Martin Schindler droomt van bijzondere dubbel: ''Duitsland Europees kampioen voetbal en wereldkampioen darts''

In de schaduw van het EK voetbal, vindt dit weekend ook de World Cup of Darts plaats in Duitsland. Veertig landen strijden van donderdag 27 juni tot en met zondag 30 juni in Frankfurt om de eindzege bij het jaarlijkse landentoernooi van de PDC.

Duitsland behoort net als de voorgaande jaren tot één van de outsiders om heel ver te komen. Het gastland treedt wederom aan met Martin Schindler en Gabriel Clemens, maar toch is er een aanpassing in het Duitse team. Clemens is niet langer meer de Duitse nummer één, die status behoort nu toe aan Schindler. 'The Wall' is bezig aan een uitstekend seizoen en won eerder dit jaar de International Darts Open, één van de Euro Tour-toernooien.

Schindler kijkt enorm uit naar de start van het landentoernooi. ''De World Cup of Darts is mijn thuistoernooi, ik heb er ongelofelijk veel zin in. De sfeer in de Eissporthalle is altijd geweldig en ik kijk ernaar uit om weer samen met Gabriel te spelen'', zegt hij in een vooruitblik op de website van de PDC.

De huidige nummer 23 van de wereld heeft hoge verwachtingen van het Duitse koppel. "Gabriel en ik kunnen het heel goed met elkaar vinden, dus we gaan gewoon ons eigen spel spelen en hopelijk is dat genoeg om het toernooi te winnen. Onze spirit is er. We hebben de potentie om vanuit elke positie terug te vechten, dus ik denk dat we in principe alles hebben. We moeten het gewoon samenvoegen als het er echt toe doet."

Tegenover het Duitse persbureau DPA sprak Schindler ook over de mogelijkheid dat er een unieke dubbel lonkt voor Duitsland in deze sportzomer. "Ik denk dat de combinatie van voetbal en darts een geweldig verhaal zou zijn: Duitsland Europees kampioen voetbal en Duitsland wereldkampioen darts. Je mag dromen'', zo besluit Schindler.

Duitsland begint de World Cup of Darts in de poulefase. Om de knock-outfase te bereiken zal afgerekend moeten worden met Nieuw-Zeeland (Haupai Puha en Ben Robb) en Finland (Teemu Harju en Marko Kantele).