De ene speler heeft zijn weg naar de top van het darts afgewerkt door middel van het maken van heel veel trainingsuren, terwijl andere spelers iets minder trainingsuren maken en ook kunnen teren op hun natuurtalent.
In een video voor William Hill noemt Wayne Mardle de spelers die volgens hem de grootste natuurtalenten zijn. ''Gary Anderson bijvoorbeeld, bij hem ziet het er zo vloeiend uit. Dat geldt ook voor Adrian Lewis, Michael van Gerwen en Raymond van Barneveld. Ook Dimitri van den Bergh heeft een echte natuurlijke worp, Ryan Searle is er ook zo eentje.''
Maar er is bij Mardle één grote favoriet. ''Michael Smith spant voor mij de kroon. Het is enorm snel, net als bij Ricky Evans, maar bij Smith ziet het er zo natuurlijk uit.''
''Je kunt je voorstellen dat Michael Smith als vijfjarige een dartpijl oppakt en ermee gooit, bijna zoals hij nu doet of precies zoals hij nu doet. En het werkt. En wat ik leuk vind aan deze natuurlijke spelers is dat ze niet hoeven na te denken. Ze gaan gewoon door en zo moet het spel gespeeld worden'', aldus Mardle.