“Ik moest het gewoon even laten gaan” - Luke Littler verklaart enorme uitbarsting tegen Gian van Veen

Luke Littler liet dindsagavond in Leicester opnieuw zien waarom hij de dartswereld in recordtempo aan zijn voeten heeft. De 18-jarige sensatie boekte een overtuigende 2–0 overwinning op Gian van Veen in een partij die de boeken in ging als qua gemiddeldes de beste wedstrijd ooit op de World Grand Prix.

De manier waarop Littler zijn openingspartij speelde, was ronduit indrukwekkend. Van Veen gooide het hoogste gemiddelde ooit op de World Grand Prix (106,47), maar Littler was nog klinischer op de momenten die ertoe deden. Een 151-finish om een set te redden, een 86-uitgooi om diezelfde set te pakken en een 144 om het duel in stijl af te sluiten — het was volwassen darts van een 18-jarige die al speelt als een gevestigde naam.

“Het was heel goed van mezelf, beter dan vorig jaar,” zei Littler na afloop tegenover Dartsnews.com. “Ik had vanavond vooral op dubbels geoefend — tops en dubbel-10 — en ze gingen er lekker in. Ik hoefde de dubbel-10 niet eens te gebruiken om te starten. Alles voelde gewoon goed.”

Hij kreeg pas na afloop te horen hoe dicht hij bij het recordgemiddelde van Alan Warriner-Little uit 2001 (106,45) had gezeten. “Dat voelt natuurlijk nog beter nu ik dat weet,” glimlachte hij. “Maar los daarvan was het gewoon een heel goede wedstrijd van mij. Zoals ik zei, beter dan vorig jaar. Gian speelde zijn rol, maar in die tweede set was ik simpelweg te sterk voor hem.”

Na het winnen van de eerste set liet Littler zich horen met een flinke oerkreet, iets wat we zelden van hem zien. “Ja, dat was een belangrijke set,” vertelde hij met een brede lach. “Ik zag Gian in de eerste leg al flink juichen na een 180, en toen dacht ik: oké, ik zit er middenin. Ik moest het gewoon even laten gaan nadat ik die set pakte, want ik had zijn leg gebroken. En in de tweede set, toen we weer het podium opkwamen, hebben we het netjes afgemaakt.”

Eerder deze week kwam Littler in het nieuws omdat bekend werd dat hij gebroken had met zijn managementbureau ZXF Sports Management. Voor veel jonge spelers zou zo’n keuze vlak voor een major voor extra stress zorgen, maar Littler bleef er opvallend rustig onder.

“Nieuw management? Nee joh, ik doe het gewoon zelf,” zei hij nuchter. “Ik denk dat het beter is zo. Mijn familie steunt me, en Martin (zijn voormalige manager, red.) heeft goed werk geleverd, maar het was het juiste moment om mijn eigen weg te gaan. Vluchten boeken, hotels regelen — het gaat allemaal prima. De hulp van Garry bij Target is enorm, en we gaan de goede kant op.”

Zijn tegenstander Gian van Veen maakte ook indruk, en samen met Josh Rock behoort de Nederlander tot de jonge lichting die het darts in de komende jaren zal kleuren. Littler ziet beiden als potentiële rivalen — maar vooral als stimulans.

“Ik zou niet zeggen dat ze mijn directe rivalen zijn, maar Gian en Josh Rock spelen allebei al een paar jaar mee op tour, alleen ligt de spotlight nog niet echt op hen,” zei Littler. “Dat zou eigenlijk wel moeten, maar op dit moment ligt de aandacht vooral op mij en Luke (Humphries). Het zou me niet verbazen als een van hen binnenkort een major wint. Zeker Gian — zijn prestaties zijn geweldig. Hij gooit hier een gemiddelde boven de 100, en ik ook. Als Gian in de komende toernooien ver komt, verdient hij misschien wel een plek in de Premier League, en Josh maakt daar volgend jaar misschien ook kans op.”

Hoewel hij nuchter blijft, weet Littler donders goed wat er op het spel staat. De strijd om de wereldranglijst belooft spannend te worden, en met Luke Humphries die veel prijzengeld moet verdedigen, is de deur naar de nummer-één-positie wagenwijd open.

“Ja, er is duidelijk een kans dat ik de nummer één van de wereld kan worden,” zei Littler. “Maar ik heb al vaker gezegd: het zou me ook niet verbazen als Luke al zijn prijzengeld verdedigt en bovenaan blijft. Ik verdedig £200.000 van het WK, maar ik heb dat bedrag al ingehaald met mijn winst op de Matchplay. Dus eigenlijk heb ik niet veel te verdedigen. Ik ga gewoon naar het WK met niets te verliezen.”