"Ik hoef geen middelpunt van de belangstelling te zijn" - Luke Humphries trekt dit jaar niet als topfavoriet naar het WK Darts

Binnenkort keert Luke Humphries terug naar Alexandra Palace, de locatie waar hij bijna twee jaar geleden zijn grootste dartssucces vierde. Dit jaar verschijnt de Engelsman echter niet als titelverdediger aan de oche, een verandering die volgens hemzelf paradoxaal genoeg voor minder druk zorgt — al blijft het wereldkampioenschap hoe dan ook een mentale achtbaan.

Humphries is bovendien niet langer nummer één van de wereld. “Het voelt anders, maar eigenlijk ook weer niet,” zegt Humphries. “Vorig jaar had ik het gevoel dat ik misschien enorm veel druk zou voelen als regerend kampioen, maar dat bleek niet zo te zijn. En dit jaar zal dat hetzelfde zijn. Er is altijd druk, of je nu titelhouder bent of niet.”

Hoewel Humphries niet als kampioen terugkeert, is de jacht op hem zeker niet verdwenen. “Zelfs zonder titel op zak wil iedereen je pakken,” legt hij uit. “Er zijn 127 andere spelers die de finale willen halen en mij willen uitschakelen. En mocht ik de finale halen, dan gaat degene die daar staat dat natuurlijk ook willen. Dus ja, dat ‘target’ blijft. Alleen: Luke Littler zal er een veel grotere hebben dan ik.”

Zijn terugblik op zijn eigen titelverdediging blijft opmerkelijk nuchter. “Ik voelde die druk nauwelijks. Je denkt van tevoren dat je dat zult voelen, maar dat was niet zo. En ik denk eerlijk gezegd dat Luke Litller dat ook niet zal voelen. Als je zoveel titels wint, voelt het verdedigen van een titel bijna als routine.”

De strijd om de wereldranglijst was afgelopen maanden een populair gespreksonderwerp. Humphries is blij dat die storm grotendeels is gaan liggen, al weet hij dat het thema bij een goed WK onvermijdelijk opnieuw opduikt.

“Als je in de discussie zit, is dat iets positiefs,” zegt hij. “Want dan zit je er dichtbij. Als niemand erover praat, ben je simpelweg niet goed genoeg. Ik heb geprobeerd die strijd zo lang mogelijk spannend te houden. En als je terugkijkt op twee jaar tijd, dan is Luke Littler gewoon de beste speler geweest. Maar win ik het WK, dan kan ik nummer één weer terugpakken.”

Voor het eerst in lange tijd speelt Humphries mogelijk twee wedstrijden voor kerstmis. In tegenstelling tot sommige spelers ziet hij dat juist als een voordeel.

“Vorig jaar speelde ik mijn eerste wedstrijd en stond daarna elf dagen stil. Dat helpt niemand,” legt hij uit. “Nu speel je eerder, dan heb je vijf of zes dagen vrij en daarna weer een wedstrijd. Je blijft in ritme. Voor mij voelt dit eerlijker: gewoon 128 spelers die hetzelfde schema volgen, niemand die al ‘warm’ is terwijl jij nog moet beginnen.”

De locatie zelf blijft voor Humphries een plek vol vertrouwen. “Ik heb daar veel mooie momenten gehad: drie kwartfinales, de titel… Dat geeft zelfvertrouwen. Ik zie het WK altijd als twee toernooien. Eerst door die vroege rondes heen zien te komen, en na kerst begint het echte werk. Kom ik in die kwartfinalefase terecht, dan weet ik dat ik het toernooi kan winnen.”

Humphries’ vorm richting het WK is indrukwekkend. De Engelsman is van nature kritisch, maar erkent dat hij misschien wel beter dan ooit gooit. “In de laatste maanden heb ik waarschijnlijk de beste statistieken uit mijn carrière neergezet. Mijn World Grand Prix was statistisch beter dan toen ik in 2023 in topvorm was. De Grand Slam of Darts was beter, het EK Darts was ook heel goed. De Players Championship Finals gingen niet geweldig — maar je kunt niet elk toernooi winnen. Eén slechte week hoort erbij.”

Een belangrijke factor volgens hem: wedstrijdritme én een subtiele technische aanpassing. “Als ik veel speel, ben ik op mijn best. Minder pauzes, minder roest. En ik heb mijn worp iets vertraagd, met een kleine pauze in de 'backswing'. Daardoor controleer ik de darts beter. Het voelt alsof ik een nieuw, veel consistenter niveau heb gevonden.”

De opmerkingen van Luke Littler over mogelijke angst in de achtervolging op de nummer één leveren Humphries slechts een glimlach op. “Dat zegt iemand natuurlijk alleen als hij niet bovenaan staat,” reageert hij droog. “Of het nu geld of punten zijn, het verandert niets. Ik heb vijftien grote finales gehaald in twee jaar. Luke zou nog steeds nummer één zijn, ik nog steeds nummer twee. Hoe je het ook berekent.”

Terugkijkend op 2025 is Humphries gematigd tevreden. “Op papier is het een fantastisch jaar. Maar als je de eerste twee majors wint en daarna drie finales verliest, voelt dat toch anders. Dat is teleurstellend. Maar ik won ook drie majors op rij. Je moet de pieken en dalen accepteren.”

Tijdens de Grand Slam of Darts klaagde Humphries dat hij als wereldkampioen te weinig erkenning kreeg — maar inmiddels relativeert hij die woorden. “Of ik meer aandacht krijg als ik nu het WK win? Waarschijnlijk niet,” zegt hij. “Dat ligt aan de media. Maar eerlijk: het maakt me niet zoveel uit. Ik heb mijn dromen verwezenlijkt, ik ben trots op wat ik bereik in een tijdperk waarin één van de beste spelers ooit actief is. Dat is al moeilijk genoeg.”

Op de vraag of hij de aandacht bewust probeert te vermijden, is Humphries duidelijk. “Ik hoef geen middelpunt van de belangstelling te zijn. Ja, ik word vaak herkend, maar het gaat mij om waardering voor wat ik doe, niet om beroemd zijn.”

En als hij geen professioneel darter was geworden? “Dan was ik nog steeds dakdekker. Dat heb ik zeven jaar gedaan. En eerlijk, ik was er behoorlijk goed in — maar in dit vak ben ik net wat beter.”