Voor
Callan Rydz was 2024 een jaar van twijfel, frustratie en een sluipend verlies van passie voor de sport die hem ooit alles gaf. De 25-jarige Engelsman vertelt openhartig hoe een crisis in zelfvertrouwen en de druk van het professionele circuit hem op een punt bracht waarop hij niet eens meer op het podium wílde staan.
In gesprek met PDC-scheidsrechter Huw Ware,
in diens podcast Tops and Tales, blikt Rydz terug op een moment dat voor hem symbool stond voor zijn gemoedstoestand. Dat was een verhitte partij tegen Rusty-Jake Rodriguez. “Ik ben waarschijnlijk vorig jaar echt het plezier voor darts verloren, toen ik dat incident had met Rusty-Jake, waarbij ik tegen mijn dartcase sloeg,” bekent Rydz. “Ik wilde niet spelen, ik wilde er niet eens zijn. Ik weet niet waarom ik toch ging, maar in mijn hoofd dacht ik: ‘Als je een paar potjes wint, pak je toch nog wat geld mee.’ Ik stond 5–2 voor en verloor het alsnog. Hij speelde goed, maar ik weet dat ík die partij heb weggegeven. Hij verdiende het niet om te winnen, maar dat is mijn fout.”
Het was een periode waarin zijn tv-resultaten nauwelijks nog iets voorstelden. “Ik denk dat ik in tien maanden tijd maar één wedstrijd op televisie had gewonnen,” vertelt hij. Juist daarom was zijn kwartfinaleplaats op het PDC WK 2025 zo opmerkelijk. “Ik weet niet waar die run vandaan kwam, maar ik ben dankbaar dat het gebeurde,” zegt Rydz met een warme glimlach.
Vanuit het niets haalde Callan Rydz de kwartfinales op het voorbije WK
Pauze om het hoofd leeg te maken
Rydz weet dat afstand nemen van het bord soms noodzakelijk is om de juiste focus terug te vinden. “Ik had drie weken vrij. Ik had me niet gekwalificeerd voor een paar Euro Tours en ik heb mijn pijlen in die hele periode niet aangeraakt,” legt hij uit.
Toch ziet hij ook het gevaar van te veel pauze. “Als ik dat te vaak doe en ik begin het spel niet te missen, dan wil ik misschien helemaal niet terugkomen,” waarschuwt hij.
“Ik weet dat ik straks een break heb als ze in Nieuw-Zeeland spelen, maar dan ga ik juist trainen, lokale toernooien spelen om mijn arm in vorm te houden, zodat ik klaar ben voor de volgende reeks Pro Tours.”
Zijn passie voor het gooien zelf is nooit helemaal verdwenen, maar het reizen eist zijn tol. “Qua spelen hou ik ervan, maar ik hou niet van reizen,” geeft hij toe. “Naar Duitsland bijvoorbeeld… je wacht eerst twee uur op een luchthaven, dan heb je een aansluitende vlucht van drieënhalf uur, daarna nog een vlucht en dan een trein. Soms kom je pas om elf of twaalf uur ’s avonds aan, en dan zit je de volgende ochtend om acht uur alweer in de zaal omdat je moet oefenen. Dat vreet energie.”
Ooit genoot hij van het leven op de weg, maar slechte vorm en het voortdurend omgaan met wisselende gezelschappen maakten het lastiger. “Er is eigenlijk geen excuus, het ligt gewoon aan jezelf,” zegt hij eerlijk.
Zo werd een recent Euro Tour-weekend in Hildesheim een nieuwe test van zijn mentale weerbaarheid. “Ik speelde verschrikkelijk, maar ik liep gewoon weg met het idee: ‘Oké, we weten wat we de volgende keer moeten doen.’ Ik had drie dagen goed getraind, maar het kwam er niet uit. Ik weet dat het erin zit, alleen kwam het die drie dagen gewoon niet.”
Ware benoemt in het gesprek hoe zwaar het kan zijn om ver te reizen voor een Euro Tour, vroeg te verliezen en dan een lange weg terug te moeten. Rydz knikt. “Soms zit je echt in de uithoeken van Duitsland,” zegt hij. “België is geweldig. Ik speelde er vorig jaar, verloor in de eerste ronde van Joe Cullen, maar ik bleef en vond het fantastisch. Het publiek was enorm respectvol. Nederland is ook top, ik heb er een paar keer gespeeld en altijd genoten.”
Over Duitsland heeft hij een gemengde mening: “Duitsland is goed, zolang je niet tegen een Duitser speelt. Ik heb er een paar keer tegen Duitsers gespeeld en dat kan echt vijandig aanvoelen.”
Terugvinden van plezier op het grote podium
Ware herinnert zich een andere kant van de man uit Newcastle. “In de reclamepauzes stonden we te lachen en te dollen. Je speelde fantastisch en je leek zoveel gelukkiger dan ik je de afgelopen twaalf maanden had gezien,” zegt hij.
Rydz bevestigt dat een heldere geest essentieel is voor zijn prestaties. “Ik ben duidelijk een beetje een mafkees, ik denk dat iedereen het daarover eens is,” grapt hij. “Maar als mijn hoofd leeg is, weet ik dat ik goed kan spelen. Als er iets speelt – thuis, bij vrienden, familie – dan zie je dat op het bord. Ik raak gefrustreerd, en ik wou dat ik dat uit mijn hoofd kon zetten.”
Om dat te verbeteren, schakelde hij professionele hulp in. “Ik zie een sportpsycholoog. Zelfs hij kijkt me soms aan met: ‘Ja, wat kan je doen?’ En ik denk dan: ‘Ik weet het niet, jij moet mij helpen!’”
Ondanks de mentale uitdagingen, blijft zijn ambitie intact. “Als ik met een helder hoofd aan de oche kan staan, kan ik vaker zulke runs neerzetten. Ik heb ooit op nummer 21 van de wereld gestaan, en ik wil daar weer komen, doordringen tot de top 16. Ik weet dat ik het spel daarvoor heb, maar consistentie is enorm belangrijk in deze sport.”
Ware prijst Rydz om zijn eerlijkheid. “Ik vind je geen mafkees, helemaal niet. We hebben samen tijd doorgebracht op exhibities en ik heb echt van je gezelschap genoten. Ongeacht wat mensen zeggen, je bent eerlijk over je gevoelens en emoties op het dartbord. Dat is bewonderenswaardig, je bent authentiek.”