In de aanloop naar de World Matchplay in Blackpool is er één naam die onlosmakelijk met het prestigieuze toernooi verbonden blijft en dat is natuurlijk dartslegende Phil Taylor.
De 16-voudig kampioen van het iconische evenement in de Winter Gardens blikte in een uitgebreid gesprek met de Moda Super Series terug op zijn herinneringen, overwinningen, rivaliteiten en de onvermijdelijke drang om te blijven verbeteren.
Hoewel zijn erelijst bol staat van records, is het niet per se de sportieve glorie die Taylor als eerste benoemt. "De mooiste herinnering? Dat was een jonge jongen genaamd Stan, hij zat in een rolstoel en was verlamd. Toen ik mijn eerste negendarter gooide tegen Chris Mason gaf ik hem het dartbord en de pijlen. Hij zat daar te huilen, het raakte me enorm. Dat vergeet je nooit."
Naast het iconische moment met Stan, weet Taylor ook nog goed wat hij verdiende voor die perfecte leg. "100.000 pond. Eén leg darts. Ongelooflijk, hè?" Het jaar erop stond er zelfs een Mercedes naast het podium. “Elke keer als je op koers zat voor een negendarter, dacht je: die is voor mij.”
Taylor’s indrukwekkende reeks van 16 World Matchplay-titels is ongeëvenaard, maar zelf noemt hij zijn nederlagen als de momenten die het eerst naar boven komen. “Het zijn juist de verliespartijen die je bijblijven. De moeilijkste route naar de titel? Mijn laatste Matchplay. Die run was écht zwaar: Gerwyn Price, Barney, Michael van Gerwen, Adrian Lewis en Peter Wright... mijn odds waren 50-1."
In de finale kreeg Taylor nog een mooie geste van Wright. “Peter Wright gaf me in mijn laatste jaar de laatste walk-on als eerbetoon. Hij was er echt van aangedaan dat ik stopte. Hij zei: je inspireert me.”
Een ander memorabel moment was zijn onverwachte nederlaag tegen Peter Manley in 1999. ''Hij vroeg me het bord te tekenen, zogezegd voor een kind in het publiek, maar het was een mindgame. Vanaf dat moment won ik alles. Dat veranderde mijn hele houding. Toen dacht ik: nu is het oorlog."
Hoewel het WK doorgaans als het grootste toernooi wordt gezien, had de World Matchplay een speciaal plekje in het hart van Taylor. “Het werd in de zomer gespeeld, de sfeer was relaxed, en ik had mijn eigen lodge met tuinmeubilair. In het WK zit je drie dagen vast in een hotel, saai. Blackpool was als thuis, ik woonde op een uurtje rijden.”
Zijn voorbereiding was dan ook uniek. Geen standaard hotelkamer, maar eigen bed, eigen kussen, eigen dartbord. “Alles stond precies zoals ik het wilde. Die rust en controle maakten het verschil.”
Voor Taylor was de Matchplay op sportief vlak een even grote uitdaging als het WK. “Je wint het niet op geluk. Bij het WK kun je nog eens profiteren van een gunstige loting, maar bij de Matchplay moet je iedere wedstrijd goed spelen.”
Zijn tactiek was tot in de puntjes doordacht. “Ik gaf vaak bewust de bull weg. Dan probeerde ik meteen de eerste leg te breken. Zo zette ik vanaf het begin druk. Zoals bij boksen, zorgen dat je er meteen opklapt.''
Zelfs ogenschijnlijke psychologische spelletjes hadden een praktisch doel. “Met Kevin Painter gooiden we om de bull, vijf keer op rij bull, en toen gaf ik hem tóch de leg. Hij werd gek. Maar voor mij ging het om controle over het ritme.”
Naast ervaring en niveau, noemt Taylor ook het fysieke aspect van de World Matchplay. “De hitte in de zaal is moordend. Ik was daar goed in, ik ging veel naar sauna’s en stoomcabines. Het hielp echt. Dat soort details maken het verschil'', aldus Taylor.
Met een winstpercentage van meer dan 90% in de Winter Gardens, 107 gespeelde wedstrijden en een ongeëvenaarde reeks van acht opeenvolgende titels tussen 2008 en 2015, lijkt het alsof Taylor nauwelijks steken liet vallen. Toch blikt hij terug met een kritische blik. “Ik kon beter. Echt waar. Je denkt aan wat je had kunnen winnen.”
Zijn verlies tegen James Wade in 2015, wat zijn ongekende reeks doorbrak, herinnert hij zich amper. “Wade? Was hij dat? Zie je, ik ben 65, ik onthoud niks meer,” grapt hij. De nasleep in de media? “Ze zeiden meteen dat ik klaar was. Ik lachte erom. Dat motiveerde me juist."
Uiteindelijk trok Taylor in 2018 de stekker eruit. Zijn laatste jaar voelde als 'het langste ooit'. “Ik had genoeg. Barry Hearn vroeg mij nog om de majors te spelen tot mijn Tour Card zou verlopen, maar ik was er klaar mee.'' Achteraf heeft hij daar spijt van. ''Dat had ik eigenlijk wel moeten doen. Barry heeft daar wel gelijk in gehad, hij is briljant in geldzaken.''