Jermaine Wattimena heeft dinsdag een ijzersterke indruk achtergelaten door op overtuigende wijze af te rekenen met
Nathan Aspinall in de finale van het
Players Championship 31. De Nederlander kroonde zich daarmee tot toernooiwinnaar en pakte zijn tweede Pro Tour-titel van het seizoen.
Hoewel de dag aanvankelijk in het teken stond van Aspinall, die liefst twee keer een perfecte leg wist te gooien, was het uiteindelijk Wattimena die met een klinkende 8-2 overwinning de finale naar zijn hand zette. De 37-jarige darter uit Westervoort liet daarbij zien in absolute topvorm te verkeren, met indrukwekkende scores en een ongenaakbare reeks van acht legs op rij.
Stroeve start, maar daverende comeback
De finale begon allesbehalve vlekkeloos voor Wattimena. In de eerste twee legs liet hij kansen liggen op de dubbel, waardoor Aspinall al vroeg een 2-0 voorsprong kon nemen. De Engelsman, die eerder op de dag eerder al twee negendarters had gegooid en in bloedvorm verkeerde, leek op weg naar een nieuwe titel. Maar juist op dat moment draaide de partij volledig om.
Met een nietsontziende versnelling won Wattimena vervolgens acht legs op rij, waarin hij Aspinall geen enkele ruimte meer bood. In die reeks produceerde hij legs van 13, 15, 13, 12 en nogmaals 13 darts – een indrukwekkende run waarmee hij het initiatief volledig naar zich toetrok. In de voorlaatste leg bekroonde hij zijn dominante optreden met een knappe 116-finish, waarna hij de partij professioneel uitspeelde naar 8-2.
“Ik kan niet beschrijven hoe goed ik me voel,” reageerde een dolgelukkige Wattimena na afloop van zijn finalezege. “Ik heb in de eerste ronde al een paar matchdarts overleefd, en daarna speelde ik fantastisch. Ik ben ontzettend blij met deze overwinning.”
Inspiratie uit verlies: "Bunting had gelijk"
Voor Wattimena is het zijn tweede titel op het Pro Tour-circuit, nadat hij eerder dit jaar in juli zijn eerste rankingtitel wist te pakken. Het is een bevestiging van zijn sterke vorm en groeiende zelfvertrouwen, iets waar hij eerder in zijn carrière nog weleens mee worstelde.
“Ik herinner me wat
Stephen Bunting tegen me zei toen ik van hem verloor in de finale in Leicester,” vertelt Wattimena. “Hij zei: ‘Als je er één wint, dan volgen er meer.’ En nu heb ik mijn tweede al te pakken.”
De route naar de titel verliep allerminst zonder hindernissen. In zijn openingspartij tegen landgenoot Christian Kist ontsnapte Wattimena op het nippertje aan uitschakeling. Hij keek tegen een 5-3 achterstand aan en zag zijn tegenstander zes matchdarts missen, voordat hij alsnog de partij naar zich toe wist te trekken.
“Ik had daar heel goed uit kunnen liggen. Christian had mij te pakken kunnen hebben,” blikt hij terug. “Maar ik bleef vechten en kreeg mijn kans. Daarna ging het lopen.”
Jermaine Wattimena in actie
Scorend vermogen en mentale kracht
Wat volgde na die eerste ronde was een waar machtsvertoon. In vijf van de zes daaropvolgende partijen noteerde Wattimena een gemiddelde van boven de 100 punten per drie darts. Daarmee versloeg hij onder anderen de Letse darter Madars Razma, de Duitsers Niko Springer en Martin Schindler, en zijn landgenoten Chris Landman en Niels Zonneveld.
Tegen Landman boekte Wattimena een overtuigende 6-1 zege, waarbij hij zowel scorend als op de dubbels weinig weggaf. In de halve finale liet hij zijn absolute topvorm zien door Zonneveld met 7-0 te verslaan – een zogeheten ‘whitewash’ – waarin hij zijn tegenstander geen enkel moment in de partij liet komen.
“Dat soort zeges geven vertrouwen,” aldus Wattimena. “Als je ziet hoe ik de partijen heb afgewerkt, vooral tegen sterke tegenstanders, dan weet je dat je goed bezig bent.”
Gevaar voor de top
Met zijn prestatie in Wigan bevestigt Jermaine Wattimena zijn status als een van de gevaarlijkste spelers buiten de traditionele top. Waar hij eerder bekend stond als een talentvolle darter die het vaak net niet wist af te maken, lijkt hij dit seizoen definitief een stap voorwaarts te hebben gezet.
“Ik heb meer vertrouwen in mezelf gekregen,” zegt hij daarover. “En dat maakt een enorm verschil. Als ik nu aan het bord sta, weet ik dat ik partijen kan winnen tegen de beste spelers ter wereld.”
Dat vertrouwen blijkt niet alleen uit zijn uitspraken, maar ook uit de cijfers. De constante hoge gemiddelden, het koel afmaken van wedstrijden en zijn mentale weerbaarheid tonen een speler die klaar is voor grotere dingen.
“Ik hoop dat ik deze lijn kan doortrekken,” besluit hij. “Er komen nog mooie toernooien aan en ik voel dat ik er klaar voor ben. Laat ze maar komen!”