De
World Cup of Darts 2025 stond bol van het spektakel. Vier dagen lang werden we getrakteerd op dramatiek, spanning en onverwachte wendingen. Van gastland Duitsland dat topfavoriet Engeland uitschakelde, tot de legendarische finale waarin Noord-Ierland nipt van Wales won, het toernooi had alles.
Naast gevestigde namen die hun reputatie waarmaakten (met uitzondering van Engeland en Schotland), waren er vooral enkele verrassende spelers die zich op het allerhoogste podium van hun beste kant lieten zien. Vijf namen sprongen er volgens ons uit.
5. Paolo Nebrida (Filipijnen)
Paolo Nebrida begon aan dit toernooi als de nummer acht van de PDC Asian Order of Merit en had dus niet de reputatie of verwachting om de groepsfase te overleven, laat staan uit te blinken. Samen met zijn partner Lourence Ilagan verwachtten velen dat de Filipijnen vroegtijdig zouden stranden. Zijn enige noemenswaardige prestatie was het bereiken van de laatste 32 op het WK van vorig jaar, dus het zou moeilijk zijn geweest iemand te vinden die geloofde dat Nebrida een van de uitblinkers van deze World Cup zou worden.
Maar niets bleek minder waar. Samen met Ilagan zette hij een van de beste underdog-prestaties van het toernooi neer. Ze overleefden een groep met het sterk geachte Belgische duo Dimitri Van den Bergh en Mike De Decker, en een taaie Letse ploeg met Madars Razma en Valters Melderis.
De Filipijnen begonnen met een degelijke 4-2 overwinning op Letland, en moesten daarna tegen België uitvechten wie zou doorgaan. In een allesbeslissend duel kwamen Nebrida en Ilagan met 3-0 achter, maar vochten zich terug naar 4-3 in een zinderende slotleg. Nebrida was daarin bepalend met een cruciale 180, waarna Ilagan hem op een dubbel afleverde. Nebrida miste zijn eerste twee pijlen op de dubbel, maar trof uiteindelijk dubbel 3 om een sensationele comeback te bekronen.
In de knock-outfase verloren ze met 8-2 van de latere finalisten Wales, maar dat doet niets af aan Nebrida’s sterke toernooi. Als hij deze lijn kan doortrekken op de PDC-tour, kan dit toernooi het begin zijn van iets moois. Zijn volgende doel is terugkeren naar het WK, hopelijk om zijn vorige prestatie te overtreffen.
4. Man Lok Leung (Hong Kong)
Een tweede Aziatische uitblinker is
Man Lok Leung uit Hong Kong. Deze editie van de World Cup bewees opnieuw dat nationaliteit niets zegt over iemands vermogen om op het hoogste niveau te presteren.
Leung bewees zijn niveau al op het WK van 2024, waar hij een gemiddelde van 96,26 noteerde. De vraag vooraf was of hij dat niveau kon vasthouden en dat deed hij. Hong Kong begon met een 4-1 zege op de Verenigde Staten, en daarna werd het nietige Bahrein eenvoudig met 4-0 verslagen.
In de achtste finales versloegen Leung en zijn partner Lok Yin Lee Zweden (met Jeffrey de Graaf en Oskar Lukasiak) overtuigend met 8-4. Leung speelde daarbij subliem: een gemiddelde van 101,91 en 100% op de dubbels. Ter vergelijking: zijn gemiddelde was 13,58 punten hoger dan de beste Zweed.
In de kwartfinales verloren ze van Wales, maar dat doet niets af aan hun prestaties. Leung gaf na afloop aan dat reizen voor Aziatische spelers een groot obstakel blijft. “We hebben banen in Hongkong. Reizen is ontzettend duur.” Hopelijk blijft de PDC investeren in betere toegang voor spelers uit Azië.
3. Gian van Veen (Nederland)
De nummer 24 van de wereld stond oorspronkelijk niet op de deelnemerslijst, maar verving Michael van Gerwen. Hierdoor verloor Nederland zijn geplaatste status en verwachtten velen dat het lastig zou worden. Maar Van Veen bewees zijn klasse met uitzonderlijk scorend vermogen.
Nederland won maar liefst 16 legs op rij en plaatste zich overtuigend voor de halve finales. Ze versloegen Italië (4-0), Hongarije (4-0) en vervolgens Schotland met 8-0 in de knock-outfase. Van Veen noteerde tegen Schotland een gemiddelde van 103,06 met 50% op de dubbels.
Tegen Tsjechië verloor Nederland voor het eerst een leg, maar het Tsjechische duo werd alsnog simpel met 8-2 opzij geschoven. Even leek Nederland te mogen dromen van een eerste World Cup-titel sinds 2018, maar die droom werd in de halve finales aan diggelen gegooid. Het Nederlandse duo startte goed, maar viel stil en verloor uiteindelijk met 8-5 van Wales. Desondanks kan Nederland dankzij de goede prestaties van Van Veen terugkijken op een prima toernooi.
2. Martin Schindler (Duitsland)
Martin Schindler stond onder immense druk als kopman van gastland Duitsland. Toch hield hij zich koel en leidde hij samen met Ricardo Pietreczko zijn land naar de halve finales.
Na zeges op Portugal (4-2) en Singapore (4-0), volgde de stunt tegen Engeland. Schindler excelleerde met een gemiddelde van 96,18 en timede zijn topprestaties perfect. Daarna volgde een thriller tegen Australië (8-7), waarin hij boven de 103 gemiddeld gooide.
De halve finale tegen Noord-Ierland werd een deceptie (8-1 verlies), maar Schindler blijft een baken van hoop voor het Duitse darts. Zijn kalmte, scorend vermogen en dubbels maken hem tot een vaste waarde in de top. Na een geslaagde World Cup voor Duitsland aan Schindler de taak om op de televisietoernooien ook individueel goed te presteren. Daar krijgt 'The Wall' de komende maanden genoeg kansen voor, want hij heeft zich al voor bijna televisietoernooien geplaatst.
1. Josh Rock (Noord-Ierland)
Wie anders dan
Josh Rock op nummer één? Gedurende het hele toernooi was Josh Rock simpelweg fenomenaal. Wat hij liet zien, behoort tot de indrukwekkendste campagnes die we ooit op een World Cup hebben mogen aanschouwen. En dat in een format waarin je afhankelijk bent van een teamgenoot. Ondanks dat Noord-Ierland door de late afzegging van Michael van Gerwen pas ná de groepsfase als geplaatst team werd toegevoegd, lagen de verwachtingen voor de jonge Noord-Ier niet bijzonder hoog. Maar Rock bewees direct waarom hij gezien wordt als een van de grootste talenten van zijn generatie.
Dat Noord-Ierland uiteindelijk de trofee omhoog mocht houden, weten we inmiddels. Maar zelfs als dat niet was gebeurd, zou Rock’s optreden de boeken zijn ingegaan als een van de grootste individuele prestaties in de geschiedenis van het toernooi. Ze openden het toernooi met een overtuigende 8-2 overwinning op Zuid-Afrika. Rock noteerde meteen een degelijke 96,14 gemiddeld, wat achteraf slechts een opwarmertje bleek te zijn.
In de kwartfinale stond Noord-Ierland tegenover Ierland. Een beladen Iers onderonsje dat het nodige spektakel bracht. Wederom stond Rock op: met een gemiddelde van 97,76 en een finishpercentage van 45 procent leidde hij zijn ploeg overtuigend naar de halve finales. De halve finale was het moment waarop Josh Rock volledig ontplofte. Noord-Ierland nam het op tegen gastland Duitsland, een affiche dat op voorhand als spannend en gelijkwaardig werd beschouwd. Maar Rock maakte korte metten met die verwachting. Met een gemiddelde van 105,33 per beurt ramde hij zijn team naar een vernietigende 8-1 overwinning.
En toen kwam de grande finale. Een titanengevecht tegen het gevreesde Welshe duo Jonny Clayton en Gerwyn Price. Het lukte Rock wederom om boven zichzelf uit te stijgen. Wat volgde was een optreden voor de geschiedenisboeken: een gemiddelde van 107,88, negen 180’s en een 11-darter in de beslissende leg van een legendarische finale.
Na afloop viel een geëmotioneerde Rock op zijn knieën, zich volledig bewust van de historische prestatie die hij zojuist had geleverd. Hij was de motor, de leider, de beslissende factor in het behalen van Noord-Ierlands allereerste World Cup-titel. Kijkend naar de toekomst is het moeilijk om níet te geloven dat Josh Rock uitgroeit tot een absolute wereldster. Hij lijkt voorbestemd om grote majors te winnen en zich een vaste plek te verwerven aan de top van de PDC. Houd hem in de gaten tijdens de World Matchplay en het WK, deze World Cup-titel is nog maar het begin van zijn carrière.