Dit zijn de meest opvallende statistieken van de 30ste World Matchplay-editie

Afgelopen week werd de dertigste editie van de World Matchplay gespeeld in Blackpool. Na negen speeldagen mocht Nathan Aspinall de Phil Taylor Trophy omhoog tillen nadat hij Jonny Clayton met 18-6 de baas was in de finale.

Statistiekenplatform Sportradar hield alle statistieken bij tijdens de 31 wedstrijden die op de World Matchplay gespeeld werden. De meest bijzondere statistieken lees je hieronder!

Zo was het toernooigemiddelde 95.35. Het hoogste wedstrijdgemiddelde kwam op naam van Ryan Searle, die een moyenne van 105.19 noteerde in zijn partij tegen Raymond van Barneveld. De darters wierpen gemiddeld 102.98 punten met hun eerste beurt, en het scorende gemiddelde (eerste negen pijlen per leg) was 103.02.

Het hoogste wedstrijd 9-dart gemiddelde kwam voor de rekening van Daryl Gurney. De Noord-Ier wierp met zijn scorende darts gemiddeld 115.71 punten per beurt in zijn tweede ronde tegen Gary Anderson. Dat houdt dus in dat Gurney na drie beurten gemiddeld 347 punten had gescoord en dus nog 154 over had in zijn leg.

In de 31 wedstrijden op de World Matchplay zijn er in totaal 17.690 dartpijlen gegooid, die in totaal 562.240 punten hebben opgeleverd verdeeld over 608 legs. Er waren 315 180-scores, acht 100+ gemiddeldes, 41 bouncers en 225 breaks gedurende het toernooi.

Rob Cross, Jonny Clayton, Dirk van Duijvenbode en Nathan Aspinall slaagden erin om een 170 finish te gooien. In totaal werden er 87 finishes van boven de 100 geworpen, en het gemiddelde finishpercentage kwam op 40.4 procent uit.

De dubbels met een rood vakje (zoals dubbel 20, 18, 10, 8 en 12) waren beduidend vaker geraakt dan de dubbels met een groen vakje. In totaal werden er 411 legs gewonnen door een rode dubbel te raken. De groene dubbels (zoals dubbel 1, 4, 6, 16 en 5) werden 197 keer geraakt om een leg te winnen.