''De jonge spelers zijn oersaai, echt oersaai'' - Gary Anderson mist gezelligheid op tour

PDC
maandag, 21 juli 2025 om 10:34
Gary Anderson
Gary Anderson maakte zaterdagavond een winnende rentree op het podium van de Winter Gardens tijdens de eerste ronde van de World Matchplay, maar het was vooral zijn nostalgische en vlijmscherpe nabeschouwing die voor de meeste gespreksstof zorgde.
De tweevoudig wereldkampioen rekende met 10-7 af met zijn tegenstander Luke Woodhouse, maar deelde na afloop van het duel een sneer uit naar de jongere generatie darters die volgens hem “geen gevoel voor humor” meer heeft. Anderson sprak met weemoed over de tijden van Phil Taylor, Kevin Painter, Ian White en Adrian Lewis, waarin lol maken en kameraadschap nog vanzelfsprekend waren.
''De jonge spelers zijn oersaai, echt oersaai'', stelde Anderson onomwonden vast in zijn persconferentie met onder andere dartsnieuws.com. “Je probeert tegen ze te praten, maar ze zijn te druk met hun telefoon. Ze zitten daar maar met die verdomde oordopjes in. Ze praten niet. Het is een totaal ander leven geworden'', zo gaf Anderson een bijzonder inkijkje over de verhoudingen achter de schermen.
Volgens de Schot is de sfeer achter de schermen volledig veranderd. Waar hij vroeger met collega’s kon lachen en ouwehoeren, is het nu stil en afstandelijk. “Ik zat laatst met Ian White te praten, over vroeger. Adrian Lewis, Taylor, Kevin Painter, we zaten met z’n allen backstage en lachten ons kapot. Tegenwoordig zou ik liever in m’n eentje gaan zitten. Niemand praat met elkaar. Er is geen lol meer, geen banter. Je moet kunnen lachen, wat je ook doet in het leven. Op de bouw, op kantoor, overal. Maar tegenwoordig is daar weinig meer van over.”
Hoewel Anderson toegeeft dat de jonge garde professioneler is, mist hij de menselijkheid. “Ze zijn hier om hun werk te doen. Ze weten dat ze veel geld kunnen verdienen, hun eerste huis kunnen kopen, daarna hun tweede. Maar ze moeten zich ook beseffen dat dit een baan is, meer niet.''

Darts even geen prioriteit

Op het podium liet Anderson veerkracht zien. Toch gaf hij toe dat het stroef begon. Tijdens de wedstrijd wisselde hij zelfs van darts, zoekend naar het juiste gevoel. “Ik probeerde de lange darts, maar die gingen alle kanten op. Dus ik ging terug naar de korte darts, zelfde verhaal. Uiteindelijk terug naar m’n eerste set. Vanaf 5-5 ging het wel goed.”
Dat hij twee sets mee op het podium nam, was geen luxe. “Het is de enige set lange punten die ik heb. Als ze breken, heb ik een reserve nodig. We werken eraan, maar voorlopig is dit het.”
Met een gemiddelde van bijna 98 leek Anderson solide, maar zelf erkent hij dat het leven buiten darts hem beperkt. “Ik probeer het, mensen zeggen: ‘Kom op, doe normaal.’ Maar ik heb het zwaar. Het is gewoon keihard werken. Er speelt van alles in mijn leven en darts staat niet bovenaan. Dus als ik zeg dat ik niet oefen, en anderen wel, kom dan maar eens bij mij thuis wonen. Als je me goed betaalt, laat ik je zien hoeveel ik gooi. Voor wat ik wél speel, doe ik het naar mijn gevoel prima. Ik vecht. Het is zwaar, maar we komen er wel.”
Tijdens de wedstrijd voelde hij de frustratie opkomen toen zijn pijlen niet deden wat ze moesten. “Wat ik tegen mezelf zei in de pauze? Dat kan ik beter niet herhalen. Dave (Allen, de PDC-perschef, red.) zit hier, dus zeker niet! Op het oefenbord ging het geweldig, maar op het podium gingen de darts telkens naar rechts. Dat werkte op m’n zenuwen. Dus terug naar de korte punten, maar die deden hetzelfde. Dus weer terug.”
Anderson test momenteel met punten van 52 millimeter. “Iemand liet ze me zien. Ik heb ze geprobeerd in Leicester, gewoon tijdens een toernooi. Dat is de beste plek om te testen. Ze gaven me een set darts, en ik dacht: waarom niet? Ik zei laatst nog: ik gooi tegenwoordig vaker boven de 115 gemiddeld dan de afgelopen acht jaar. Als ze goed gaan, gaan ze echt goed. Maar als ze fout gaan, dan gaan ze goed fout.”

World Matchplay hoog op het lijstje

Op de vraag wat het zou betekenen om de World Matchplay nog eens te winnen, bleef Anderson nuchter. ''De World Matchplay is één van de mooiste toernooien. Het is de op één na grootste. Je hebt het WK, dan Matchplay... Premier League is weer een ander soort toernooi. Maar qua ranking is dit de volgende.”
Ondertussen geniet hij met zijn gezin van Blackpool. “We zijn naar de dierentuin geweest. De kinderen vonden het geweldig. We zitten in Ribby Hall, fantastisch daar. Als je een gezin hebt, ga naar Blackpool en verblijf daar. En nee, ik word er niet voor betaald!”
Daarnaast blijft ook de Winter Gardens voor hem een speciale plek. “Er zijn zalen en er zijn échte zalen. De Grand Slam in Civic Hall was het mooiste toernooi ooit. Maar daar spelen we niet meer. Ally Pally moet natuurlijk het WK blijven. De Matchplay in Blackpool, Grand Prix in CityWest, dat waren vaste prik. Maar deze plek, Blackpool, blijft iets bijzonders.”
Tot slot nam hij nog de tijd voor fans langs het podium, vooral jonge fans. “Het zijn die verdomde kinderen, hè? Niet de volwassenen. Ze houden van darts. Die kleintjes komen nu ook kijken en dat is goed voor de sport. Als je geen vijf minuten hebt om een kind te begroeten of een handtekening te geven, dan hoor je dit werk niet te doen. Misschien zijn ze er maar één keer. Geef ze dan in elk geval iets mee. Daar ga je niet dood van.”

Geen seniorencircuit

Ook over zijn toekomst is Anderson duidelijk. Hij is niet van plan de Senioren Tour te betreden. Bekende landgenoten als John Henderson, Robert Thornton en Ross Montgomery zijn de laatste jaren op het seniorencircuit te bewonderen, evenals oude tegenstanders als Steve Beaton en Mervyn King. Anderson is echter geenzins van plan om in hun voetsporen te treden. “Als ik klaar ben, ben ik klaar. Je zult me niet op de Senioren Tour zien. Nee, nee, nee. Dan ga ik wel hockey of golf spelen.”
Claps 1bezoekers 1
loading

Net Binnen

Meest Gelezen

Loading