Revolutionair idee voor Premier League Darts: mag een speler in de toekomst zijn eigen tegenstander kiezen?

De PDC groeit nog altijd in populariteit, algemeen directeur Matt Porter weet dat succes geen vanzelfsprekendheid is. In een uitgebreid gesprek met Online Darts praat hij openhartig over nieuwe tv-deals, de toekomst van iconische toernooien als de World Matchplay en het belang van storytelling rond spelers.

Het huidige contract met ITV loopt eind dit jaar af, maar Porter stelt fans gerust, een nieuwe overeenkomst is aanstaande. “Tegen het einde van deze maand – eind september – moeten we iets kunnen aankondigen,” legt hij uit. “De zomer heeft het proces vertraagd, mensen zijn met vakantie, dat houdt dingen op. Maar we liggen op koers.”

Belangrijk nieuws voor de Britse dartsfan is wel dat de betreffende toernooien wel free-to-air blijven, zodat de sport voor een breed publiek toegankelijk blijft. Ook de samenwerking met Butlins, de vertrouwde locatie van de UK Open en de Players Championship Finals, loopt af. “Dat proces is nog bezig,” zegt Porter. “Maar wij willen absoluut bij Butlins blijven. Het is een geweldige locatie en de fans zijn er dol op. Dat komt gewoon goed.”

De World Matchplay van dit jaar werd door velen uitgeroepen tot de beste ooit. Toch wordt wel eens gespeculeerd over een mogelijke verhuizing. Porter is daar duidelijk over. “Sommige toernooien groeien, andere zijn inmiddels volledig gevestigd. Als iets een instituut is, moet je je afvragen of je het wel om de juiste redenen zou verplaatsen. De World Matchplay is zó synoniem met Blackpool, die prachtige zaal is onderdeel van de magie.”

Sinds zijn aantreden in 2007 is het onderwerp volgens Porter nooit serieus op tafel gekomen. “We hebben er nooit over gesproken om de World Matchplay elders te laten plaatsvinden,” zegt hij stellig. “Blackpool ís het toernooi.” In ieder geval is de volgende editie ook in de Engelse kuststad, zo bleek bij de aankondiging van de nieuwe PDC-kalender. De editie van 2026 vindt plaats van 18 tot en met 26 juli.

Onder fans en op social media wordt er veel gesproken over de top-16 van de wereldranglijst. Geregeld klinkt er kritiek dat topspelers te veel een beschermde status genieten. Porter werd gevraagd of de top-16 van de wereld op termijn automatische toegang tot alle majors gaat krijgen.

Dat is volgens hem niet het geval. “De top 16 zit nu al in de meeste toernooien. Maar als je dat garandeert en het blijven steeds dezelfde zestien, dan wordt het saai,” waarschuwt hij. “We krijgen weleens het verwijt van protectionisme, maar we zorgen juist voor genoeg open plekken voor spelers buiten de top 16. Zo’n automatische garantie zou een stap te ver zijn.”

Hij wijst op de kwalificatiestrijd voor de televisietoernooien in Minehead, die voor extra spanning zorgt. “Topspelers kunnen niet alle 34 Players Championship-toernooien spelen. De vraag is: speel je vroeg in het jaar een paar events om je prijzengeld veilig te stellen? Doe je dat en lukt het niet, dan moet je alsnog achter de punten aan. Mis je door vakanties een paar toernooien, dan loop je al snel achter. Maar met 34 evenementen heeft iedereen genoeg kansen om zich te plaatsen.”

Porter ziet dat de PDC niet alleen een sport aanbiedt, maar ook verhalen moet vertellen. “Iedereen kent het verhaal van Luke Littler, Luke Humphries en Michael van Gerwen, maar wie kent het verhaal van Josh Rock, Gian van Veen, Martin Schindler of Ross Smith? Spelers die nu nog geen hoofdrolspelers zijn, kunnen dat morgen wel zijn.”

De vraag naar korte, hapklare content – dertig seconden hier, top-vijfmomenten daar – is enorm. Toch blijft er volgens Porter ruimte voor langere documentaires. “We moeten spelers bewust maken dat ze zélf een merk zijn,” zegt hij.

Hij haalt Scott Williams aan als voorbeeld. “Ik zag een TalkSport-interview met hem: twintig vragen in een pub. Mensen houden van Scott, of mensen haten hem. Maar hij heeft persoonlijkheid en weet wie hij is. Hij zegt zelf dat het hem niet uitmaakt of je hem aardig vindt, zolang hij maar op het podium staat. Dat is precies wat je wilt.”

Ook Stephen Bunting krijgt een compliment. “Bunting doet het geweldig op social media. Hij is herkenbaar en weet hoe hij zich moet profileren. Spelers net onder de absolute top moeten zich afvragen: wat maakt mij interessant? Als wij hun verhaal helpen vertellen en ze later doorbreken naar de Premier League of een major winnen, hebben ze al een voorsprong.”

Naast de grote toernooien werkt de PDC aan een flinke digitale upgrade. “We gebruiken YouTube al veel voor ons archief, dat blijft gratis toegankelijk. Maar we gaan PDC TV, onze website én onze app volledig vernieuwen,” zegt Porter. “Alles komt samen in één ecosysteem. Eind dit jaar of begin volgend jaar moet dat klaar zijn. Met nieuwe providers wordt het een veel beter product en een echte hotspot voor dartsfans.”

De interviewer gooit tot slot een bijzonder voorstel op tafel. In de Premier League Darts is het momenteel zo dat in de negende en zestiende week de nummer één tegen de nummer laatst speelt, de nummer twee tegen de nummer zeven, enzovoort. Er wordt voorgesteld dat de koploper dan zelf zijn tegenstander zou mogen kiezen, live op YouTube of Sky.

Een soort draft die voor extra drama zou zorgen. Porter reageerde geamuseerd op dat voorstel. “Vanuit puur storytelling-perspectief is dat een geweldig idee. Ik weet alleen niet of de spelers het zouden zien zitten.”

De interviewer schetst meteen het scenario. “Stel dat Littler bovenaan staat. Hij kiest niet Bunting omdat die onderaan staat, maar kiest misschien Michael van Gerwen of Nathan Aspinall, waar Littler bijna altijd van Aspinall wint. Als Aspinall mag kiezen, gaat hij voor Chris Dobey, omdat hij die vaak verslaat. Dat zou voor enorme spanning zorgen.”

Porter wilde het voorstel niet direct afwijzen. ''Vraag tussen nu en het einde van het jaar eens aan spelers die kans maken op de Premier League wat zij ervan vinden. Ik kijk graag mee naar hun antwoorden, en dan zien we wel waar het naartoe gaat.”