De komende weken en maanden staan de PDC-toernooien in het teken van de kwalificatierace voor de World Matchplay (17-25 juli). Er zijn een aantal spelers die tot en met juli flink wat prijzengeld moeten verdedigen.
Vooral bij
Rob Cross staat de druk er vol op. De Engelsman wist twee jaar geleden de World Matchplay op zijn naam te schrijven en moet tot 31 juli liefst 183.750 pond aan prijzengeld verdedigen. Dat is liefst 38.7 procent van zijn prijzengeld op de wereldranglijst (474.750 pond). Mocht Cross vroeg verliezen op de World Matchplay, dan is de kans zeer aanwezig dat hij de top-10 uit valt.
Tevens staat er veel op het spel voor met name Daryl Gurney en Ian White. Gurney won in het voorjaar van 2019 een Euro Tour-toernooi en stond tijdens de World Matchplay in de halve eindstrijd. De Noord-Ier moet 32.66 procent van zijn prijzengeld zien te verdedigen in de komende vijf maanden. Ian White staat voor soortgelijke opgave met 31.87 procent, doordat hij in mei 2019 twee Euro Tour-toernooien op zijn naam schreef.
Andere spelers die relatief veel prijzengeld moeten verdedigen zijn Michael Smith (25.25 procent), Glen Durrant (25.25 procent), Adrian Lewis (25.24 procent) en Jamie Hughes (29.72 procent). Laatstgenoemde won eveneens een Euro Tour-toernooi twee seizoenen geleden.
Opvallend is dat ranglijstaanvoerder Gerwyn Price juist relatief weinig hoeft te verdedigen. Met 59.000 pond staat er bij The Iceman slechts 4.56 procent van zijn totaal op het spel tot 31 juli. Bij Michael van Gerwen ligt dat aantal op 134.000 pond, wat 12.83 procent van zijn totaal is.
Er is één speler in de top-32 van de wereldranglijst die helemaal niets te verdedigen heeft.
Dirk van Duijvenbode is momenteel bezig aan het tweede jaar van zijn huidige Tour Card en heeft dus geen resultaten staan uit 2019. Zeker met kwalificatie voor de World Matchplay zou
Aubergenius in de komende maanden veel stappen kunnen zetten op de PDC
Order of Merit.