James Wade wil critici de mond snoeren: “De media hebben gezegd dat ik nooit meer een televisietoernooi zou winnen''

Met tien grote titels op zijn palmares behoort James Wade al jaren tot de meest succesvolle darters van zijn generatie. Toch wordt er de laatste tijd regelmatig getwijfeld aan zijn houdbaarheid aan de top. Zelf is ‘The Machine’ daar helemaal klaar mee. Aan de vooravond van de Grand Slam of Darts wil de 42-jarige Engelsman nog één keer laten zien dat hij verre van afgeschreven is.

Wade, momenteel de nummer vijf van de wereld, kende een uitstekend seizoen met finaleplaatsen op zowel de UK Open als de World Matchplay. Het bewijs, zegt hij zelf, dat zijn vorm en honger nog steeds aanwezig zijn.

“De media hebben gezegd dat ik nooit meer een groot televisietoernooi zou winnen,” schrijft Wade in zijn column voor Daily Star. “Maar na die twee finales geloof ik dat het slechts een kwestie van tijd is voordat ik weer een titel pak.”

De darter uit Aldershot heeft een bijzondere band met het toernooi in Wolverhampton, al ontbreekt de Grand Slam nog op zijn imposante erelijst. “Ik heb een zwak voor de Grand Slam, juist omdat het één van de weinige titels is die ik nog niet heb gewonnen, naast het WK natuurlijk,” legt hij uit.

“Als ik dat wereldkampioenschap ooit zou winnen, is alles vergeven – zeker met een hoofdprijs van een miljoen pond! Misschien wacht ik gewoon tot het prijzengeld echt de moeite waard is.”

Met een knipoog doelt Wade op het drukke najaar, waarin de grootste titels van het jaar elkaar snel opvolgen. “Het voelt alsof je eindeloos moet wachten tussen de majors, en dan opeens heb je er drie in twee maanden. Veel spelers kijken al richting het WK, maar ik focus me volledig op de Grand Slam. Ik denk niet verder vooruit – want ik wéét dat ik hier kan winnen.”

Wade is een vertrouwd gezicht in Wolverhampton, waar hij al drie keer de finale bereikte. Dit jaar wacht hem opnieuw een pittige groepsfase. In groep D neemt hij het op tegen oud-wereldkampioen Gerwyn Price, de razendsnelle Ricky Evans en de Zwitser Stefan Bellmont.

Volgens Wade ligt de sleutel tot succes bij een sterke start. “Als je niet goed begint, zit je meteen in de problemen,” benadrukt hij. “Ik herinner me dat ik vorig jaar mijn eerste wedstrijd verloor, maar uiteindelijk toch mijn groep won. Twee jaar geleden gebeurde hetzelfde – eerste partij verloren, groep gewonnen.”

Toch rekent hij er niet op om dat kunstje te herhalen. “Misschien is dat het geheim, nog eens verliezen in de eerste ronde,” grapt Wade. “Nee, natuurlijk niet – want daarna heb je veel geluk nodig en komt er enorm veel druk bij kijken. Maar gelukkig ben ik iemand die juist floreert onder druk.”