Michael van Gerwen zette met zijn tweede wereldtitel op het WK Darts 2017 het hoogste toernooigemiddelde ooit neer op het wereldkampioenschap. De nummer één van de wereld gooide in al zijn partijen een moyenne van 103 punten per beurt of hoger.
Zijn eerste vier duels won Mighty Mike met gemiddeldes van achtereenvolgens 103.34, 105.24, 104.44 en 103.08. Toen volgde de legendarische halve finale tegen Raymond van Barneveld, waarin Van Gerwen met een gemiddelde van 114.05 het hoogste gemiddelde ooit produceerde op het WK Darts.
Doordat Van Barneveld in deze partij een moyenne van 109.34 neerzette, ging deze wedstrijd ook de boeken in als de partij met het hoogste gecombineerde gemiddelde. In de WK-finale van 2017 gooide Van Gerwen 107.79 gemiddeld, waardoor zijn toernooigemiddelde op 106.32 kwam te staan.
Dat was een verbetering van het record die de Nederlander in 2016 had neergezet, met een toernooigemiddelde van 104.68. Daarvoor had Phil Taylor het record zes jaar lang in handen met 104.63, een toernooigemiddelde over zijn WK in 2010. Van Gerwen gooide bij de WK's van 2018 en 2019 een toernooigemiddelde van respectievelijk 104.05 en 103.38.