Mike De Decker heeft voor sensatie gezorgd voor zijn thuispubliek in Wieze. De 29-jarige Belg versloeg in de tweede ronde van het
Belgian Darts Open de nummer één van de wereld,
Luke Humphries, met 6-4 en treft bij de laatste zestien de Duitser Martin Schindler.
In zijn openingswedstrijd tegen Thomas Lovely bleef De Decker nog ver onder zijn beste niveau. Maar tegen Humphries klikte het plots wel en gooide hij een 100+gemiddelde.
“Geen flauw idee wat het verschil met vrijdag was”, op De Decker tegenover Het Nieuwsblad. “Dat ik nu de underdog was? Misschien, maar ik weet het oprecht niet. Ik stond wel wat relaxer op het podium en ik heb een paar peptalks gekregen… Ik durf wel eens goed te zijn in een match als de training niet goed was, maar ik heb goed getraind. Drie uur lang stond ik met Dimitri in te gooien. Het liep gewoon. En toen ik op het podium kwam, dacht ik van: ‘Oké, doe gewoon zoals op die training’. En die mindset hielp wel. Ik kreeg ook meteen een paar kansjes, die ik dan miste, maar dat maakte me niet zoveel uit. Ik kon mezelf meteen weer oppeppen van: ‘Kom op, volgende leg want er gaan nog kansen komen’. En dat bleek ook, dus het gevoel zat goed.”
Mike de Decker in actie op het Belgian Darts Open
Nieuwe pijlen
'The Real' speelt sinds enige tijd met nieuwe pijlen en had er naar eigen zeggen nog geen vertrouwen in. “Dat was ook gewoon zo”, geeft hij toe. “Weet je… Ik ben met die pijlen beginnen gooien na het WK, waar ik niet goed was tegen Luke Woodhouse. Ik ben gestart met een aantal prototypes en heb ook enkele toernooien gespeeld daarmee nog voor de bekendmaking officieel was. En het gevoel was er niet. De Masters was niet goed, net als de UK Open… En dan kom je hier, win je, maar was het eigenlijk ook niet goed. Als hij een van die twee pijlen raakt, is het voorbij. Ik trok die match nog wel over de streep, maar niet met een goed gevoel."
"Je wil zelfzeker staan en dat was ik toen niet, nu wel", vervolgt De Decker. "Vraag me niet waarom, geen idee. Die peptalks hebben geholpen en misschien Ludo (zijn beste maat, red.) die naast mij aan het snurken was vannacht! De kebab die we nog aten voordien was het alleszins niet, die was écht slecht.”