De Belgische dartsfans kregen vrijdagavond in de Antwerp Expo waar voor hun geld. Nadat Kim Huybrechts en Mario Vandenbogaerde eerder al het publiek op hun stoelen kregen, was het aan
Mike De Decker om de avond in stijl af te sluiten. De darter uit Mechelen, intussen uitgegroeid tot Belgische nummer één, boekte een moeizame 6-3 overwinning op de Engelsman Martin Lukeman en mag zich opmaken voor een treffen met Martin Schindler in de tweede ronde van de
Flanders Darts Trophy.
De zaal stond al in vuur en vlam tijdens zijn opkomst. Minutenlang scandeerden de fans “Mikey is van ons”, maar op het podium kwam De Decker moeilijk op gang. Hoewel hij de bull had gewonnen en mocht beginnen, had Lukeman meteen een kans om te breaken. Die miste hij, waardoor De Decker met de hakken over de sloot 1-0 pakte. Het spel bleef echter stroef. Opnieuw kreeg Lukeman kansen, maar ook die liet hij liggen en zo liep De Decker uit naar 2-0.
De eerste uitbarsting van de Belg volgde, maar zijn zenuwen waren nog niet volledig weg. Met een reeks missers en een paar pijlen in de single 5 gaf hij Lukeman de kans terug te komen. De Engelsman greep die met een 118-finish: 2-1. Toen ook De Decker’s scorend vermogen stokte en Lukeman solide naar 2-2 ging, was het duidelijk dat het geen gemakkelijke avond zou worden.
Met een gemiddelde rond de 80 moest De Decker blijven knokken. Hij wist ternauwernood 3-2 te maken via dubbel 5, maar overtuigen deed het nog steeds niet. Toen Lukeman de eerste 180 van de partij noteerde, dreigde de wedstrijd te kantelen. De Decker kreeg drie kansen voor een break, miste er twee, maar kreeg een herkansing en greep die en maakte 4-2.
Lang kon hij daar niet van genieten, want Lukeman gooide een schitterende 127-finish om meteen terug te breaken. Bij 4-3 liet de Engelsman een kans op 4-4 liggen, waarna De Decker dubbel 8 raakte voor 5-3. Het publiek rook de overwinning, maar “The Real Deal” bleef het zichzelf moeilijk maken. Lukeman zette zich weg op 80 en kreeg opnieuw de kans om terug te breken. Toen ook die dubbel niet viel, gooide De Decker 84 uit via de bull om de partij met 6-4 te beslissen. Zijn gemiddelde bleef steken op 82,25, maar de zege was binnen.
Na afloop verscheen een opgeluchte maar ook gefrustreerde De Decker voor de microfoons. Hij stak zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken. “Slecht, slecht, slecht,” stelde de World Grand Prix-kampioen vast
tegenover Het Nieuwsblad. “Het was echt niet goed, nee. Ik heb er geen verklaring voor. In Wieze had ik dat ook, een eerste slechte wedstrijd. Je wil nooit die eerste ronde verliezen, maar niet uit in welk toernooi maar zeker niet voor eigen publiek. Misschien had dat er wat mee te maken. Hopelijk is het morgen 125 gemiddeld, dan wordt het zo moeilijk niet. Alles zal dan sowieso beter moeten...”
De Decker staat momenteel 19e op de wereldranglijst en mikt op een plek in de top zestien tegen het einde van dit seizoen. De weg daarnaartoe verloopt echter hobbelig. Wisselvalligheid en materiaalproblemen hebben hem parten gespeeld.
“Vanaf 1 januari is het op en neer,” vertelde hij openhartig. “Ik heb heel lang lopen sukkelen met mijn pijlen. Daarbij heb ik heel lang rondgelopen met het idee dat ik eigenlijk wist dat er iets aan de hand was, maar het niet wilde toegeven. Ook door die finale in Wieze, want ik had al nieuwe pijlen voor dat toernooi. Uiteindelijk heb ik die pas vorige maand, voor de trip Down Under, vastgepakt. Die anderen heb ik in de vuilbak gegooid, ik was ze beu. Sindsdien gaat het goed in training, maar ik moet eens zo’n match hebben dat alles goed gaat en dan komt het vertrouwen.”