Phil Taylor won de
World Matchplay maar liefst zestien keer, niemand deed ooit beter. Maar in 1996 moest 'The Power' verrassend al in de tweede ronde in het zand bijten.
Taylor verloor dat jaar in de tweede ronde met 8-1 van
Peter Evison. Het gaf Evison zodanig veel vertrouwen dat hij het toernooi ook won. In tegenstelling tot veel spelers was Evison niet bang om tegen Taylor te spelen. Hij zei: “Ik had een goed record tegen Phil. Ik dacht: 'Ik hoef alleen maar te spelen zoals ik kan en dan versla ik hem'. Je hebt van die spelers tegen wie je het niet erg vindt om te spelen, hoe goed ze ook zijn. Hij heeft maar drie darts, net als iedereen."
"Je speelt tegen het dartbord, niet tegen de persoon. Sommige mensen waren bang om tegen bepaalde mensen te spelen, maar ik niet. Ik denk dat dat een van mijn beste overwinningen was. Het is een van de locaties waar hij graag speelde.”
Taylor nam zijn nederlaag overigens niet goed op, zoals Evison zich herinnerde: “Hij verdween heel snel. Hij zei niet eens een woord tegen me. Hij wist dat hij een pak slaag had gekregen. Hij wilde gewoon verdwijnen en uit de weg gaan.”
Peter Evison won in 1996 de World Matchplay
Niet feesten
Met nog een klus te doen en met zijn vriendin en zoon die ook aanwezig waren weerstond Evison elke verleiding om de stad in te gaan en feest te vieren. “Ik deed de dingen anders", bevestigt hij. “Ik ben niet gaan drinken of feesten. Ik wist dat ik me moest inhouden. Ik dronk een paar drankjes aan de bar en ging vroeg naar bed."
“Ik voelde me de hele week goed. Ik lag elke avond vroeg in bed, terwijl ik normaal gesproken in Blackpool naar een paar bars zou gaan en een beetje plezier zou hebben. Ik heb me die week goed gedragen.”
Voor Evison bleef het uiteindelijk bij de ene PDC-major. Op de vraag of zijn voorliefde voor feesten hem nog meer grote titels had gekost, gaf Evison toe: “Waarschijnlijk wel. Maar je kunt er geen spijt van hebben. Ik heb hele goede tijden gehad en toernooien over de hele wereld gewonnen met wat ik deed. Je moet gewoon in je eigen kunnen geloven en ik dacht dat ik iedereen kon verslaan.”