"Ik zou graag de bungalow van mijn buren kopen en de tuin uitbreiden" - Wat zou Andrew Gilding doen met 1 miljoen pond?

Andrew Gilding gaf toe dat hij zelf verrast was nadat hij zich had geplaatst voor de volgende ronde op het WK Darts 2026. De Engelsman stelde na afloop vast dat zijn tegenstander Cam Crabtree zijn beste niveau nooit echt haalde op het podium in Alexandra Palace.

Gilding noteerde een degelijk gemiddelde van 97.90 en zorgde voor een van de momenten van de middag met een fenomenale 161-finish. Daarmee rekende hij af met debutant Crabtree, die dit seizoen indruk maakte op de Development Tour en daarvan ook flarden liet zien op de Grand Slam of Darts, maar bij zijn WK-debuut zichtbaar worstelde met de omstandigheden.

"Verrast, eigenlijk", antwoordde Gilding toen hem werd gevraagd hoe hij zich voelde na de overwinning. "Cam speelde niet zo goed als hij kan."

Tegelijkertijd haastte Gilding zich om de kwaliteiten van zijn jonge tegenstander te benadrukken. Volgens 'Goldfinger' speelde ervaring een doorslaggevende rol op deze avond. "Zo leek het wel, ja", zei hij. "Het voelde alsof hij wat zenuwachtig was. Dat snap ik ook. Het was zijn eerste keer op dit podium en voor mij was het al de zevende keer. Die zenuwen heb ik inmiddels minder last van."

Gilding, eerder dit jaar nog kwartfinalist op de World Matchplay, voelt zich zichtbaar thuis op de grote televisiepodia. "Dat is eigenlijk geweldig", glimlachte hij. "Er is gewoon iets met die sfeer. Ik zei altijd dat de Matchplay de luidste zaal was, maar hier lijkt het nog een tandje harder te gaan."

Na eerdere WK-optredens waarin hij de laatste 32 bereikte, is Gilding erop gebrand om dit keer verder te komen, al blijft hij trouw aan zijn nuchtere aanpak. "Ik bekijk het wedstrijd voor wedstrijd", benadrukte hij. "Dat doe ik altijd."

Die no-nonsense houding heeft Gilding tot een publiekslieveling gemaakt in Alexandra Palace, waar hij opnieuw op luid applaus kon rekenen. Op de vraag waarom het publiek zo van hem houdt, bleef hij bescheiden. "Geen idee eigenlijk", zei hij. "Misschien omdat ze weten dat ik gewoon een normale kerel ben die daar naartoe gaat en zijn potje speelt."

Terugblikkend op zijn carrière, inclusief zijn memorabele UK Open-zege, bleef Gilding realistisch over zijn vorm. "Wie zal het zeggen?" reageerde hij op de vraag hoe dicht hij bij die topvorm zit. "Ik heb eerder dips gehad. Acht of negen jaar geleden haalde ik de halve finale van de UK Open en daarna zakte het flink weg. Een paar jaar geleden kwam ik weer terug. Niemand weet wat er nu gaat gebeuren."

De droom van een tweede grote tv-titel leeft, maar één prijs steekt er met kop en schouders bovenuit. "Deze", zei Gilding zonder aarzelen. "Elke titel is mooi, maar deze is goed voor een miljoen pond."

Wat hij met zo’n bedrag zou doen? "Ik zou graag – al weten ze het niet – de bungalow van mijn buren kopen en de tuin groter maken", lachte hij. Of de buren daarvan op de hoogte zijn? "Nee, natuurlijk niet. Ik heb het geld nog niet om het ze te vertellen."

Achter de grap schuilde een serieuze ondertoon. "Dat zou zekerheid geven voor later", legde hij uit. "Ik kwam pas in deze sport rollen en heb nooit echt in een pensioen geïnvesteerd. Dus ik moet blijven doorgaan, anders zit ik straks echt in de problemen."

Ook zijn eigen cijfers tegen Crabtree verrasten hem. "Ik heb net pas naar mijn gemiddelde en mijn finishes gekeken en dat verbaasde me", gaf hij toe. "Maar zoals ik zei: Cam speelde niet zoals hij kan. Met de vorm die hij dit jaar heeft, was hij zeker geen tegenstander die ik graag wilde loten."

Over zijn seizoen 2025 was Gilding gematigd positief. "Net niet zo goed als het jaar ervoor", erkende hij. "Maar als je terugkijkt: een finale op de European Tour en opnieuw de kwartfinales van de Matchplay… dan mag ik eigenlijk niet klagen."

In de volgende ronde wacht mogelijk Chris Dobey of Xiaochen Zong, en Gilding liet doorschemeren wie zijn voorkeur heeft. "Ik heb het gevoel dat ik nog een appeltje te schillen heb met Chris", zei hij. "Hij heeft me niet zo lang geleden verslagen. Hij is duidelijk de favoriet, dus het zou mooi zijn om hem te kloppen."

Reflecterend op de groei van de sport gaf Gilding toe dat hij nooit had gedacht om voor zulke bedragen te spelen. "Nee, absoluut niet", zei hij. "Toen ik begon, zo'n vijftien jaar geleden, was darts lang niet zo groot. En toen kwam Luke Littler en ineens wil iedereen darten. Het is zelfs groter dan in de jaren tachtig."

De toestroom van jong talent stemt hem positief, al grapte hij over de gevolgen. "Het is geweldig voor de sport", zei hij. "Minder goed voor ons oudjes. Er komen zoveel jonge spelers aan, maar het geeft ons wel de kans om nog wat extra pondjes te verdienen."

Ondanks zijn populariteit ziet Gilding zichzelf niet als showman. "Nee, zo zou ik mezelf niet omschrijven", zei hij."„Ik sla niet op mijn borst bij elke 180." Zijn inmiddels bekende duimgebaar is echter uitgegroeid tot een handelsmerk. "Ik weet niet waar het vandaan komt", lachte hij. "Het is gewoon iets natuurlijks. Nu zegt iedereen dat ik schuimrubberen duimen moet gaan verkopen."

Binnen het deelnemersveld groeit zijn reputatie eveneens. "Michael van Gerwen heeft me ooit een 'assassin' genoemd", onthulde Gilding met een glimlach. "Dus ik hoop dat ik iemand ben die men liever niet loot."

Over zijn huidige vorm bleef hij, zoals altijd, eerlijk. "Ik ben altijd een beetje 'hot and cold'", zei hij. "Maar op dit moment voel ik me goed. Ik heb de afgelopen drie weken na de Players Championships wat rust gehad, energie opgedaan, en het voelt alsof het de goede kant op gaat."

Het gesprek eindigde luchtig, met Gilding die nog één wens deelde. "Goldfinger blijven ze me noemen", glimlachte hij. "Ooit zou ik graag opkomen op het James Bond-thema. Dat zou fantastisch zijn. Ik heb nog niets ingestuurd, maar op county-niveau kwam ik ooit op met Shirley Bassey. Die hoorns aan het begin… daar gaat een zaal echt van leven. Ik wou dat dat kon."