Al twintig jaar staat het hoogst gegooide gemiddelde op de
World Grand Prix op naam van Alan Warriner.
The Iceman wierp tijdens de editie van 2001 een gemiddelde van 106.45 in zijn eersterondepartij tegen Andy Jenkins.
De afgelopen jaren kwam niemand meer in de buurt van dat moyenne. Gary Anderson kwam in 2013 nog het meest dichtbij. De Schot won destijds dankzij een gemiddelde van 104.86 met 2-0 in sets van Jelle Klaasen op de World Grand Prix.
In datzelfde jaar wierp Michael van Gerwen een moyenne van 104.47 op het dubbel-in dubbel-uit toernooi. Verder gooide de Brabander ook gemiddeldes van 103.09 en 101.54 op de World Grand Prix. Vier van de overige vijf plekken in de top tien zijn allemaal in handen van Phil Taylor. Vorig jaar pakte Dave Chisnall een notering op het lijstje door een gemiddelde van 102.85 te gooien in zijn eerste ronde tegen Glen Durrant.
Top-10 hoogste gemiddeldes op de World Grand Prix (1998-2020)
106.45 Alan Warriner (Eerste ronde 2001, 2-0 tegen Andy Jenkins)
104.86 Gary Anderson (Eerste ronde 2013, 2-0 tegen Jelle Klaasen)
104.47 Michael van Gerwen (Eerste ronde 2013, 2-0 tegenJohn Part)
103.09 Michael van Gerwen (Kwartfinale 2016, 3-1 tegen Simon Whitlock)
103.02 Phil Taylor (Halve finale 2011, 5-2 tegen Richie Burnett)
102.85 Dave Chisnall (Eerste ronde 2020, 2-0 tegen Glen Durrant)
102.48 Phil Taylor (Eerste ronde 2010, 2-0 tegen Brendan Dolan)
102.26 Phil Taylor (Eerste ronde 2011, 2-1 tegen Peter Wright)
101.75 Phil Taylor (Tweede ronde 2010, 3-0 tegen Andy Smith)
101.71 Phil Taylor (Kwartfinale 1999, 3-0 tegen Peter Evison)