James Hurrell beleefde in Alexandra Palace zonder twijfel de grootste avond uit zijn dartscarrière. De Engelsman zorgde voor een van de opvallendste verrassingen van het
WK Darts 2026 door de als vierde geplaatste Stephen Bunting uit het toernooi te gooien. Niet alleen de uitschakeling zelf maakte indruk, ook de manier waarop Hurrell dat deed – met lef, controle en een gemiddelde van 98 tegen de 91 van Bunting – onderstreepte dat deze overwinning geen toevalstreffer was.
“Geweldig, echt absoluut geweldig,”
straalde Hurrell na afloop. “Dit is de grootste overwinning uit mijn carrière.” En daar was geen woord van overdreven. In pas zijn tweede WK-optreden plaatste hij zich voor de vierde ronde en staat hij ineens bij de laatste zestien van de wereld.
Geen verrassing voor zichzelf
Waar de dartswereld sprak van een stunt, keek Hurrell daar zelf heel anders tegenaan. “Ik wist precies waar mijn spel stond toen ik aan deze wedstrijd begon,” zei hij zelfverzekerd. “Als ik mijn dubbels iets beter op orde heb, weet ik dat ik niet zomaar ergens heen ga.”
Ook de vraag of hij vooraf had durven dromen van een plek in de vierde ronde, wuifde hij resoluut weg. “Honderd procent. Echt honderd procent. Thuis gaat alles goed, met de familie gaat het goed. Alles klopt gewoon.”
Die rust en stabiliteit buiten het podium lijken een belangrijke sleutel tot zijn huidige vorm. Hurrell oogt ontspannen, zelfverzekerd en volledig overtuigd van zijn eigen kunnen – iets wat ook tijdens de wedstrijd duidelijk zichtbaar was.
Dominanter dan de score doet vermoeden
Hoewel de eindstand spannend oogde, vond Hurrell zelf dat de uitslag Bunting zelfs nog enigszins flatteerde. “Eerlijk gezegd had ik met 4-0 moeten winnen,” zei hij zonder aarzeling. “Het was vooral hard werken door mijn dubbels. Dat blijf ik maar zeggen: als ik daar consistenter ben, maak ik het mezelf een stuk makkelijker.”
Bunting gooide alles in de strijd en produceerde meerdere spectaculaire finishes, waaronder check-outs van boven de honderd op cruciale momenten. Toch raakte Hurrell geen moment van slag. “Ik verwachtte dat hij die finishes zou raken. Dat is Stephen Bunting. Maar ik wist ook: ik ga nergens heen. Ik blijf hier.”
De grootste winst lijkt voor Hurrell niet alleen technisch, maar vooral mentaal. Op de vraag wat er de afgelopen zes à zeven weken veranderd is in zijn spel, moest hij even lachen. “Dat moet jij mij vertellen,” grapte hij richting de interviewer. “Jij kijkt al mijn wedstrijden.”
Toen hem werd voorgehouden dat hij rustiger en zelfverzekerder oogt, volgde een simpel antwoord: “Daar heb je je antwoord.” Die mentale omslag blijkt cruciaal. Waar spanning en twijfel vroeger nog wel eens de kop opstaken, bleef Hurrell nu opvallend koel, zelfs in de beslissende momenten.
“Ik was relaxed. Geen zenuwen,” vertelde hij. “Ik dacht alleen maar: kom op, James, laten we dit afronden.” En dat gevoel verraste hem zelf niet eens. “Ik ben zo zelfzeker in mijn spel op dit moment.”
James Hurrell neemt hij bij de laatste 16 op tegen Martin Schindler of Ryan Searle
Leren omgaan met druk
Die kalmte kwam ook tot uiting toen Bunting in de slotfase opnieuw toesloeg met grote finishes. In plaats van frustratie voelde Hurrell juist bevestiging. “Ik wist dat hij die shots ging raken. Het was bijna een raar gevoel, alsof ik het al zag aankomen. Dan denk je: die leg is voorbij, op naar de volgende. Gewoon weer een treble raken.”
Opvallend was ook hoe Hurrell reageerde op de emotionele ontlading bij zijn tegenstander. Bunting vierde sommige legs alsof hij de wedstrijd al binnen had. Hurrell merkte dat scherp op. “Ik voelde dat. En ik werkte daar juist op verder. Als ik hem zover krijg dat hij zo moet juichen voor één leg, dan doe ik iets goed.”
Sterker nog, Hurrell gaf toe dat hij op dat moment zelfs een vorm van kwetsbaarheid bij Bunting voelde. “Honderd procent. Dat gaf mij juist meer vertrouwen.”
'Ally Pally' versus Lakeside
Opvallend genoeg voelt Hurrell zich op het immense podium van Alexandra Palace meer op zijn gemak dan op kleinere, intiemere podia. “Lakeside? Verschrikkelijk,” zei hij met een grijns. “Ik haat dat podium.”
De reden is verrassend eenvoudig. “Daar kijkt iedereen alleen maar naar jou. Elke pijl, elke beweging. Hier? De helft van het publiek kijkt niet eens naar mij. Dat haalt de druk er volledig af.”
Die ontspannen benadering past perfect bij zijn spel. Hurrell speelt zichtbaar meer vrijuit, met minder spanning op zijn schouders dan veel meer ervaren tegenstanders.
Van PDC Tour Card naar wereldtop
Dat alles is des te indrukwekkender gezien zijn recente route naar de top. Hurrell veroverde pas in januari 2024 zijn PDC Tour Card. Sindsdien is zijn carrière in een stroomversnelling geraakt. “Het is geweldig. Echt het beste wat er is,” zei hij. “Er bestaat geen betere baan dan dit.”
Nu wacht in de volgende ronde een duel met Martin Schindler of Ryan Searle. Of dat hem bezighoudt? Nauwelijks. “Ik heb net de nummer vier van de wereld verslagen,” zei Hurrell schouderophalend. “Het maakt me niet zoveel uit wie er nu komt.”
Eén ding is duidelijk: James Hurrell is geen toevallige passant in dit toernooi. Met zijn vorm, zijn zelfvertrouwen en zijn frisse, onbevangen houding is hij uitgegroeid tot een gevaarlijke outsider. Zelf vat hij het het beste samen, op zijn eigen directe manier: "Kijk gewoon naar de wedstrijden. Ik ben hier. En ik ga nergens heen.”