PDC Order of Merit update: Jeffrey de Graaf maakt flinke sprong na historische titel; Humphries, Littler en van Gerwen blijven de top-3 vormen

Het Players Championship-tweeluik in Milton Keynes heeft weer voor enkele verschuivingen gezorgd op de PDC Order of Merit. In de top waren er weinig wijzigingen, maar in de lagere regionen wisten enkele spelers belangrijke stappen te zetten.

Één van de winnaars van deze week was Jeffrey de Graaf, die als eerste Zweedse darter ooit een PDC-rankingtitel wist te pakken. Na twee eerdere verloren finales bleek driemaal scheepsrecht voor de geboren Nederlander. De Graaf bleek op maandag de sterkste tijdens het 24ste Players Championship-toernooi van het seizoen.

De Graaf begon zijn toernooi met een zwaarbevochten 6-5 overwinning op Adam Paxton, maar wist vervolgens zijn niveau op te krikken. Hij stuntte met een 6-4 zege op Ryan Searle in de tweede ronde en rekende daarna in een leg-decider af met Jose de Sousa (6-5). Daarna moest Michael Smith met 6-2 het hoofd buigen voor Jeffrey de Graaf, voordat ook Alan Soutar (6-2) en Scott Williams (7-1) met ruime cijfers werden verslagen.

In de finale tegen Stephen Bunting kwam De Graaf op een 4-1 achterstand, maar na vier gewonnen legs op rij had hij het initiatief weer in handen. De Graaf toonde zich als zo vaker dodelijk effectief op de dubbels en gaf Bunting met 8-7 het nakijken. Met deze titel verdiende De Graaf liefst 15.000 pond aan prijzengeld. Hij stijgt van de 59ste plaats naar de 52ste plek op de wereldranglijst, en heeft zijn Tour Card voor 2026 veiliggesteld. Dat komt ook omdat De Graaf zich met deze titel in één klap verzekerde van deelname aan de Players Championship Finals en het WK Darts.

Waar Bunting op maandag nog in de finale van Players Championship 24 verloor, was het dinsdag wel raak voor 'The Bullet' bij Players Championship 25. De darter uit St. Helens veroverde zijn tweede vloertitel van het seizoen door in een spannende finale af te rekenen met Jonny Clayton.

Bunting overleefde in zijn eerste ronde een leg-decider tegen Michele Turetta (6-5), die vervolgens een ijzersterk toernooi afleverde. In zijn vier daaropvolgende partijen wierp hij telkens een gemiddelde van (ruim) boven de 105, met als hoogtepunt een moyenne van 111.66 in zijn tweede ronde tegen Mario Vandenbogaerde (6-2). Daarna werden ook Ritchie Edhouse (6-3), Cor Dekker (6-2) en Wessel Nijman (6-1). In de halve finales moest Bunting wel weer aan de bak, maar na een leg-decider werd William O'Connor alsnog met 7-6 geklopt. Vervolgens moest Clayton in de finale met 8-6 het hoofd buigen voor de nummer vier van de wereld.

Deze positie behield Bunting na het winnen van de titel, al breidde hij wel zijn voorsprong uit op James Wade en Clayton. Laatstgenoemde steeg twee plaatsen door zijn finaleplek, terwijl de afwezige Gerwyn Price juist twee plekken moest inleveren en nu de nummer acht van de wereld is. Gary Anderson steeg juist zonder te spelen. Hij nam de elfde plek op de ranglijst over van Josh Rock, die ook schitterende door afwezigheid bij het Pro Tour-tweeluik.

Jermaine Wattimena passeerde Andrew Gilding en staat nu 25ste op de wereldranglijst. Daarnaast waren er ook kleine progressies voor Scott Williams (36ste), Wessel Nijman (39ste) en Callan Rydz (41ste) die allemaal één plek stegen. Brendan Dolan (37ste), Gabriel Clemens (40ste) en Kevin Doets (42ste) verloren juist allemaal één plek op de wereldranglijst.

De top drie blijft ongewijzigd, met Luke Humphries aan kop, gevolgd door Luke Littler en Michael van Gerwen. Wel moet Van Gerwen rekening houden met de opmars van Bunting.

Iemand anders die goede zaken deed is Alan Soutar. De Schot versloeg onder meer James Wade, Dave Chisnall en Daryl Gurney, en kwam tweemaal tot de kwartfinale. Dit leverde hem bij elkaar 7000 pond aan prijzengeld op. Soutar is nu ook vrijwel zeker van deelname aan de Players Championship Finals en het WK Darts, wat hem ook nagenoeg de garantie geeft op het behouden van zijn PDC Tour Card voor komend seizoen. Soutar is nu de nummer 53 op de PDC Order of Merit en staat één plek achter De Graaf.

Door de successen van De Graaf en Soutar moesten Keane Barry (-1), Matt Campbell (-2), Connor Scutt (-1), Jose de Sousa (-2) en Jim Williams (-2) allemaal posities prijsgeven. Daarachter viel Ryan Meikle ook terug van de 60ste plek naar de 63ste posities,terwijl Stephen Burton (+1) en Mensur Suljovic (+2) juist opklommen en hun kansen om hun PDC Tour Card te behouden iets wisten te vergroten.

Karel Sedlacek deed ook uitstekende zaken met oog op zijn Tour Card. De Tsjech is dit jaar pas begonnen aan zijn tweejarige Tour Card-periode en staat na bijna driekwart jaar al op de 75ste plaats met 43.500 pond aan prijzengeld. Sedlacek heeft dus nog ruim een jaar de tijd om een plek in de top-64 te bemachtigen om ook in 2027 nog toegang te krijgen tot de lucratieve Pro Tour-toernooien.