Ricardo Pietreczko heeft opnieuw bewezen dat het podium van Alexandra Palace hem ligt. De Duitser rekende op het
WK Darts 2026 in een meeslepend duel met 3-2 in sets af met Dave Chisnall en plaatste zich daarmee voor de derde ronde.
Pietreczko begon sterk en liep uit naar een 2-0 voorsprong, maar zag Chisnall daarna steeds beter in de wedstrijd komen. De Engelsman, gesteund door een luidruchtig publiek, forceerde een beslissende vijfde set. “Dit voelt als een hele goede overwinning,” gaf Pietreczko na afloop toe tegen onder meer Dartsnieuws.com. “Ik stond 2-0 voor, maar daarna werd Dave steeds sterker in de wedstrijd.”
De rol van het publiek was gedurende het duel onmiskenbaar. Zeker toen Chisnall terrein terugwon, voelde Pietreczko de spanning toenemen. “Ik denk dat er op dat moment best wat druk op mij kwam te staan,” zei hij. “Dave speelt met het publiek achter zich.”
Volgens de Duitser kantelde de sfeer pas laat in zijn voordeel. “Na de tweede leg in de vijfde set stond het publiek ineens achter mij. Het was echt fifty-fifty,” analyseerde hij. “Daarom was het zo belangrijk dat ik die vijfde set won, want in de vierde set stond het publiek duidelijk achter Dave.”
Chisnall’s comeback werd vooral gedragen door zijn zware scores. “Na de derde set speelde hij heel goed,” erkende Pietreczko. “Hij gooide veel 180’s. Ik speelde eigenlijk helemaal niets.”
Toch bleef de Duitser vertrouwen houden in zijn eigen spel. “Ik weet dat ik meer 140’s kan gooien dan hij 180’s,” legde hij uit. “Ik denk dat dat uiteindelijk het verschil in deze wedstrijd was.”
De spanning liet ook fysiek zijn sporen na. Pietreczko gaf toe dat hij richting het slot worstelde met zijn zenuwen. “Mijn hand trilde behoorlijk na de vierde set,” vertelde hij. “Het was heel moeilijk om dat onder controle te houden.”
Zijn emotionele reacties op het podium, waarbij hij na gemiste kansen hardop tegen het bord sprak, waren daar een uiting van. “Ik schreeuw bij elke 100 als ik maar één triple raak,” zei hij. “Dan roep ik echt: ‘Waarom nu?’ Je hoort het aan mijn stem.”
Gefluit als storende factor
Na afloop ging het niet alleen over het spel, maar ook over het gedrag op de tribunes. Pietreczko maakte daarbij een duidelijk onderscheid. “Boe-geroep is niet het probleem,” stelde hij. “Maar fluiten wel.”
Volgens hem is fluiten funest voor de concentratie. “Door dat fluiten raak je op dat moment je focus kwijt. En ik denk dat iedere speler daar een hekel aan heeft.”
De vraag of het probleem kan worden opgelost, vindt hij lastig. “Ik weet het niet,” zei Pietreczko eerlijk. “Misschien meer beveiliging bij het publiek, maar het is moeilijk. Het fluiten is zó hard. Ik kan nu niet zeggen wat de oplossing is.”
Achter de schermen is het geen groot gespreksonderwerp. “Nee, daar praten we niet echt over,” gaf hij aan. “Je kunt het publiek niet veranderen. Je kunt zeggen: ‘Niet fluiten’, maar iedereen weet dat het publiek toch niet verandert.”
Sterk WK-record blijft intact
Ondanks alle randzaken deed Pietreczko opnieuw wat hij al zijn hele WK-carrière doet: presteren wanneer het telt. Met zijn zege op Chisnall bereikte hij voor de derde keer minimaal de derde ronde. “Ik weet niet waarom,” glimlachte hij. “Ik hou gewoon van grote podia. Dat zeg ik elke keer weer.”
Ook in de beslissende fase van de wedstrijd bleef hij opmerkelijk koel. Zo realiseerde hij zich niet meteen dat Chisnall voor de wedstrijd mocht gooien. “In het begin zag ik niet dat hij matchdarts had,” gaf hij toe. “Ik hoorde de caller iets zeggen en toen dacht ik: oké, het staat 2-2. Dan weet je dat het belangrijk wordt.”
Vooruitblik op Harrysson
In de derde ronde wacht Andreas Harrysson. Pietreczko kijkt voorzichtig vooruit. “Ik hoop op een goede wedstrijd,” zei hij. “Misschien kan ik hem verslaan en de vierde ronde halen.”
Tegelijk blijft hij kritisch op zijn eigen niveau. “Ik kijk wedstrijd per wedstrijd,” benadrukte hij. “De volgende keer hoop ik iets beter te spelen. Ik denk dat mijn gemiddelde rond de 89 lag.”
Zijn uitgesproken gedrag op het podium ziet hij niet als vast patroon. “Dat verschilt,” besloot Pietreczko. “Soms heb ik het nodig, soms niet. Dat hangt van de dag af.”