Vincent van der Voort heeft nooit de reputatie gehad om zaken mooier voor te stellen dan ze zijn. Of het nu gaat over de toekomst van het Nederlandse darts, de drang van Michael van Gerwen om terug te keren naar de top, of de staat van het professionele circuit, de darter uit Purmerend blijft altijd recht voor z’n raap. Zelfs nu hij niet meer op het PDC-circuit te bewonderen is, laat hij nog steeds regelmatig duidelijk zijn mening horen.
Tijdens de World Matchplay 2025 in Blackpool, waar hij in een niet-spelende rol aanwezig was, blikte Van der Voort tegenover Online Darts terug op een toernooi dat zijn landgenoten meer dan genoeg reden tot optimisme gaf. Vooral de verrassende zeges van Gian van Veen en Wessel Nijman sprongen in het oog.
“Voor de Nederlandse spelers was de eerste ronde verrassend goed,” vertelt Van der Voort. “Gian die Luke Humphries klopt, Wessel die Nathan Aspinall verslaat, dat was gewoon een geweldig toernooi vanuit dat oogpunt.'' De opmars van Gian van Veen heeft de discussie geopend of hij de volgende grote Nederlandse ster kan worden, na Michael van Gerwen. Van der Voort tempert die verwachtingen. “Het is altijd lastig om dat op iemand te plakken. Je ziet dat hij een top-16-speler is, maar of hij dat extra stapje kan maken om een vaste Premier League-speler te worden en vaak ver in toernooien te komen, dat weet je nooit.”
Volgens Van der Voort miste Van Veen in Blackpool een kans om echt door te breken. “Na het winnen van Luke had hij een geweldige mogelijkheid. Als hij tot de finale was gekomen, zou dat mentaal en qua reputatie een enorme verandering voor hem zijn geweest. Tot nu toe heeft hij op elke vraag een antwoord gehad. Hij praat goed, is een aardige jongen, speelt geweldig. Dus waarom niet?”
''Met 32 Jonny Claytons is het geen leuk toernooi''
Van der Voort staat bekend als een liefhebber van rivaliteit op het podium. Hij ziet ‘needle’ tussen spelers niet als iets negatiefs, maar juist als de brandstof van topsport. “Ik snap niet waarom mensen er zo bang voor zijn. De sport heeft het nodig. Met 32 Johnny Claytons in de zaal is het geen leuk toernooi. Maar met 32 Gerwyn Prices is het óók niks. Je moet het mixen.”
“Soms heb je spelers nodig die elkaar niet mogen. Zolang het tijdens de wedstrijd blijft en daarna klaar is, is dat prima. Ik vind het mooi als iemand in een interview zegt: ‘Ik ga hem slopen’, en de ander reageert met: ‘We zullen zien.’ Dat is goed voor de sport.”
Hij wijst naar de Grand Slam-finale tussen Gerwyn Price en Gary Anderson als schoolvoorbeeld. “Iedereen had het over boetes en drama, maar het was een van de beste wedstrijden ooit omdat er zoveel spanning was. Dat is sport, emotie.”
Volgens Van der Voort remt de PDC dat gevoel soms onnodig af door spelers te laten denken dat ze ‘braaf’ moeten zijn om geselecteerd te worden voor de Premier League of World Series. “Ze zijn allemaal bang. Ze denken: als ik me niet gedraag zoals het hoort, word ik niet gekozen. Geef ze wat ruimte. Zolang het niet over de schreef gaat, geen duwen, geen slaan, is een beetje needle goed. Maak de karakters niet kapot.”
Vincent van der Voort is nooit verlegen om zijn duidelijke mening te geven
Toewijding Van Gerwen
Misschien het meest openhartig werd Van der Voort toen het gesprek op Michael van Gerwen kwam, een goede vriend. De afgelopen jaren kende 'Mighty Mike' zowel privé als sportief tegenslag. “Michael weet dat hij meer moet trainen, harder moet werken en weer voor zijn sport moet leven,” zegt Van der Voort. “De scheiding heeft hem geraakt, daarna kwam de ziekte van zijn vader. Maar als hij over een paar maanden die focus weer heeft, dan gaan we een betere Michael zien.”
En als dat niet gebeurt? “Als hij denkt: ik ben tevreden met hoe het nu gaat, dan gaan we nooit meer de beste versie zien. De rest staat niet stil. Ze worden beter, gemotiveerder. Het prijzengeld is bizar. Hij moet er weer helemaal voor gaan.”
Van der Voort bevestigt dat hij en Van Gerwen “100%” eerlijke gesprekken hebben over diens afgenomen toewijding. “Mijn taak is om hem te zeggen hoe ik het zie. Wil hij niet luisteren, prima, het is zijn carrière. Maar ik wil niet dat hij later zegt: ‘Waarom heb je me niks gezegd?’”
Zelfs voor een natuurtalent als MVG gelooft Van der Voort niet in succes zonder trainingsarbeid. “Er is niemand ter wereld die bijna niet kan trainen en toch nummer één kan zijn. Dat geloof ik niet.”
Hoewel Van Gerwen na een periode van nauwelijks trainen nog altijd derde op de wereldranglijst staat, vindt Van der Voort dat hij daar momenteel niet thuishoort. “De worp, het ritme, dat lijdt eronder als je niet traint. In training bouw je routine op. Zonder dat ben je elke keer aan het gokken.”
Hij ziet echter wel mogelijkheden voor herstel, ook na de operatie van Van Gerwen. “Met die pols wordt het misschien nooit meer als vroeger. Maar het kan beter. Vloeiender. Dat is een kwestie van dagelijks doen. Hij hoeft geen vijf uur per dag te trainen, maar wel goed. Mensen halen vaak oefenen en trainen door elkaar. Dat is iets heel anders.”
Tot slot maakt Van der Voort zich zorgen over de financiële haalbaarheid van een profcarrière voor nieuwe spelers. “Bovenin is het prijzengeld geweldig, wie had tien jaar geleden gedacht dat je een miljoen pond zou krijgen voor het winnen van het WK? Maar ze moeten ook naar de onderkant kijken. Als je professional wilt worden met een gezin, hypotheek en goede baan, neem je een enorm risico.”
Volgens hem kost het vaak twee à drie jaar om door te breken, terwijl spelers ondertussen hun baan opgeven om midweekse ProTours te spelen. “Het Euro Tour-systeem maakt het heel moeilijk om ertussen te komen. Daar moet de PDPA naar kijken.”
Kritiek op PDPA
Zou Van der Voort zelf een rol willen spelen in dat proces? “Misschien. Een paar spelers hebben het gevraagd, maar ik ga mezelf niet opdringen. Alleen als ik weet dat mijn ideeën niet genegeerd worden.”
Hij vindt dat de PDPA te vaak klinkt als een verlengstuk van de PDC. “Ze zouden de spelers moeten steunen. Ze werken voor de spelers. Nu voelt dat niet zo.”