Maandagavond 21 juli staat de Nederlandse clash tussen
Raymond van Barneveld en
Michael van Gerwen op het programma op de
World Matchplay. 'Barney' hoopt dat hij zichzelf kan laten zien tegen zijn rivaal in de Winter Gardens.
De 58-jarige verkeert momenteel niet in grootse vorm. De resultaten blijven uit en ook het geloof lijkt er niet te zijn bij de Hagenaar. "Er is niks leukers dan spraakmakend te zijn, dat de wereld het weer over Van Barneveld heeft. Daar ben je voor bezig, niet om er maar een beetje bij te horen", erkent hij in gesprek met
Sportnieuws.nl. "Mensen schrikken er soms weer van."
Maar waar ligt het dan aan dat het op dit moment niet wil vlotten? Volgens Van Barneveld loopt het tijdens het ingooien altijd lekker, maar wil het op het podium daarna niet lukken. Deze uitspraken zijn niet onbekend uit de mond van 'Barney'. "Leg mij maar eens uit hoe dat kan. Ik probeer daar een verklaring voor te zoeken, maar die is er gewoon niet."
De Nederlander heeft gemengde gevoelens over de World Matchplay. Onder andere de omstandigheden in de Winter Gardens in Blackpool spelen daar een rol in. "Vroeger was ik een stuk forser en op de Matchplay is het altijd enorm warm. Dan komt het zweet, alles plakt, je pijlen gaan dan minder vloeiend. Er zijn spelers die daar totaal geen last van hebben. Dan vraag ik me weleens af hoe ze dat voor elkaar krijgen. Er zijn mensen die daar altijd pieken en daar ben ik best wel jaloers op."
Toch zijn er ook voordelen aan de opzet van het toernooi voor Van Barneveld. Met één wedstrijd per dag heeft hij genoeg tijd om zijn rust te pakken. En het feit dat hij pas maandagavond in actie komt bevalt de Nederlander ook wel. "Dat vond ik wel fijn, om maandag te spelen in plaats van bijvoorbeeld zaterdag. Anders was alles wat korter geweest. Nu kan ik thuis nog wat gooien en hoef ik pas later te reizen. Dat vind ik wel fijn. En mocht ik winnen, dan moet ik woensdag weer, kan ik weer lekker opbouwen. Het kost mij ongelofelijk veel energie", concludeert hij.
Een ander belangrijk onderdeel in zijn voorbereiding is zijn suikerziekte, waardoor alle perfect geregeld moet zijn in aanloop naar zijn wedstrijden. "Voor mij is het belangrijk dat ik ontbijt, lunch én avondeten kan pakken en daarna naar de zaal kan. Als ik al 's middags zou moeten, is het kort en kan ik maar maximaal twee keer eten. Dat is vervelend voor mijn suikerziekte. Ik vind 's avonds spelen daarom natuurlijk lekkerder", besluit hij.