''Wat is het probleem? Iedereen speelt anders'' - Mensur Suljovic weigert excuses te maken aan woedende Joe Cullen

Mensur Suljovic heeft fel gereageerd op de beschuldigingen van Joe Cullen na hun veelbesproken confrontatie op het WK darts 2026. De Oostenrijker versloeg Cullen in de tweede ronde met 3-1 in sets, maar de sportieve prestatie raakte na afloop overschaduwd door discussie over zijn speeltempo en gedrag op het podium. Suljovic ontkent stellig dat hij bewust heeft geprobeerd zijn tegenstander te ontregelen en voelt zich onterecht weggezet.

Terwijl Cullen na afloop zichtbaar woedend het podium verliet, bleef Suljovic geërgerd achter bij de vragen van de pers. De verwijten dat hij zou hebben ‘vals gespeeld’ door bewust te vertragen, wees hij resoluut van de hand. “Ik weet echt niet wat zijn probleem is,” reageerde hij tegen onder meer Dartsnieuws.com. “Wat is zijn probleem? Ik mis dubbels, alles gebeurt in een wedstrijd. Ik doe dit nooit expres. Dat is gewoon niet waar.”

Suljovic benadrukte dat zijn manier van spelen volledig gericht is op zijn eigen ritme en concentratie, niet op het beïnvloeden van een tegenstander. “Nee, nee, nee. Ik speel nooit langzaam,” stelde hij nadrukkelijk. “Ik doe dit nooit als provocatie. Ik doe het alleen voor mijn eigen spel. Ik ga naar mijn werk, ik kom terug, ik speel mijn darts. Ik doe dit nooit voor een ander. Echt niet.”

Dat hij soms meer tijd neemt voor zijn worpen, ziet hij als onderdeel van zijn stijl. “Iedereen speelt anders,” legde hij uit. “Ik speel misschien veertig seconden voor mijn eerste pijl. Dat ben ik. Dat is mijn manier.”

Hoewel de spanning tussen beide spelers duidelijk voelbaar was, probeerde Suljovic het persoonlijke aspect te nuanceren. “Ik mag Joe Cullen,” zei hij. “Hij is een heel aardige gast. Sorry Joe, ik doe dit nooit. Ik hou van je, man.”

Een excuus op het podium of achter de schermen kwam er echter niet. “Nee, nooit,” antwoordde Suljovic op de vraag of hij zich persoonlijk had verontschuldigd. “Ik speel op het podium. Wat is het probleem? Iedereen speelt anders.”

Los van de randzaken keek Suljovic met voldoening terug op zijn prestatie. De Oostenrijker moest in het duel terugkomen van een achterstand, maar hield zich vast aan zijn overtuiging. “Heel mooi, heel mooi,” glimlachte hij. “Achterkomen en terugkomen. Mijn gevoel is goed. Ik speel goed. De laatste twee maanden speel ik goed.”

Toch gaf hij toe dat hij op een bepaald moment dacht dat de wedstrijd verloren was. “Ik dacht echt dat dit een verloren wedstrijd was,” zei hij. “Ik begin goed, dan mis ik dubbels, oké, verkeerde leg. Maar ik denk altijd: nooit opgeven. Misschien krijg ik één kans en dan ben ik er.” Die kans kwam er. “God heeft me geholpen,” zei Suljovic met een glimlach. “Ik was er, ik pakte die kans en ik won de wedstrijd.”

Volgens Suljovic is het WK darts in Alexandra Palace niet te vergelijken met andere toernooien. “Elk toernooi is anders,” benadrukte hij. “Het WK is een groot verschil. Pro Tours, European Tours, dat is nooit zoals dit. Dit is het beste toernooi ter wereld. Iedereen komt hier.” Die status maakt het volgens hem extra zwaar, maar ook bijzonder. “Wereldkampioen is wereldkampioen,” zei hij. “Hier moet je je beste darts spelen.”

In de volgende ronde kan Suljovic uitkomen tegen David Davies of titelverdediger Luke Littler. Bij het noemen van Littler verscheen er een glimlach. “Ik denk dat ik groter ben dan Luke Littler,” grapte hij. “Oké, serieus nu. Ik ben groter, ik ben veranderd.”

Even later relativeerde hij zijn woorden snel. “Volgende wedstrijd: half Oostenrijk, half Duitsland, ik ben hier thuis,” zei hij lachend. “Sorry Luke Littler, je hebt geen kans… sorry, sorry, we maken een grapje.”

Vervolgens liet Suljovic ook een kwetsbare kant zien. Hij sprak openlijk over het verlies van zijn moeder en broer en hoe darts hem houvast geeft. “Mijn broer is dood. Mijn moeder is dood,” vertelde hij. “Ik blijf hier. Darts helpt me.”

Trainen is daarin zijn anker. “Ik doe alles voor mijn sport, voor mijn darts,” zei hij. “Ik train elke dag. Elke dag.” De suggestie dat hij weinig zou oefenen, doet hem zichtbaar pijn. “Iedereen zegt altijd dat ik niet train. Wat is dat? Ik ben darter, ik train elke dag. Echt.”

Zelfs op vakantie blijft hij trainen. “Er is geen dag dat ik niet oefen,” verzekerde hij. “Ook op vakantie. Dat zweer ik.”