Andrew Gilding heeft afgelopen donderdag tijdens het negentiende
Players Championship-toernooi van het seizoen het hoogste gemiddelde gegooid.
De voormalig UK Open-kampioen wierp in zijn eerste ronde tegen Andy Baetens een moyenne van 110.38 en was daarmee de enige speler tijdens het toernooi die de grens van 110-gemiddeld wist te doorbreken. Het was sowieso een goede dag voor Gilding, die tot de halve finales wist te komen en daarin verloor van de latere winnaar
James Wade.
Raymond van Barneveld kwam dichtbij het gemiddelde van Gilding. De vijfvoudig wereldkampioen won in zijn openingspartij met 6-1 van Robert Owen door een gemiddelde van 109.34 te gooien. Dat gemiddelde was goed voor het tweede hoogste gemiddelde van het toernooi.
Daarachter volgt Alan Soutar, die met een moyenne van 105.59 zegevierde tegen Dirk van Duijvenbode in de eerste ronde. Van Duijvenbode had in die partij zelf een gemiddelde van 101.87. Een aantal andere Nederlanders waren ook goed op dreef, want Wessel Nijman (104.70 en 101.91), Gian van Veen (102.32) en Jermaine Wattimena (102.27) hadden ook gemiddeldes van ruim boven de honderd.
Toernooiwinnaar Wade kwam in totaal tot drie 100+ gemiddeldes in zeven wedstrijden, met als hoogtepunt een gemiddelde van 103.94 in zijn vierde ronde tegen Kevin Doets (6-4). Eerder had Wade een gemiddelde van 100.63 gegooid in zijn openingswedstrijd tegen Brett Claydon (6-2), terwijl 'The Machine' in zijn finale tegen Scott Williams (8-3) tot een gemiddelde van 101.52 wist te komen.