beste speler ter wereld zou zijn. „Zo bedoelde ik het niet helemaal. Op dit moment is Luke Littler de beste speler ter wereld. Maar toen ik de PDC binnenkwam, won Humphries alles. Ik heb altijd tegen hem opgekeken. Maar op het podium maakt dat niets uit. Ik probeer gewoon iedereen te verslaan die tegenover me staat.”