In de podcast Darts Draait Door wordt met enige regelmaat kritiek geuit op het gedrag van bekende darters. Maar in een recente aflevering moeten presentator Damian Vlottes en oud-prof
Vincent van der Voort bekennen: ze zijn zelf ook schuldig aan het gedrag waar ze zich normaal zo aan storen.
Tijdens een gezamenlijke trip naar de Development Tour – het PDC-circuit voor jong talent – maakte Vlottes zijn debuut. Daar merkte hij tot zijn eigen verbazing dat hij precies deed wat hij bij anderen altijd afkeurt. Na een knappe 124-finish, terwijl zijn tegenstander nog op 40 stond, volgde een reeks goedbedoelde gebaren die hij van de bank thuis nooit zou tolereren.
"Die keek toen zo beteuterd, dat ik hem een hand gaf, een schouderklopje en ook nog sorry zei," blikt Vlottes terug. "Waar ik op tv altijd een hekel aan heb, daar maakte ik me nu zelf ook schuldig aan. Je analyseert en kijkt al jaren darts, maar als je zelf staat te gooien, doe je hetzelfde als alle anderen."
Van der Voort herkent dat gevoel maar al te goed. Ondanks zijn jarenlange ervaring als speler én analist, is het volgens hem bijzonder lastig om zelf altijd het juiste te doen wanneer je in het heetst van de strijd staat. "Bijvoorbeeld negatief worden tijdens en na wedstrijden. Je ziet dat het niet werkt, ook op tv. Maar het gebeurt je gewoon."
Hij haalt een voorbeeld aan van een toernooi dat hij met zijn zoon Kevin speelde. "Ik had eens met Kevin afgesproken om helemaal te gaan voor een Pro Tour. Maar ik gooi op de bullseye, verlies 'm en na de tweede beurt dacht ik al: 'Wat doe ik hier?'"
Volgens Van der Voort is het moeilijk om aangeleerd gedrag zomaar los te laten. "Stond ik weer snoetjes te trekken en vond ik het allemaal weer ongelofelijk wat mijn tegenstander allemaal deed tegen mij. We hadden het daarvoor echt nog flink erover gehad. Maar het blijkt dat als het er eenmaal inzit, je het er niet zo makkelijk uit krijgt."
Ook Vlottes moest toegeven dat hij zich liet meeslepen in een ander typisch dartgedrag, namelijk vast blijven houden aan de twintig, ook als eerdere pijlen het zicht blokkeren – iets wat hij bij spelers als Peter Wright en James Wade altijd bekritiseerde. "Altijd vind ik daar wat van, maar nu betrapte ik mezelf er ook op."
Van der Voort kan dat enkel beamen. "Het is makkelijk om te roepen om dat niet te doen, maar als het op dat moment het beste voor je voelt, doe je dat gewoon."