Manchester vormde onlangs het decor voor de jaarlijkse productlancering van Target Darts, waar de grootste namen uit de sport hun opwachting maakten. Raymond van Barneveld was daar als één van de sterren van de populaire dartsfabrikant ook bij. De vijfvoudig wereldkampioen mag dan 58 jaar zijn, maar zijn ambitie is onverminderd groot.
Van Barneveld keek zichtbaar onder de indruk rond in het hart van Manchester. “Dit is echt een ander niveau,” zei hij tegenover Online Darts. “Ik was compleet overweldigd: de pop-up shop beneden, hier boven al die toppers en al het nieuwe materiaal… het ziet er fantastisch uit.”
Toen hij zelf begon, waren darts gewoon… darts. Nu worden pijlen bewerkt met fijne millingen en innovatieve coatings. Zijn eigen nieuwe dart, die tijdens het event werd gepresenteerd, noemt hij een klein kunstwerk. “Vooral de verpakking is prachtig. De box, het design: geweldig. De dart zelf hebben we ontwikkeld samen met mijn coach Tim en Target. De nieuwe K-Flex flights bevallen me enorm.” Toch blijft de Hagenaar kritisch: “Misschien nog niet met die K-Flex. Ik test nu korte shafts, maar die zorgen voor veel deflecties en bounce-outs. Daar moet ik aan werken.”
Altijd blijven zoeken naar perfectie
Het is tekenend voor een speler die al alles gewonnen heeft, maar nooit stilstaat. “Je móét wel blijven zoeken,” benadrukt Van Barneveld. “Het niveau is krankzinnig hoog. Kijk naar Michael van Gerwen vorige week: waar kwam dat ineens vandaan? Ik weet dat ik goed kan spelen, tegen Gerwyn Price gooide ik een prachtige partij en verloor tóch met 6-4. Dat betekent dat ik harder moet werken dan ooit.”
De zoektocht naar de juiste set-up is voor hem niet nieuw. Met korte shafts haalde hij eerder de halve finale van de Grand Slam en in Bahrein. “Dus misschien geef ik dat nog een kans. Alles om dat kleine verschil te maken.”
Wie dacht dat Van Barneveld stilaan richting pensioen kijkt, heeft het mis. “Als ik niet geloof dat ik het nog kan, kan ik beter stoppen,” klinkt het vastbesloten. “De Pro Tour ligt me minder, dat is vaak te vroeg voor mij. Maar op de Euro Tour voel ik me beter. De spelers zijn tegenwoordig allemaal geweldig, het maakt niet uit tegen wie je speelt – iedereen kan van iedereen winnen. Maar ik kan ook van hen winnen. Ik moet alleen harder werken: misschien vaker de sportschool in, meer wandelen, mediteren… Ik zoek nog hoe ik mezelf weer naar dat topniveau kan brengen. Maar ik geloof dat ik nog iets moois kan neerzetten.” Een definitief afscheid is dus niet in zicht. “Nee, zeker niet. De komende twee à drie jaar denk ik daar niet aan,” klinkt het vastberaden.
Toch is het mentaal soms zwaar. “Ik moet veranderen. Ik weet dat ik er soms wat somber uitzie op het podium, dat hoor ik vaker,” geeft hij toe. “Maar mensen zien niet wat erachter zit. Thuis train ik vier, vijf uur per dag, op toernooien nog eens drie uur. En dan verlies je soms met 6-1. Hoe ga je daarmee om? Niemand kan je vertellen waarom je drie pijlen op een dubbel mist, je krijgt daar nooit een antwoord op. Tegenstanders weten precies wat ze moeten doen om mij te verslaan en dat doen ze dan ook. Dat is mentaal zwaar.”
Raymond van Barneveld kwam onlangs tekort tegen Gerwyn Price op de World Series Finals
Trots op Van Gerwen
Over zijn landgenoot Michael van Gerwen is hij vol lof. “Ik was echt verrast dat hij zo snel weer won,” zegt Van Barneveld over Van Gerwens recente titel. “Hij moest zich onlangs nog ziek terugtrekken van de Pro Tour en verloor op de eerste dag in de eerste ronde. Hij had zelfs kunnen verliezen van Wessel Nijman of Rob Cross, maar na die matchdarts tegen zich kwam hij niet meer in de problemen.”
Dat succes is volgens hem niet alleen goed voor Van Gerwen zelf, maar voor het hele Nederlandse darts. “Fans willen de beste spelers op hun top zien. En Michael gelooft weer in zichzelf. Dat is goed voor Nederland en voor de tv-zenders. Als er geen Nederlandse speler meer meedoet in de absolute top, zouden sommige zenders misschien afhaken. Daarom is het belangrijk dat we een paar Nederlandse toppers houden.”
Waar Van Barneveld ook komt, hij kan rekenen op een warm onthaal. “Dat is het mooiste wat er is,” zegt hij zichtbaar geëmotioneerd. “Zelfs bij de World Matchplay kreeg ik een ovatie waar ik kippenvel van kreeg. Mijn eerste twee, drie legs speelde ik met tranen in de ogen. In Duitsland, Engeland, waar ik ook kom: het publiek staat altijd achter me. Dat is geweldig.”
De vraag blijft of de vijfvoudig wereldkampioen nog één keer kan schitteren op het hoogste podium. “Realistisch gezien is het lastig,” erkent hij. “Je moet tegenwoordig gemiddelden van boven de 105 gooien om te winnen. De jongens zijn fitter, jonger – ik ben 58. Maar als je niet gelooft, bereik je niets. Zolang ik geloof, kan ik nog een Pro Tour winnen, misschien ooit een Euro Tour. Het wordt zwaar, maar ik zoek nog steeds naar de juiste manier om gelukkig te zijn en tegelijk te presteren. Het antwoord heb ik nog niet – maar de drive is er zeker.”