In de Eissporthalle in Frankfurt vindt van 12 tot en met 15 juni de
World Cup of Darts plaats. Op dit landentoernooi begint Engeland als titelverdediger, nadat het vorig jaar in de finale Oostenrijk met 10-6 versloeg. Al doet het dat wel met een andere samenstelling als vorig jaar. Luke Humphries blijft aan boord, maar Michael Smith wordt vervangen door regerend wereldkampioen Luke Littler.
Luke Littler en
Luke Humphries dragen dit weekend dus het Engelse shirt op de World Cup of Darts, waaraan maar liefst veertig landen deelnemen. Daarvan strijden 36 landen in de twaalf groepen van drie voor een plaatsje in de achtste finales. De vier reekshoofden, waaronder het als eerste geplaatste Engeland en verder ook Wales, Schotland en Noord-Ierland, zijn rechtstreeks geplaatst voor die achtste finales. De Engelse nummers één en twee van de wereld beginnen dan ook als de absolute topfavorieten aan dit toernooi. Maar dit hoeft niet perse in hun voordeel te werken want het zal ook veel druk met zich meebrengen.
De grootste voordehand liggende valkuil is natuurlijk dat
Luke Littler en Luke Humphries nog nooit samen in een team hebben gespeeld. Landen
zoals Schotland met Gary Anderson en Peter Wright of Wales met Jonny Clayton en
Gerwyn Price hebben al jarenlange samenwerking en toernooi-ervaring als duo, maar
bij Engeland ontbreekt dit nog.
De World Cup is anders van alle andere dartswedstrijden. Het
verschilt heel erg van individuele wedstrijden: spelers moeten na elke beurt
van drie darts het vertrouwen aan hun teamgenoot geven. Humphries en Littler
zijn individueel natuurlijk de twee beste van de wereld, maar je weet nooit hoe
zoiets uitpakt in duo verband.
Luke Humphries staat bekend om de rust in zijn spel en presteert
goed onder druk. Luke Littler daarentegen speelt veel sneller en met meer
interactie met het publiek. Dat contrast kan binnen een duo wedstrijd voor onenigheden
zorgen.
Je moet natuurlijk ook afspraken maken over op welke finish
je hem wegzet. Littler heeft bijvoorbeeld liever dat Humphries op 185 een
single 15 gooit om ‘Big Fish’ over te laten voor hem, dan dat hij een triple
gooit en er 125 van maakt. En zo moeten ze dus ook op elkaar ingespeeld raken
dat ze de juiste keuzes maken.
Met de nummer 1 en 2 van de wereld gaat Engeland als de absolute
topfavoriet naar het toernooi, en dat brengt natuurlijk extra druk met zich mee.
Vooral voor Luke Littler, die voor het eerst meedoet aan de World Cup of Darts.
Rond het Engelse team gaan nu natuurlijk al de uitspraken dat ze wel moeten
winnen. Dus falen is eigenlijk geen optie, en dat moet toch extra druk met zich
meebrengen. Ze moeten er beide wel gelijk staan want de wedstrijden zijn niet
al te lang, dus een slecht begin kan je jezelf niet veroorloven.
Engeland won in 2024 met Luke Humphries en Michael Smith als
team. Dus Humphries heeft al ervaring om in een duo te spelen. En als je ten
opzichte van vorig jaar kijkt gooien Smith en Littler niet zo verschillend als
je denkt. Ze gooien allebei heel rap dus Humphries houdt wel hetzelfde ritme
aan.
Littler is alsnog een hele andere speler. Hij is nog jong,
dus heeft minder ervaring dan Smith. En iedereen vraagt zich af wie nou
eigenlijk de leiding binnen het team zal nemen. Gaan ze dan voor de meer
ervaren Humphries of voor de jonge Littler.
Engeland is vrijgesteld van de groepsfase en begint direct
in de tweede ronde, daar geldt een best of 15 legs. Het kan natuurlijk een
voordeel zijn om direct in ronde twee te zitten, maar toch zal het meer nadelen
meebrengen. Alle andere landen hebben al een groepsfase achter de rug en zijn
al op elkaar ingespeeld. De Engelse mannen gaan dan pas aan hun toernooi
beginnen en in een best of 15 legs format kan je jezelf geen slechte start veroorloven.
Teams als Nederland, die zich via de groepsfase moeten kwalificeren, kunnen
juist al in het toernooi gegroeid zijn. In de tweede ronde kunnen ze die vorm
doorzetten, terwijl het Engelse team net begint.
Engeland vroeger kon in eerdere toernooien rekenen op minder
tegenstand, dit jaar is dit echter niet het geval. De landen die in de vorige
jaren een simpele overwinning waren, kunnen de Engelse ploeg dit jaar zomaar de
das om doen. Landen als Nederland (met Danny Noppert en Gian van Veen), België
(met Dimitri Van den Bergh en Mike de Decker), Duitsland (met Martin Schindler
en Ricardo Pietreczko), Schotland (met Gary Anderson en Peter Wright) of de grootste
rivaal Wales (met Gerwyn Price en Jonny Clayton). Deze landen kunnen het
Engelse team zeker verrassen als ze nog niet lekker in het toernooi zitten.
Een fout die veel gemaakt wordt is dat mensen denken dat
individuele klasse automatisch zal leiden tot de overwinning. Tuurlijk,
individuele klasse zal je verder brengen, maar het gaat echt om het teamverband
en het samenwerken. Humphries en Littler staan op nummer 1 en 2 op de wereldranglijst,
dus aan individuele klasse is er geen gebrek binnen het team. Vooralsnog zal
dit zeker niet automatisch tot de overwinning leiden. Er hoeft maar een mindere
wedstrijd tussen te zitten en de tegenstanders zullen hun kansjes pakken waar
die te halen vallen. Een voorbeeld is het Oostenrijkse duo Mensur Suljovic en Rowby-John Rodriguez,
die samen de finale haalden in 2021 en 2024. Dit kwam natuurlijk niet alleen die individuele kwaliteit
maar vooral door het vormen van een goed team dat op elkaar is ingespeeld.
Een vaak onderschatte factor, zeker op internationaal
toernooi zoals de World Cup of Darts, is de rol van het publiek. Het toernooi
wordt gehouden in Duitsland, een land waar Luke Littler niet heel erg graag lijkt te komen.
Hij is er niet dol op het om in Duitsland te spelen omdat het publiek zich al een aantal keer tegen hem heeft gekeerd, door middel van fluiten, roepen en ze doen er alles aan om hem uit zijn
spel te halen. Vooral als Engeland zo meteen tegen landen staat met een
fanatieke aanhang, zoals Schotland, Nederland of zeker het eigen Duitsland, kan
Littler zeker boegeroep of fluitconcerten verwachten.
Vorig jaar bezorgden Michael Smith en Luke Humphries hun land de titel in Frankfurt