Op dit moment voeren de Engelse darters de boventoon op de wereldranglijst van de PDC. Liefst de helft van de top 32 komt uit Engeland, met Luke Humphries en Luke Littler als de nummers één en twee.
Met het seizoen halverwege en meerdere majors in aantocht, bevinden spelers zich in een cruciale fase. Voor sommigen is dit hét moment om te klimmen richting nieuwe hoogten, voor anderen dreigt de ranglijst een glijbaan te worden als de resultaten tegenvallen. Zeven Engelse toppers in de top 32 staan nu voor precies die uitdaging.
Ross Smith
Ross 'Smudger' Smith beleefde zijn grote doorbraak in 2022 met een sensationele overwinning op het EK. Sindsdien balanceerde hij meestal tussen plek 10 en 20 op de wereldranglijst. Vorig jaar bereikte hij zelfs zijn hoogste notering ooit (9e), maar tegen het einde van 2024 zakte hij terug naar plaats 21.
De reden? Een reeks teleurstellende prestaties op tv. Een vroege uitschakeling op het WK en snelle exits bij de Masters, UK Open en recent de World Matchplay zorgden ervoor dat de top 10 voorlopig buiten bereik bleef.
Toch is Smith inmiddels opgeklommen naar nummer 14 van de wereld, dankzij zijn betrouwbaarheid op de European Tour en Pro Tour. Op de vloer pakte hij dit jaar een titel in Hildesheim – compleet met twee negendarters en een reeks van maar liefst 24 gewonnen legs op rij. Daarnaast haalde hij zeven keer de kwartfinales of beter, wat hem de zevende plaats op de Pro Tour Order of Merit opleverde.
In de European Tour-stand staat hij zelfs één plekje hoger: zesde, slechts een paar duizend pond achter Gary Anderson en Jonny Clayton. Opvallend genoeg heeft Smith nog nooit een Euro Tour-titel gepakt, ondanks drie finaleplaatsen in de afgelopen twee jaar. Dit seizoen verloor hij de Oostenrijkse finale van Martin Schindler.
Met een halve finale en twee kwartfinales op de Euro Tour heeft Smith bewezen dat hij, op zijn dag, dodelijk kan zijn. Maar om de stap terug naar de top 10 te maken, moet hij zijn tv-vorm hervinden. Alleen dan kan hij opnieuw het niveau halen waarmee hij in 2022 de dartwereld verraste.
Ryan Searle
Ryan Searle beleeft in 2025 een seizoen met pieken en dalen. De Engelsman staat nog altijd stevig in de top 20 van de wereldranglijst en kijkt liever naar de spelers boven hem dan naar de achtervolgers. Maar of dat realistisch is, hangt af van de vraag of hij zijn beste vorm kan terugvinden – de vorm waarmee hij in het verleden al zes titels veroverde.
Eén van die titels kwam dit jaar in Players Championship 4, waar Searle in de finale met een gemiddelde boven de 100 Cameron Menzies versloeg. Twee toernooien daarvoor haalde hij ook de halve finale. Sindsdien stokt de teller: slechts één kwartfinale in de maanden erna.
Op de Pro Tour Order of Merit staat hij momenteel 16e, nét boven Luke Littler. Daarmee lijkt kwalificatie voor zowel de Players Championship Finals als de World Grand Prix binnen handbereik. Voor de grote Europese toernooien blijft het echter nog spannend.
Searle is op dit moment via de achterdeur de top 32 binnengeslopen, met nog vijf Euro Tour-evenementen te gaan. Ideaal scenario voor hem: hoger geplaatste spelers vallen uit, zodat hij in de tweede ronde mag instromen en zonder een dart te gooien prijzengeld pakt. Dat zou hij goed kunnen gebruiken, want zijn Europese vorm is ondermaats.
Met slechts één kwartfinale blijft 2025 achter bij vorig jaar, toen Searle acht keer de finalesessie bereikte. Hoogtepunt – en dieptepunt – was toen de Swiss Darts Open, waar hij meerdere matchdarts miste voor zijn eerste Euro Tour-titel.
Het voordeel voor Searle: hij verdedigt de rest van het jaar slechts 24% van zijn prijzengeld. Dat geeft hem de kans om te stijgen ten koste van concurrenten die wél zware verdediging hebben. Toch zal hij ook al vooruit moeten kijken naar 2026, want dan staat er ruim £200.000 aan te verdedigen prijzengeld op het spel.
Nathan Aspinall
Het lijkt erop dat we in 2025 een herboren
Nathan Aspinall zien. Het jaar begon sterk met een kwartfinaleplaats op het WK, waar hij zijn meerdere moest erkennen in Luke Littler. In de Premier League kende The Asp een solide campagne en ook op de World Series liet hij zich zien met een finaleplaats in de Verenigde Staten, waar hij nipt met 8-6 verloor van Luke Humphries.
Jarenlang leek de Euro Tour geen gelukkig jachtterrein voor Aspinall, maar dit seizoen doorbrak hij eindelijk de vloek. In zijn eerste titelrun versloeg hij
Ryan Joyce in de finale, en in Leverkusen verdubbelde hij zijn score door de Australische nummer één Damon Heta te kloppen.
Gezien zijn prestaties zou je verwachten dat Aspinall inmiddels weer stevig in de top van de wereldranglijst staat. Dat was ook even zo, tot zijn slechte vorm in een cruciale periode toesloeg. Hij slaagde er niet in het prijzengeld van zijn World Matchplay-triomf van twee jaar geleden te verdedigen en zakte daardoor weg naar de 23e plaats.
Het maakt zijn weg terug naar de top geen eenvoudige opgave. De voormalig UK Open-kampioen staat momenteel slechts 73e op de Pro Tour Order of Merit, mede doordat hij slechts acht Players Championships speelde – al bereikte hij in zijn laatste deelname wél de finale.
Toch is er genoeg reden voor optimisme. Aspinall geldt als één van de topfavorieten voor de World Grand Prix en voert de European Tour Order of Merit aan. Ondanks zijn recente terugval op de wereldranglijst mag The Asp nooit worden uitgesloten.
Ryan Joyce
De grootste nachtmerrie van een darter? Tegen Ryan Joyce spelen terwijl hij 32 over heeft. In de meeste gevallen is het dan snel beslist: Relentless maakt de klus af. Zijn scorend vermogen is het afgelopen jaar met sprongen vooruitgegaan, en dankzij een halve finaleplaats op de World Grand Prix – waarmee hij zijn reputatie als dubbelkoning nog eens onderstreepte – is hij voor het eerst in zijn carrière doorgedrongen tot de top 32 van de wereldranglijst.
Joyce bouwde zijn goede vorm door in het nieuwe seizoen. Hij haalde een finale op de European Tour en bereikte in de daaropvolgende twee evenementen opnieuw de finalesessies. Maar na zijn halve finale op de Austrian Open stokte de machine. Drie Euro Tours eindigden in vroege uitschakelingen en een teleurstellende nederlaag in de eerste ronde tegen Stephen Bunting, in een duel dat niet overhield qua gemiddelde, deed zijn momentum geen goed.
Toch lijkt Joyce goed op weg om zich te kwalificeren voor vrijwel alle grote toernooien aan het einde van het jaar – met uitzondering van de Grand Slam. Dat betekent dat er nog flink wat prijzengeld op zijn rekening kan komen zonder dat hij al een pijl hoeft te gooien.
Met bijna £50.000 aan prijzengeld dat hij dit jaar nog moet verdedigen, en volgend jaar zelfs meer dan de helft van zijn totaal, wacht hem echter een cruciale periode. Wil Joyce zijn plek in de top 32 behouden, dan zal hij de komende maanden opnieuw zijn klinische precisie én scorend vermogen moeten laten zien.
Andrew Gilding
2025 verloopt tot nu toe degelijk voor
Andrew Gilding, de huidige nummer 25 van de PDC-wereldranglijst. Goldfinger wist vooraf dat een terugval op de ranglijst onvermijdelijk zou zijn, nadat een groot deel van zijn prijzengeld afkomstig was van zijn sensationele UK Open-zege twee jaar geleden. Dit jaar bleef zijn campagne in Minehead steken in de vierde ronde.
Zijn mooiste moment van het seizoen kwam tijdens de World Matchplay in Blackpool, waar hij de kwartfinale bereikte. Gilding versloeg achtereenvolgens Damon Heta en Dirk van Duijvenbode, voordat hij in een thriller met 16-14 zijn meerdere moest erkennen in Luke Littler. Opvallend: hij noteerde drie 100+ finishes en een gemiddelde van boven de 98.
In Sindelfingen haalde Gilding zijn eerste Euro Tour-finale van het jaar, maar daar liep hij tegen een ontketende Gary Anderson aan en kreeg hij een whitewash te verwerken. Bij zijn overige Europese optredens kwam hij niet verder dan de derde ronde.
Op de vloer presteerde hij stabiel met vijf kwartfinaleplaatsen, waarvan vier keer zelfs de halve finale. Die consistentie houdt hem in de race voor plaatsing bij de grote televisietoernooien.
Met een kwartfinale van de World Grand Prix om te verdedigen en zijn directe concurrenten die in vorm zijn, kan Gilding zijn positie in de top 32 verliezen als hij niet opnieuw diep weet te gaan in de resterende majors. Het slot van 2025 wordt daarom cruciaal voor de 53-jarige Engelsman.
Ritchie Edhouse
2024 was een droomjaar voor
Ritchie Edhouse. Madhouse pakte niet alleen zijn eerste grote titel door in de finale van het Europees Kampioenschap Jermaine Wattimena te verslaan, maar drong ook door tot de top 32 van de wereld. Inmiddels staat hij daar nog steeds, op plek 28.
Met weinig prijzengeld om dit jaar te verdedigen, lijkt Edhouse zijn positie voorlopig te behouden. Maar richting 2026 kan het een ander verhaal worden: bijna 80% van zijn prijzengeld staat dan op het spel, waardoor de druk fors zal toenemen.
Dit jaar wil het nog niet vlotten. Op de European Tour bereikte Edhouse geen enkele finaledag en op de Pro Tour kwam hij niet verder dan één kwartfinale. Dat heeft hem buiten de top 64 gezet in de race naar Minehead, al heeft hij nog dertien evenementen om terrein goed te maken.
Voor de World Grand Prix staat hij zo'n £15.000 achter op de cut-off, die op 28 september valt. Positief is dat hij voorlopig een plek heeft voor het Europees Kampioenschap, maar om die te behouden zal hij zijn podiumvorm moeten aanscherpen.
De komende maanden worden cruciaal. Als Edhouse niet snel meer overwinningen boekt, dreigt een glijvlucht op de ranglijst – met als mogelijk voorproefje de strijd die hem in 2026 te wachten staat.
Luke Woodhouse
Luke Woodhouse verloor in de halve finale van het Europees Kampioenschap van Ritchie Edhouse en heeft sindsdien een vergelijkbaar seizoen doorgemaakt. Dit jaar brak hij voor het eerst door tot de top 32 en staat hij momenteel net binnen op de 31e plaats van de wereldranglijst. Zijn positie kreeg een flinke boost dankzij een halve finaleplaats op de European Darts Grand Prix, waarin hij met 7-3 verloor van Andrew Gilding.
Op de Pro Tour behaalde Woodhouse drie kwartfinales, met één halve finale als hoogtepunt tijdens het toernooi in Hildesheim. Toch slaagde hij er nog niet in om verder door te stoten in de ranglijst. Hoewel hij een buffer van zo’n £25.000 heeft ten opzichte van zijn naaste concurrent Cameron Menzies, zal hij de tweede helft van het jaar moeten benutten om zijn plek in de top 32 veilig te stellen.
Met £65.000 aan prijzengeld dat hij moet verdedigen — onder meer van zijn Players Championship kwartfinale van twee jaar geleden — bevindt Woodhouse zich in een comfortabele positie om zich te kwalificeren voor de grote eindtoernooien, zoals de Players Championship Finals, het Europees Kampioenschap en de World Grand Prix. Of hij erin slaagt zijn vorm te verbeteren en zijn status in de top 32 te verstevigen, blijft echter nog een grote vraag.