“Acht is echt elite. Tien zou misschien kunnen. Twaalf? Dan verlies je iets van dat exclusieve” - Luke Humphries heeft uitgesproken mening over Premier League Darts

PDC
woensdag, 31 december 2025 om 10:30
Luke Humphries (1)
Luke Humphries sprak na zijn 4-1 overwinning op Kevin Doets met een mengeling van tevredenheid en honger. De wereldkampioen van 2024 plaatste zich met een overtuigende zege voor de kwartfinales van het WK Darts 2026. Maar zoals zo vaak bij ‘Cool Hand Luke’ ging het gesprek niet alleen over wat goed ging, maar vooral over wat beter móét. Want één ding maakte hij glashelder: dit niveau is nog niet genoeg om een tweede wereldtitel te veroveren.
“Het was een sterke overwinning,” begon Humphries nuchter. “De start van de wedstrijd zette eigenlijk meteen de toon.” Vooral de eerste set voelde voor hem bijna perfect. Toch was er ook respect voor zijn tegenstander. “Kevin speelde geweldig, zeker als je kijkt naar zijn vorige partij tegen Nathan Aspinall. Als hij dat niveau had vastgehouden, had ik hem na afloop gewoon de hand moeten schudden en ‘fair play’ moeten zeggen.”

Controle zonder piek

Humphries voelde al vroeg in de wedstrijd dat hij de controle had. Niet omdat hij zijn absolute topniveau haalde, maar omdat hij stabiel bleef. “In zo’n lang format krijg je altijd momenten dat het even minder gaat,” legde hij uit. “Wat slordige scores, een paar mindere legs. Dat hoort erbij. Je kunt daar niet te kritisch op zijn.”
Toch waren er belangrijke momenten waarop hij wél toesloeg. Bij een 3-1 voorsprong in sets was er geen spoor van paniek, ondanks herinneringen aan eerdere wedstrijden waarin een riante marge alsnog onder druk kwam te staan. “Het zit niet in je achterhoofd als angst,” zei hij. “Maar het geeft je wel ervaring. Je denkt: nu moet ik doordrukken en het snel afmaken.”
Dat deed Humphries met beleid. Geen overrompeling, maar gecontroleerd uitspelen. “Die 180 op het juiste moment gaf me rust. Dan weet je: je krijgt kansen om dit af te maken.”

Gemiddeld boven de 100, maar nog niet tevreden

Cijfers liegen niet: Humphries gooit dit WK gemiddeld boven de 100. Toch was hij opvallend eerlijk over zijn vorm. “Het is een degelijk niveau, maar niet het niveau waarmee ik dit toernooi win.” Volgens hem ligt de lat hoger dan tijdens zijn eerdere wereldtitel. “Toen kon ik hier en daar door een paar wedstrijden ‘heen glijden’. Dat gaat nu niet meer. De loting, het niveau, alles is zwaarder.”
Met spelers als Gian van Veen in de kwartfinale en mogelijk Gary Anderson of Justin Hood later in het toernooi, weet Humphries dat elk duel topdarts vereist. “Je moet twee, drie wedstrijden achter elkaar op je allerbeste niveau spelen. Anders red je het niet.”

Gian van Veen: een lastige horde

De kwartfinale tegen Gian van Veen wordt allesbehalve eenvoudig. De Nederlander won dit jaar al vier keer van Humphries. Toch weigert de Engelsman daar zwaar aan te tillen. “Als ik deze win op het WK, dan doen die vier andere nederlagen er niet meer toe,” stelde hij resoluut. “Als je mij aanbiedt: je verliest drie keer, maar wint op het WK, dan teken ik meteen.”
Humphries erkent wel dat Van Veen een moeilijke tegenstander is. “Het waren allemaal hele close wedstrijden. Dit is een langer format, dat kan iets in mijn voordeel zijn, maar dat betekent niet dat ik hem zomaar versla.” De boodschap is duidelijk: onderschatting is uitgesloten.
Luke Humphries balt de vuist op het WK-podium
Luke Humphries neemt het in de kwartfinales op tegen Gian van Veen

Constanter, maar nog meer in de tank

Na afloop oogde Humphries zichtbaar energiek, bijna opgelucht. “Het voelde goed om eindelijk een wedstrijd te spelen die wat constanter was,” zei hij. “De laatste tijd was het vaak goed-goed-matig. Nu voelde het stabieler.” Het mooiste vond hij misschien wel dat hij wist dat er nog meer in zat. “Dat geeft vertrouwen. Als je goed speelt en tóch het gevoel hebt dat je nog kunt groeien.”
Volgens Humphries is dat iets wat hem typeert: opstaan wanneer het moet. “Vaak heb ik dat niveau gevonden op het moment dat ik het écht nodig had. Niet altijd, maar vaker wel dan niet.” Die overtuiging is cruciaal, zeker met de absolute top die nog wacht.

Nieuwjaarsavond in mineur? Integendeel

En Nieuwjaarsavond? Geen wilde feesten. “Gewoon rustig,” glimlachte hij. “Met de familie, het nieuwe jaar inluiden en op tijd naar bed.” De echte viering komt pas later, benadrukte hij. “Je viert pas écht als het toernooi voorbij is.”
De overgang naar het nieuwe jaar voelt voor Humphries als een frisse start. “Vorig jaar eindigde teleurstellend. Dit is een veel betere manier om het jaar af te sluiten.” Toch blijft hij voorzichtig. “Het is een goed jaar geweest, maar een geweldig jaar wordt het alleen als ik wereldkampioen word.”

Bewondering voor Anderson en Premier League-discussie

Humphries sprak met bewondering over Gary Anderson, die aan de andere kant van het schema indruk maakt. “Gary is een idool. De souplesse, het gemak. Je kijkt daar als speler nog steeds met ontzag naar.” Of Anderson thuishoort in de Premier League Darts? Humphries zou hem er graag bij zien. “Als fan én als speler zou ik hem nog één keer willen zien.”
Tegelijk erkent hij hoe zwaar dat traject is. “Het reizen, het schema… dat is niet voor iedereen.” De discussie over uitbreiding van de Premier League Darts laaide ook op. Humphries twijfelt. “Acht is echt elite. Tien zou misschien kunnen. Twaalf? Dan verlies je iets van dat exclusieve.”
Misschien wel het meest interessante deel van het gesprek ging over wat een topdarter echt onderscheidt. Voor Humphries is het antwoord glashelder: mentaliteit. “70, 80, misschien wel 90 procent is mentaal,” stelde hij. “Als je mentaal goed zit, volgen de darts meestal vanzelf.”
Hij sprak open over momenten in zijn carrière waarin hij zijn hoofd liet hangen. “Die ervaringen maken je sterker. De top spelers hebben die mindset niet zomaar; die komt door alles wat je meemaakt.” Positief blijven op cruciale momenten, dát is volgens Humphries het verschil tussen winnen en verliezen.
Luke Humphries staat opnieuw waar hij wil staan: in de kwartfinales op Nieuwjaarsdag, voor de vijfde keer in zijn WK-carrière. Een prestatie op zich, maar voor iemand met zijn ambities slechts een tussenstation. “De minimumdoelstelling is altijd de finale. Zeker als je het toernooi al eens gewonnen hebt.”
Claps 1bezoekers 1
loading

Net Binnen

Meest Gelezen

Laatste Reacties

Loading