In de sfeervolle setting van de
MODUS Super Series Live Lounge in Portsmouth schoof dartslegende
Kevin Painter, beter bekend als 'The Artist', aan voor een openhartig gesprek met collega-professional en voormalig Tour Card-houder Matthew Edgar. Het duo blikte uitgebreid terug op Painters imposante carrière, besprak recente tegenslagen en keek vooruit naar wat de toekomst mogelijk nog in petto heeft.
Painter haalde een anekdote op uit het verleden, waarin hij Edgar voor het eerst ontmoette. "Hij was een jaar of vijftien en stond wat pijltjes te gooien in de lokale club", lachte hij. "Toen was hij nog niet zo best." Edgar kon erom lachen en reageerde gevat: "Er is niets veranderd." Waarop Painter met een knipoog vervolgde: "Hij is duidelijk beter geworden, dat is allemaal aan mij te danken." Edgar stemde grijnzend in: "Natuurlijk was dat zo."
Strijd tegen darteritus: "Het komt uit het niets"
Het gesprek kreeg een serieuzere wending toen Painter sprak over de moeilijke periode die hij recent doormaakte. Al dertien maanden kampt hij met darteritus, een frustrerende aandoening waarbij het loslaten van de pijl ineens niet meer vanzelf gaat. "Het is slopend", bekende Painter. "Soms gaat het een paar legs goed, en ineens – zonder waarschuwing – grijpt het me bij m’n eerste dart, m’n laatste, m’n tweede... het is volkomen onvoorspelbaar."
Hij legde uit hoe darteritus het natuurlijke, automatische ritme van het gooien ondermijnt. "Als je goed in vorm bent, denk je nergens over na. Je gooit gewoon. Zoals je auto rijdt zonder erbij stil te staan. Maar zodra je bewust elke handeling overdenkt, zoals tijdens een rijexamen, ga je forceren en valt alles in duigen."
Opvallend is dat de darteritus zich niet altijd manifesteert waar je het zou verwachten. "Op grote demonstraties heb ik zelden problemen, zelfs niet voor een volle zaal. Maar in een lokale kroeg met twaalf man publiek? Dan schiet het er zomaar in."
Inspiratie uit lotgenoten
Ondanks de mentale strijd blijft Painter positief. Hij haalt kracht uit de verhalen van andere topspelers die vergelijkbare hindernissen overwonnen. "Nathan Aspinall is daar een goed voorbeeld van. Hij was open over zijn problemen en staat nu gewoon zevende van de wereld. Hij won de World Matchplay, schitterde in de Premier League – allemaal terwijl hij met diezelfde worsteling kampte."
Ook Mark Walsh passeerde de revue als voorbeeld van veerkracht. "Walshy had er ook last van, maar knokte zich terug." Painter is eerlijk over de impact: "Je begint te twijfelen. Waarom doe ik dit nog? Kom ik hier ooit doorheen? Maar dan zie je anderen die het gelukt is, en dat geeft hoop. Die mentale weerbaarheid – dáár draait het uiteindelijk om."
Met Nathan Aspinall als inspiratie.
Een rijke carrière vol pieken, dalen en doorzettingsvermogen
Met een mix van nuchterheid en trots omschreef Painter zijn carrière als 'niet zo slecht'. Toch bleef één ding hem bij: de constante confrontaties met Phil Taylor in de vroege rondes van grote toernooien. "Ik stond 16e op de wereldranglijst, toen 15e, en op het moment dat Phil naar plek twee zakte, schoof ik op naar acht – stond hij weer op één. Het leek alsof ik hem altijd vroeg tegenkwam."
Zijn liefde voor darts ontstond al op jonge leeftijd, toen hij nog voetbalde. "Voetbal was in het begin alles voor me. Maar toen hing ik een dartbord op in mijn slaapkamer en begon ik gewoon te gooien. Sommige vrienden waren beter dan ik, maar zij haakten af – ik bleef doorgaan."
Zijn overstap naar het profcircuit kwam pas op latere leeftijd, op zijn 26e. Tot die tijd werkte hij in de bouw, maar een manager geloofde in hem en steunde hem gedurende 17 jaar in zijn carrière. "Het is eigenlijk toevallig gegaan, maar ik greep mijn kans."
Painter zal voor altijd herinnerd worden aan de iconische WK-finale van 2004 tegen Phil Taylor. "Bij grote tv-toernooien draait het om die eerste ronde. Als je die overleeft, begin je te geloven. Ik had echt vertrouwen, ook al dacht iedereen dat ik met 7-1 of 7-2 om de oren zou krijgen."
Op een gegeven moment leidde hij met 4-1 en kreeg kansen om verder uit te lopen, maar het missen van cruciale dubbels werd hem fataal. "Phil bleef maar druk zetten – een hogefinish hier, een briljante leg daar. Dat is wat hij altijd deed."
De sudden-death leg, waarin de titel beslist werd, staat nog steeds in zijn geheugen gegrift. "Op dat moment dacht ik er niet veel over na. Ik ben trots op dat optreden. Het was een geweldige finale en een eer om erin te staan."
Een televisietitel in 2011: eindelijk de beloning
Het winnen van de Players Championship Finals in 2011 was voor Painter een absoluut hoogtepunt. "Ik begon het toernooi niet in topvorm. In de eerste ronde speelde ik redelijk, maar het werd elke partij beter." In de finale versloeg hij Mark Webster in een eenzijdige strijd. "Eerlijk gezegd was het een van de makkelijkste wedstrijden die ik ooit heb gespeeld."
Na jaren van net-niet was de overwinning een enorme opluchting. "Na die WK-finale in 2004 zei Stuart Pyke dat ik nooit meer een grote tv-wedstrijd zou winnen. Dus toen ik de trofee omhooghield, zei ik: 'Waar is Pykey? Kijk deze maar!'"
Ook zijn deelname aan de prestigieuze Premier League beschouwde Painter als een mijlpaal. "Het was absoluut geweldig. Voor duizenden fans spelen, door het hele land reizen – dat was een geweldige ervaring."
Toch erkende hij ook de keerzijde. "Het is lastig om daarna weer op een vloertoernooi te staan, in een lege zaal, voor 500 pond prijzengeld. Van een bomvolle arena naar dat... Het is een mentale switch. Ik wilde altijd op het podium staan. Op de vloer verveelde ik me vaak."
Vooruitkijken: nog niet klaar
Hoewel hij het komende seniorentoernooi aan zich voorbij laat gaan – "Ze hebben 12 spelers geselecteerd en ik ben nog niet op 100 procent" – sluit Painter zijn rentree bij de World Seniors in februari zeker niet uit.
Daarnaast is hij tegenwoordig actief als commentator en presentator, een rol die hij met zichtbaar plezier vervult. Maar het vuur om te blijven spelen is nog altijd niet gedoofd.
"Mensen vragen me: 'Waarom speel je nog?' Maar ik ben geen opgever. Ik blijf doorgaan tot het echt niet meer kan. En misschien komt dat moment wel nooit. Ik blijf vechten."