Ook het tweede hoogste gemiddelde van het toernooi kwam van zijn hand. Hogan noteerde 97.51 gemiddeld in zijn
partij tegen Adam Smith-Neale. David Evans (95.65) en Andy Hamilton (95.58) zijn de enige andere spelers die met hun moyenne boven de 95 uitkwamen.
Jim Williams eindigde op een vijfde en zesde plek met gemiddeldes van 94.53 en 94.36.
Wayne Warren gooide in de finale een moyenne van 93.72, goed voor een tiende plek op de lijst. Willem Mandigers (94.16) en Richard Veenstra (94.11) zijn de enige Nederlanders in de top-10. Overigens verloren zij hun duels met deze gemiddeldes.