Gian van Veen heeft een geweldige indruk achter gelaten tijdens zijn tweede-rondepartij op het
WK Darts 2026. Hoewel het nog hachelijk begon en hij bijna 2-0 achter kwam, gooide hij daarna alles aan flarden en eindigde hij met een gemiddelde van ruim 108. Hij was gisteravond te gast in de nieuwste aflevering van de Darts Draait Door-podcast, waar
Vincent van der Voort en Damien Vlottes ook hun bewondering uitspraken.
"Het was een topavond", zei Van Veen zelf, die vooral oplucht leek dat het goed was gekomen. Want ja, hij verloor de eerste set. En op het WK, waar een setje weggeven soms grote gevolgen kan hebben, is dat meteen voer voor twijfel. Of zoals Vlottes het formuleerde: "Toen dacht je, oeh, dit is weer zo’n typisch Gian-wedstrijdje, hè?" Van der Voort zag echter iets anders: volwassenheid. Stabiliteit. En vooral: een scorend niveau waarmee je tegenstanders langzaam maar zeker uit de wedstrijd speelt.
"Hij speelde echt als een top 10-speler van de wereld"
Van der Voort kon zijn enthousiasme niet bedwingen. "Gian speelde echt als een top 10-speler van de wereld. Gewoon heel volwassen en gewoon maar door blijven pompen." Volgens Van der Voort zat het verschil niet eens per se in die ene verloren set. Het zat in de manier waarop Van Veen zich herpakte. "Ik heb geen moment gedacht: hij begint langzaam in paniek te raken. Dat had ik niet."
Dat beeld klopte ook met hoe Van Veen zichzelf beschreef. Waar hij twaalf maanden geleden nog een vat vol zenuwen was, voelt hij zich nu een andere darter. "Ik ben nu een hele andere speler dan ik twaalf maanden geleden was. Twaalf maanden geleden was ik zó nerveus voor die wedstrijd." Hij verwees daarmee terug naar vorig jaar, toen hij in de tweede ronde tegenover Ricardo Pietreczko stond en meteen 'een paar vieze finishes om je oren' kreeg. Dan sta je direct achter de feiten aan en wordt het een gevecht tegen jezelf.
Dit WK is dat anders. Niet alleen omdat Van Veen inmiddels een ander seizoen achter de rug heeft, maar ook omdat hij al een wedstrijd in de benen had. Dat helpt: het podium voelen en de hectiek van de zaal in je systeem laten zakken.
108 gemiddeld: heerlijk, maar ook verraderlijk
Wie 108 gemiddeld noteert op het WK, maakt indruk. Punt. Van Veen bleef er echter opvallend koel onder. "We zijn bij de laatste 32 nu. Dus als je nu al over een wereldtitel gaat spreken, dan ben je wel heel vroeg."
Tegelijk durfde hij wél te zeggen wat zo'n gemiddelde betekent. "Als ik 108 gemiddeld blijf gooien, dan kom ik een heel eind." Maar hij temperde direct: hij gaat er niet van uit dat hij dat 'even' herhaalt. De kern zit 'm in het plan B: ook winnen als het minder gaat. "Dan moet je gewoon zorgen dat als je minder bent, dat je wel goed genoeg bent om die wedstrijden te winnen."
"Als je over een best of 13 sets 108 gemiddeld gooit… dan moeten er wel echt hele gekke dingen gebeuren dat je niet wint", concludeerde Van der Voort. "Als je kijkt hoeveel toppers er sneuvelen. En dat ze ook gewoon echt niet goed spelen… dan is dit natuurlijk wel heerlijk, als je dan zelf zó goed staat te spelen."
Favorietenrol? “Op ervaring niet. Maar qua niveau zou het kunnen.”
Omdat Gerwyn Price verrassend uitgeschakeld werd in de tweede ronde, schoof Van Veen automatisch op bij de favorieten voor de titel. Maar is dat terecht? Van der Voort vond van wel, zeker gezien de vorm van de concurrentie. "Humphries was ook echt heel goed. Littler is eigenlijk altijd goed. Maar daarachter kun je er nog niet eentje op noemen."
Van Veen zelf keek er heel anders naar. "Ik zit nu bij de laatste 32. Dat is het verste wat ik ooit ben gekomen. Ik weet überhaupt niet wat het is om na kerst terug te komen in Londen. Of om in de laatste 16, of een kwartfinale of een halve finale… laat staan een finale te spelen."
Vlottes keek intussen al naar het schema. "Het ligt open tot de kwartfinale", zei hij, waarna Van Veen droog reageerde: "Heel ongemakkelijk." Maar de boodschap was helder: met een mogelijk pad via Madars Razma en daarna Ricky Evans of Charlie Manby ligt er een kans. Van der Voort maakte meteen duidelijk dat dit haalbaar moet zijn. "Als je in deze vorm verkeert, dan hoor je de kwartfinale te halen."