Interview – Niko Springer: “Mijn beste darts komen nog” – zijn visie en missie voor het aankomende WK Darts

Nog geen jaar na zijn debuut op het wereldkampioenschap in Alexandra Palace keert Niko Springer terug naar Londen, ditmaal als een van de grootste Duitse kanshebbers. De 25-jarige darter uit Mainz blikt in gesprek met Dartsnews.de en andere media vooruit op zijn tweede WK, waarin hij niet alleen ambities, maar ook zelfvertrouwen en realisme uitstraalt.

De Duitser kijkt met optimisme naar zijn tweede optreden op het grootste podium van de dartswereld. “Ik ga met een positief gevoel mijn tweede WK in,” vertelt Springer tijdens een persconferentie. “Vorig jaar was het al ongelooflijk om daar te staan, de sfeer was adembenemend. Dit keer weet ik beter wat me te wachten staat. Bij mijn debuut was alles nieuw, nu kan ik me beter voorbereiden.”

Dat hij als veel ervarener speler afreist naar Engeland, is niet toevallig. Na zijn debuut begin 2025 groeide Springer in zijn eerste seizoen als Tour Card-houder uit tot een vaste waarde op de PDC Pro Tour. Hij bereikte de top 64 van de Players Championship Order of Merit, kwalificeerde zich voor de World Grand Prix en de Grand Slam of Darts, en vierde in september zijn grootste triomf tot nu toe: winst op de European Tour in Boedapest.

“Als iemand me vóór het seizoen had gezegd dat ik na het WK virtueel in de top-50 zou staan, had ik dat meteen getekend,” zegt Springer nuchter. “Het was mijn eerste jaar op dit niveau, en dat ik nu al zulke stappen heb gezet, geeft vertrouwen.”

Met name op de European Tour liet Springer zich zien als een constante factor. Hij kwalificeerde zich vaker via de Tour Card Qualifiers dan wie dan ook. “Dat ik niet alleen een finale heb gespeeld, maar ook nog een European Tour-titel heb gepakt, had ik nooit verwacht,” legt Springer uit. “Die overwinning heeft veel deuren geopend – deelname aan majors, een zekere status op de Tour, en natuurlijk mijn vroege WK-kwalificatie.”

Toch blijft de Mainzer kritisch op zijn eigen prestaties. “Iedereen die me kent weet dat ik zelfkritisch ben. Ik probeer altijd aan mijn zwakke punten te werken,” zegt hij. “In de eerste seizoenshelft had ik dat ‘power scoring’, maar dat is op een gegeven moment wat weggeëbd. Daarentegen zijn mijn dubbels juist beter geworden, terwijl dat aan het begin nog mijn probleem was. Ik kan niet precies verklaren hoe dat komt, maar ik blijf rustig. Als alles weer samenvalt – scoren én dubbels – dan zal men mij zien spelen zoals nog nooit tevoren.”

Springer wil zijn groei nu vertalen naar succes op het wereldkampioenschap. “Ik bekijk het wedstrijd per wedstrijd. Gewoon goed spelen, en hopelijk nu ook winnen,” zegt hij over zijn doelstelling. “Bij de grote toernooien heb ik me altijd goed kunnen laten zien, maar behalve bij de Grand Slam vloog ik er telkens in de eerste ronde uit. Het wordt dus tijd om die eerste horde te nemen.”

Zijn ervaringen van vorig jaar moeten daarbij helpen. “Ik weet nu hoe het eraan toegaat, wat ik moet vermijden, en hoe ik mijn voorbereiding beter kan plannen,” legt hij uit. “Vorig jaar had ik door het verkeer in Londen een lastige aankomst, dat wil ik nu voorkomen. Ik wil meer tijd hebben voor rust, voorbereiding en de media. En wat het publiek betreft: de sfeer in Ally Pally is onbeschrijfelijk. Het is zó luid – je hoort dat altijd, maar pas als je er zelf staat, besef je hoe intens het is. Ik weet wat ik kan verwachten, en ik kijk er enorm naar uit.”

Voor het zover is, wacht eerst nog een debuut bij de Players Championship Finals. Daarna verschuift de aandacht volledig naar het WK. “Ik heb dit jaar besloten iets eerder de knoop door te hakken en me volledig op de voorbereiding te richten, maar tegelijk ook wat te ontspannen,” vertelt Springer.

Die ontspanning zoekt hij bij zijn grote passie buiten het darts: voetbal. “Ik ben met mijn favoriete club Mainz 05 mee naar een uitwedstrijd in de Conference League in Roemenië. En ik ga ook nog naar een concert met mijn vriendin – gewoon even weg van het bord. Daarna richt ik me volledig op het WK en het trainen in mijn eigen oefenruimte.”

Springer combineert klassiek training met moderne analyse. “Tijdens het oefenen laat ik vaak twee tot drie uur lang een camera meelopen om mijn worp te analyseren,” zegt hij. Ook aan de mentale kant wordt gewerkt. “Ik heb vroeger met een mental coach samengewerkt en gebruik nog steeds ademhalingstechnieken tijdens wedstrijden. Wie goed kijkt, ziet dat één van mijn drie darts iets anders is dan de andere twee – dat is bewust.”

Sinds augustus leeft Springer als voltijds prof. Zijn baan als ambtenaar bij justitie heeft hij tijdelijk neergelegd om zich volledig op darts te concentreren. “Ik probeer de druk goed uit te schakelen,” vertelt hij. “Ik heb een geweldig management dat voor stabiliteit zorgt, ook financieel. Daardoor hoef ik me niet druk te maken als het even minder gaat.”

Zijn aanpak als prof is professioneler geworden. “Ik doe nu veel meer, want het is mijn werk. Ik behandel elk toernooi alsof het een werkdag is. Als ik goed werk lever, komt de rest vanzelf.”

Op 24 november wordt geloot wie Springer in de eerste ronde treft. “Ik ben benieuwd naar de loting, het is de eerste keer dat ik als geplaatste speler aan het WK begin,” vertelt hij. “Maar ik blijf bij mijn filosofie: wedstrijd per wedstrijd. Je kunt alleen datgene controleren wat voor je ligt.”

Door de uitbreiding van het deelnemersveld naar 128 spelers wordt het toernooi langer, met meer speeldagen in de beginfase. Mocht Springer zijn openingspartij winnen, dan plant hij een korte terugkeer naar huis. “Waarschijnlijk vlieg ik even terug naar Duitsland om wat energie te tanken en tijd met vrienden en familie door te brengen. Daarna ga ik weer fris terug naar Londen.”

Zijn ouders en broer zullen dit jaar niet live in Alexandra Palace aanwezig zijn. “We organiseren bij ons in het dorp een groot public viewing, waar ze samen met vrienden en dorpsgenoten gaan kijken,” zegt hij trots. “Dat wordt iets speciaals.”

Bij de Grand Slam of Darts maakte Springer dit seizoen al indruk. Hij haalde de achtste finales, waar hij tegenover landgenoot Lukas Wenig stond. Samen zorgden ze voor iets unieks: twee Duitsers in de laatste acht van een major. “Dat was geweldig om mee te maken,” blikt Springer terug. “Ik deelde daar een accommodatie met Lukas en zijn vriendin Saskia. We hebben veel samen gekookt en echt op onze voeding gelet. Als hobbykok vond ik dat heerlijk – gerechten met kip, pompoen of tonijn, dat zijn mijn favorieten.”

De recente successen van Duitse spelers zoals Martin Schindler, Gabriel Clemens, Ricardo Pietreczko en Springer zelf tonen volgens hem aan dat het Duitse darts in de lift zit. “De trend is duidelijk positief. We hebben nog nooit zoveel Duitsers op de Tour gehad. Dat betekent dat we elkaar sterker maken. Iedereen zal zich goed voorbereiden op het WK en niemand reist naar Londen zonder ambities.”

Toch weet Springer dat verwachtingen ook keerzijdes hebben. Hij wordt inmiddels gezien als een van de grootste talenten van het Duitse darts, maar probeert die status te relativeren. “Ik probeer dat allemaal uit te schakelen. Natuurlijk is het mooi om te horen dat mensen hoge verwachtingen van je hebben, maar ik weet hoe snel dat kan omslaan. Als het even niet loopt, kan de stemming zo veranderen. Daarom richt ik me alleen op mijn spel.”

Bekendheid brengt ook komische momenten met zich mee. “Ik word in het dagelijks leven steeds vaker herkend,” lacht Springer. “Dat voelt nog steeds een beetje vreemd, maar ook leuk.” Een recente anekdote illustreert dat. “Na de Grand Slam sprak een oudere man me in de supermarkt aan en zei: ‘U lijkt op die dartsspeler.’ Toen ik zei dat ik die dartsspeler bén, hebben we nog een half uur staan praten. Het was een grappige situatie, maar ik moet er nog aan wennen.”

Wat vaststaat: Niko Springer reist met vertrouwen en een plan naar Londen. De Duitse publiekslieveling heeft zich in één seizoen ontwikkeld van debutant tot gevestigde naam. “Ik heb veel geleerd, ik voel me sterker, en ik weet dat ik kan meedoen op dit niveau,” besluit hij. “Als ik mijn eigen spel speel en mijn kansen benut, dan kunnen mensen een versie van mij zien die ze nog nooit hebben gezien.”