"Zolang ik geen wereldkampioen en geen nummer één van de wereld ben, ga ik mezelf geen elite speler noemen" - Gian van Veen blijft rustig na bereiken van kwartfinales

PDC
woensdag, 31 december 2025 om 9:00
Gian van Veen (1)
Gian van Veen kon het gevoel na afloop van zijn 4-1 zege tegen Charlie Manby nauwelijks onder woorden brengen. De 23-jarige Nederlander staat voor het eerst in zijn carrière in de kwartfinales van het WK Darts, en dat op overtuigende wijze.
“Onbeschrijfelijk,” was het eerste wat hij kon uitbrengen. “Ik ben echt heel blij met deze overwinning.” Het bijzondere: Van Veen vond zelf dat hij nog niet eens zijn beste spel had laten zien. Met een gemiddelde van bijna 99, een sterke dubbelpercentage en een regen aan 180’s, klonk dat bijna absurd. Maar juist die zelfkritiek zegt veel over waar Van Veen momenteel staat. De lat ligt hoog – misschien wel hoger dan ooit.

Meer comfort, meer macht

Volgens Van Veen zat het grootste verschil met zijn vorige wedstrijd vooral in de manier waarop zijn pijlen in het bord landden. “In de vorige partij was ik daar totaal niet tevreden over,” legde hij uit. “Vandaag voelde dat een stuk beter, en dat zie je meteen terug in het aantal 180’s.”
Het gaf hem rust, controle en vertrouwen. En misschien nog wel belangrijker: hij voelde zich eindelijk echt thuis op het iconische podium van Alexandra Palace. “De eerste wedstrijd hier is altijd nerveus,” erkende hij. “Zeker tegen Cristo Reyes, want vooraf kreeg ik veel druk. Iedereen zei: je hebt hier nog nooit gewonnen, het wordt tijd. Toen ik daar eenmaal doorheen was, voelde ik me met elke wedstrijd comfortabeler.”
Dat comfort vertaalt zich niet alleen in cijfers, maar ook in houding. Van Veen oogt rustiger, volwassener bijna. Zelfs als hij zijn zogeheten A-game niet haalt, blijft hij winnen. “Dat geeft me misschien wel het meeste vertrouwen,” zei hij. “Zelfs als ik niet honderd procent tevreden ben, kan ik nog steeds mijn tegenstanders verslaan.”

Het moment van emotie

Wie Van Veen kent, weet dat hij normaal gesproken weinig prijsgeeft op het podium. Juist daarom viel zijn emotionele reactie na de beslissende 132-finish zo op. Een klop op de borst, een blik richting zijn familie: het betekende duidelijk meer dan een ‘gewone’ finish. “Dat moment had ik echt nodig,” gaf hij toe. “Ik voelde me goed, maar ik kreeg hem niet van me afgeschud, vooral in de tweede set. Ik miste drie pijlen op dubbel tien om 2-1 in sets te komen en zijn leg te breken. Daar was ik echt boos over.”
De 132-finish – nota bene tegen ‘Champagne Charlie’ Manby – werkte als een bevrijding. “Het was een lastige bullseye, deels geblokt. Ik moest een stap opzij doen. Dat moment gaf me een enorme boost. Even alles eruit gooien, die spanning loslaten.”
Nu Van Veen na de jaarwisseling terugkeert voor de kwartfinales, begint het bij veel spelers te kriebelen. Oud-winnaars zeggen vaak: dán ga je dromen. Van Veen ontkent dat niet. “Als je eenmaal in de kwartfinales staat, begin je daar wel over na te denken,” gaf hij toe. “Maar er zitten nog zóveel goede spelers in dit toernooi. Alleen al de finale halen is extreem moeilijk.”
Toch is zijn zelfvertrouwen torenhoog. Niet omdat hij iedereen weg speelt, maar juist omdat hij weet dat hij kan winnen zonder topvorm. “Dat is de grootste boost die je jezelf kunt geven.”
Gian van Veen balt zijn vuist
Gian van Veen neemt het in de kwartfinales op tegen Luke Humphries

Elite? Nog niet

Opvallend is hoe consequent Van Veen weigert zichzelf tot de elite te rekenen. Ondanks een majortitel, een WK-kwartfinale en een voorlopige vijfde plaats op de wereldranglijst blijft hij voorzichtig. “Zolang ik geen wereldkampioen en geen nummer één van de wereld ben, ga ik mezelf geen elite speler noemen.”
Het is typisch Van Veen: ambitieus, maar gecontroleerd. “Aan het begin van dit jaar stond ik rond plek 28 of 29. Het is allemaal zo snel gegaan. Misschien als ik over een paar dagen in de WK-finale sta, dat ik het anders zeg. Maar voorlopig ben ik gewoon een ‘degelijke speler’.”
Van Veen is hard voor zichzelf. Soms misschien té hard. Met een toernooigemiddelde van rond de 100 is hij nog steeds niet volledig tevreden. “Dat zegt denk ik wel iets over hoe goed het eigenlijk gaat,” gaf hij toe. “Vandaag was het scorend beter dan vorige keer, maar het is nog wisselvallig. Na een 180 kwam soms een 58 of 60.”
Toch overheerst het positieve. “Als je niet honderd procent tevreden bent en alsnog dit niveau haalt, mag je eigenlijk niet klagen.”

De last en eer van Nederland

Van Veen is de enige Nederlander bij de laatste acht op dit WK Darts. De gedachte om ooit de Nederlandse nummer één te worden, noemt hij “surrealistisch”. “Als je opgroeit, weet je: Michael van Gerwen is de nummer één. Dat verandert eigenlijk niet. Zelfs als ik hem ooit inhaal op de ranking, zal hij voor veel mensen altijd de Nederlandse nummer één blijven.”
Dat hij nu al de Nederlandse nummer twee is op de ranking, beschouwt hij als een enorme overwinning.
Is hij, met zijn 23 jaar, al klaar voor alles wat een wereldtitel met zich meebrengt? Media, aandacht, Premier League Darts? Van Veen twijfelt niet. “Ja, ik denk het wel. Ik heb de afgelopen tijd al veel media-aandacht gehad, zeker na het winnen van het EK. Natuurlijk wordt het als wereldkampioen nog veel meer, maar ik denk dat ik daar klaar voor ben.”
En als het dit jaar niet gebeurt? “Dan heb ik alsnog een fantastisch WK gespeeld.”
De voorbereiding richting de kwartfinale is eenvoudig: rust. “Morgen neem ik vrij. Om elf uur bel ik met mijn familie om hen gelukkig nieuwjaar te wensen – vanwege het tijdsverschil. Daarna rusten en klaar zijn voor 1 januari.”
Claps 0bezoekers 0
loading

Net Binnen

Meest Gelezen

Laatste Reacties

Loading