"Ik zie hem over vijf jaar niet meer aan de top staan" - Matthew Edgar twijfelt aan duurzaamheid van Van Veen zijn carrière

Gian van Veen wordt door kenners gezien als een van de meest talentvolle spelers in het huidige dartscircuit. De jonge Nederlander heeft inmiddels zijn eerste titel op het PDC-circuit binnen, is regerend jeugdwereldkampioen en heeft al meermaals bewezen dat hij de absolute wereldtop kan verslaan.

Zijn grote doorbraak kwam in 2023, toen hij de halve finale van het EK Darts bereikte. Daar moest hij in een meeslepende strijd zijn meerdere erkennen in James Wade. Een jaar later stond Van Veen voor het eerst in een European Tour-finale, maar Michael van Gerwen trok in een beslissende laatste leg aan het langste eind. Ook in 2024 stond hij oog in oog met Van Gerwen, ditmaal in de finale van de German Darts Grand Prix, waar de drievoudig wereldkampioen opnieuw te sterk bleek.

Toch doorbrak Van Veen datzelfde jaar een belangrijke barrière: in maart veroverde hij zijn eerste PDC-titel door Players Championship 6 te winnen. In de finale klopte hij niemand minder dan nummer 1 van de wereld Luke Humphries. Sindsdien bewees hij zijn vorm door op rij de kwartfinales te halen van zowel de UK Open als de World Matchplay.

Toch zijn er kenners die vraagtekens plaatsen bij de duurzaamheid van Van Veen zijn carrière. In de Mission Darts Podcast kwam hij uitgebreid ter sprake. Matthew Edgar plaatste hem in de hoogste categorie van jonge talenten: "Ik zou waarschijnlijk zeggen dat Wessel Nijman op dit moment in de B-klasse zit. A-klasse spelers zijn Littler, Humphries, Rock, Van Veen en waarschijnlijk ook Gerwyn Price."

Zijn collega Andy Cornwall reageerde met gemengde gevoelens. "Van Veen is een goede voor mij. Ik praat graag over hem omdat we vaak vragen: kun je het niveau vasthouden? En dat lijkt hij niet te kunnen. Zijn A-game is fenomenaal – hij heeft Littler toch net weer verslagen? Als ik hem zo zie spelen, denk ik: goed, hij wint het toernooi. Maar dan zakt hij naar een gemiddelde van 89 en dan denk je: waarom?"

Edgar herkende hetzelfde patroon: "Hij doet het niet op de Matchplay. Hij deed het niet aan het begin van deze European Tour. In het begin was het 100, 100, 100, 104, 101 – de hele tijd. Maar op de dagen dat je meerdere wedstrijden moet spelen, daalt het gemiddelde. Dat is het patroon dat ik begin te zien. Daarom zei ik een tijdje geleden dat ik denk dat Van Veen een heel goede carrière zal hebben, maar misschien korter dan verwacht. Ik vergelijk hem eigenlijk met een betere versie van Benito van de Pas."

Cornwall beaamde dat beeld, al liet hij geen twijfel bestaan over Van Veens kwaliteiten: "Zeker beter. Hij is enorm getalenteerd – hij zal titels winnen. Ik zie hem alleen niet over vijf jaar nog aan de top staan. Hij moet leren om die lange dagen door te komen, nietwaar? En het is interessant dat je dat zegt, want ik denk dat hij waarschijnlijk niet zoveel Pro Tour Players Championships heeft gewonnen als hij misschien had moeten doen."

Het talent van de Nederlander is onmiskenbaar en de verwachtingen zijn hooggespannen. De komende maanden zal blijken of de jonge Nederlander de volgende stap kan zetten: het veroveren van zijn eerste grote titel.