Nathan Aspinall heeft zich zonder grote problemen geplaatst voor de derde ronde van het
WK Darts 2026. De Engelsman won in Alexandra Palace met 3-0 in sets van Leonard Gates en keert daarmee opnieuw na Kerstmis terug op het grootste podium van de sport.
“Het ging zoals ik het gepland had,” zei Aspinall na afloop
tegen onder meer Dartsnieuws.com. “Voor mij was het belangrijkste om die eerste set te winnen.” De Engelsman wist vooraf wat hem te wachten stond. Gates, een publiekslieveling met een uitgesproken Amerikaanse uitstraling, kon rekenen op de steun van het publiek. “Je kent het publiek in Ally Pally. Ze zijn fantastisch, maar ze houden van een underdog. Het laatste wat ik wilde, was 3.000 mensen die ‘USA’ staan te scanderen.”
Aspinall maakte er geen geheim van dat hij verwachtte dat Gates beter zou spelen. Toch voelde hij al vroeg dat de wedstrijd zijn kant op viel. “Na de tweede set had ik in mijn hoofd eigenlijk al gewonnen,” gaf hij toe. “Dat is altijd gevaarlijk, maar de klus was gedaan.” De cijfers onderstreepten dat beeld. Gates kwam scorend te kort om echt druk te zetten en kreeg nauwelijks kansen om de wedstrijd open te breken.
Opvallend was een moment waarin Aspinall afweek van zijn gebruikelijke spel. “Ik zet normaal nooit op als iemand op een finish staat,” zei hij. “Ik weet niet meer precies wat het was, maar ik ging niet voor de bull terwijl hij op 152 stond. Dat doe ik normaal nooit, maar zo voelde het alsof mijn tegenstander op dat moment speelde.” Het typeerde de inschatting die Aspinall gedurende de wedstrijd maakte. “Het was een vrij eenvoudige overwinning. Elke keer als hij een goede score gooide, gooide ik ook een goede score.”
Met een gemiddelde van rond de 92 speelde Aspinall degelijk, maar niet op zijn maximale niveau. Dat erkende hij zelf ook. “Ik wilde wel beter spelen,” zei hij. “In mijn eerste wedstrijd was ik een zak zenuwen, maar ik speelde goed en liet mooie dingen zien. Vanavond voelde ik me goed in de warming-up, ik had nog met Luke gesproken, maar soms zijn we geen robots.”
Volgens Aspinall is het lastig om tot groot spel te komen wanneer de tegenstander dat niet afdwingt. “Het is moeilijk om geweldig te spelen als je tegenstander niet goed speelt,” legde hij uit. “Soms probeer je te hard het publiek te vermaken en dan breekt het juist af.” Zijn focus bleef daarom op het resultaat liggen. “Ik zei in de pauze gewoon: win deze set.”
De voorbereiding op de wedstrijd kende ook een luchtig moment, toen Aspinall vertelde over Gates die in de practise room opdook met een Chewbacca-masker. “Ik was echt bang,” lachte hij. “Iemand tikte me op de schouder en ineens stond Chewbacca tegen me te schreeuwen.” Het bleef bij een anekdote. “Hij is een aardige gast, een karakter. Gelukkig was hij geen lastige tegenstander vanavond.”
Vertrouwen hoger dan ooit
Dat Aspinall ook zonder zijn beste spel wint, ziet hij vooral als een bevestiging van zijn huidige vorm. “Mijn vertrouwen is hoger dan ooit,” zei hij. “Met een enorme afstand. Er is echt geen vergelijking met eerdere jaren.” Voor het eerst in lange tijd voelt hij zich fysiek én mentaal vrij. “Ik heb geen blessures, geen dartitis. Ik hou ervan om te klagen, maar ik kan nergens over klagen.”
Die rust vertaalt zich ook buiten het podium. Aspinall hoeft dit jaar niet op de laatste dag van het jaar te spelen en krijgt daardoor extra tijd thuis. “Dat is geweldig,” zei hij. “Maar vooral: ik voel me nu gewoon zelfverzekerd.” Tegelijkertijd was hij opvallend eerlijk over zijn focus. “Ik wil niet respectloos klinken, maar ik heb nog niet eens alles hoeven geven. Ik heb mentale energie bespaard in deze eerste twee wedstrijden, en die ga ik na Kerstmis nodig hebben.”
De vroege uitschakeling van grote namen als James Wade en Gerwyn Price zorgde in het toernooi voor opschudding, maar liet Aspinall grotendeels koud. “Ik kijk naar mijn eigen deel van het schema,” zei hij. “Dat beïnvloedt mij niet.” Wel haalde hij er een duidelijke les uit. “Waan je nooit zeker.”
Die les had hij eerder dit toernooi al geleerd. “Ik ging mijn wedstrijd tegen Lourence Ilagan te makkelijk in,” gaf hij toe. “Hij speelde fantastisch. Als hij die set pakt voor 2-0, weet je nooit wat er gebeurt.” Volgens Aspinall geldt dat voor iedereen die nog over is. “Neem je tegenstander niet licht. Ik nam Leonard vanavond zeker niet licht, maar je ziet snel waar iemands spel staat. En dat was niet goed genoeg om mij te verslaan.”
Aspinall staat bekend als een speler die het publiek graag vermaakt, maar hij erkent dat die benadering verandert naarmate het toernooi vordert. “In de eerste twee wedstrijden hoor ik te winnen,” zei hij. “Als ik dat niet doe, is het een enorme verrassing en zeggen mensen dat ik slecht ben. Dan wil je een show neerzetten.”
Na Kerstmis verschuift die mindset. “Bij de laatste 32 boeit het niet meer hoe het eruitziet,” zei Aspinall. “Dan wil je winnen. Iedereen die daar nog zit is een fantastische darter en dan moet je je A-game spelen.” Tegen Gates hoefde dat niet. “Vanavond gebeurde dat niet, maar ik won wel.”
Kevin Doets als volgende test
In de volgende ronde wacht Kevin Doets, een speler tegen wie Aspinall een moeizaam verleden heeft. “Ik heb een waardeloos record tegen Kevin,” zei hij. “Volgens mij heb ik hem maar één keer verslagen.” Toch klinkt er vertrouwen. “Dit is het WK-podium. Ik heb veel meer podiumervaring. Ik heb steady gespeeld om na Kerstmis te halen en ik gooi waarschijnlijk een hoger gemiddelde dan hij, zonder dat ik echt heb moeten forceren.”
Dat vertrouwen is geen onderschatting, benadrukte Aspinall. “Kevin is een fantastische en onderschatte darter,” zei hij. “Het publiek was tegen hem en hij ging daar heel goed mee om.” De conclusie bleef echter helder. “Ik ben ervan overtuigd dat ik erdoor kom, maar ik moet wel mijn wedstrijd winnen.”
Tot slot sprak Aspinall lovend over de Nederlandse lichting. Hij kreeg de vraag wie nu de beste Nederlandse darter is. “Van Veen en Danny Noppert zijn fantastisch,” zei hij. “Michael was al jaren de beste, maar die twee zijn speciaal.” Over Gian van Veen was hij uitgesproken. “Hij is honderd procent een toekomstige wereldkampioen. Hij heeft alles: talent, mentaliteit, uitstraling.”
Voor Aspinall zelf ligt de focus elders. Rustig doorbouwen, energie sparen en toeslaan wanneer het nodig is. In een toernooi waarin spektakel vaak wordt beloond, kiest hij voorlopig voor controle. “Het hoeft niet mooi,” zei hij eerder al. “Als je maar wint.”