Na een moeilijke periode en twee gemiste edities van de Women’s World Matchplay keert Lorraine Winstanley terug naar de iconische Winter Gardens in Blackpool. De ervaren Engelse dartsster spreekt openhartig over haar hernieuwde motivatie, de groei van het vrouwendarts en haar rol als boegbeeld én mentor in de sport.
“Het is fijn om terug te zijn, echt fijn,” zegt Winstanley met een glimlach tegen onder meer Dartsnieuws. “Maar het is nog steeds warm hoor, ik ben nu al behoorlijk warm. Maar ik kijk ernaar uit!” Voor haar betekent dit podium meer dan zomaar een toernooi. “Dit is dé kans voor ons vrouwen om ons op een groot podium te tonen. Dus als je je niet kwalificeert, dan voel je dat zeker. Er zijn maar acht plekken, dat is niet veel. Dus als je erbij bent, weet je dat je iets goed doet.”
Hoewel ze nog altijd warme gevoelens koestert voor Lakeside, erkent Winstanley dat het Matchplay inmiddels is uitgegroeid tot het vlaggenschip van het vrouwendarts. “Qua exposure en prestige moet ik wel zeggen dat dit het nu is.”
De weg terug naar dat podium was niet vanzelfsprekend. “Het missen van het tweede evenement heeft me hard geraakt. Mentaal heeft het een tijd geduurd voor ik daar overheen was. Ik heb de liefde voor het spel nooit verloren, want ik heb altijd gezegd: als dat zou gebeuren, zou ik mijn pijlen wegleggen en nooit meer spelen. Maar ik was wel een beetje op automatische piloot. De afgelopen twaalf maanden heb ik weer vuur in mijn buik gekregen. Ik heb die vonk weer terug, dat gevoel, dat ik het leuk vind om te spelen en er echt naar uitkijk.”
Een belangrijke bron van inspiratie is haar werk met de Target-academies. “Het talent dat daar rondloopt is ongelofelijk. En in darts is er geen maximale leeftijd. Zolang je kunt reizen, het kunt betalen en de honger hebt om te spelen, is er ruimte voor iedereen.
Toen ik begon, was er niets van dat alles. Ik begon op m’n achttiende in een kroeg, en heb het vanaf daar opgebouwd. De academies van nu geven kinderen een podium en ervaring op grote podia. Niemand wil natuurlijk door een kind verslagen worden, dus dat houdt je scherp. En ik voel met mijn rol ook de verantwoordelijkheid om het goede voorbeeld te geven en competitief te blijven.”
Volgens Winstanley bevindt het vrouwendarts zich momenteel op het hoogste niveau ooit. En dat is mede te danken aan de komst van de PDC Women’s Series. “Voorheen hadden we alleen de BDO. Niet iedereen kon het zich permitteren om zoveel te reizen. Ik herinner me nog dat ik een keer naar het Roemeens Open ging om me te kwalificeren voor Lakeside. Ik móést winnen en kreeg er maar twee punten voor, maar die twee punten konden het verschil maken. En ik won het. Dat soort honger en vastberadenheid zie ik nu terug bij veel vrouwen. De PDC biedt bovendien de exposure die we nodig hebben.”
Uitbreiding en toekomstvisie
Winstanley hoopt dat het Matchplay in de toekomst uitgebreid wordt. “Er is ruimte voor zestien speelsters, zeker weten. En misschien moeten vrouwentoernooien ook vaker als zelfstandige competitie geïntegreerd worden binnen andere events, niet gemengd met de mannen, maar wel in dezelfde setting. De UK Open zou een geweldig platform zijn. Daar heb je al die borden klaarstaan, je zou daar prima een vrouwentoernooi naast kunnen laten lopen. En waarom niet de vrouwenfinale tonen tussen de halve finale en finale van de mannen? Dat zou echt geweldig zijn.”
Zelf neemt ze het in de eerste ronde op tegen Noa-Lynn van Leuven, die volgens velen niet in topvorm verkeert. Toch blijft Winstanley nuchter. “Ik ben altijd op zoek naar een kans. Er is geen reden om mee te doen als je niet denkt dat je kunt winnen. Ik focus me op mezelf. Ik kijk niet naar anderen. Je moet best een beetje egoïstisch zijn in dit spel en alleen aan jezelf denken.”
Hoewel haar man Dean ook darter is, oefenen de twee niet samen. “Dean speelt eigenlijk niet meer. Hij moedigt me aan om te oefenen, maar zelf is hij vooral druk met zijn bedrijf. Ik probeer hem nog steeds te motiveren om wat te gooien, maar hij is gewoon te druk.
Het zou zonde zijn om de kans te laten liggen om met iemand als Laura (Turner) te oefenen. Wij spelen meestal elke woensdag, of een paar keer per week — wanneer we beiden tijd hebben.”
Kan darts voor vrouwen ooit een volwaardige fulltime carrière worden? “Daarvoor moet het prijzengeld omhoog. Maar met meer kansen en meer zichtbaarheid, komt er ook meer sponsoring. En dat zou helpen. Meer toernooien, meer prijzengeld, dan komt het vanzelf. Ik zeg niet dat het nooit gaat gebeuren, maar ik weet gewoon niet wanneer.”
Tot slot geeft ze een inkijkje in haar eigen balans tussen mentor zijn en actief spelen. “Mijn leven ís darts. Het is mijn werk en ook mijn enige hobby. Ik leef, adem, eet darts. Ik droom er zelfs over.”
En wie moeten we volgens haar in de gaten houden? “Er zijn zóveel talenten, het zou niet eerlijk zijn om er eentje uit te lichten. Maar let zeker op Paige Pauling. Ze speelt de Girls’ Series-finale. Iedereen kent haar inmiddels wel, want ze is de WDF-wereldkampioene bij de meisjes.”