"Hij stak zijn hoofd om de hoek en zei: 'Wanneer heb je voor het laatst zo gespeeld?'" - Gary Anderson over 'psychologische spelletjes' van Adam Hunt

PDC
zaterdag, 13 december 2025 om 21:30
Gary Anderson
Gary Anderson veegde elke suggestie van psychologische spelletjes resoluut van tafel na zijn zenuwslopende openingswedstrijd tegen Adam Hunt op het WK Darts 2026. De Schot benadrukte dat hij maar in één ding geïnteresseerd is: darten. Dat deed hij goed genoeg om op het podium van Alexandra Palace zijn plek in de tweede ronde veilig te stellen.
De tweevoudig wereldkampioen werd stevig aan de tand gevoeld in een meeslepend duel dat alle kanten op ging. Hunt liet zich van zijn beste kant zien, speelde met lef en legde Anderson het vuur na aan de schenen. Uiteindelijk was het de ervaring van 'The Flying Scotsman' die de doorslag gaf. Op de beslissende momenten haalde hij het tempo uit de wedstrijd, noteerde hij een gemiddelde van 108 in de cruciale vierde set en trok hij de partij uiteindelijk naar zich toe.

Psychologische spelletjes

Na afloop ging Anderson, onder meer in gesprek met DartsNieuws.com, in op een opmerking van Hunt tijdens de wedstrijd, die door sommigen werd uitgelegd als een poging om in zijn hoofd te kruipen. "Bij de eerste pauze stak hij zijn hoofd om de hoek en zei: 'Wanneer heb je voor het laatst zo gespeeld?'" vertelde Anderson. "Ik zei: 'Zo speel ik altijd, jongen.' Zo simpel is het. Ze hebben het over psychologische spelletjes, maar ik ben waarschijnlijk meer over darts vergeten dan hij ooit zal weten. Ik speel dit spel al heel lang. Ik gooi nog steeds gemiddelden boven de 110, dus ik kan het spel nog steeds spelen zoals het hoort."
Op de vraag of hij het zag als een bewuste poging om zijn ritme te verstoren, bleef Anderson zoals altijd recht door zee. "Dat mogen jullie bepalen", zei hij. "Ik weet wat ik denk, maar dat kan ik niet zeggen. Elke keer als ik dat doe, krijg ik problemen."
Voor Anderson blijft de benadering onveranderd, ongeacht tegenstander of gelegenheid. "Ik wil gewoon darten. Het is geen rocket science", legde hij uit. "Je gooit je pijlen en loopt terug zodat de ander kan gooien. Dat is het. Het is het makkelijkste spel ter wereld. Klaar. Als je spelers naar het bord ziet lopen en er tien minuten over doen om hun pijlen eruit te halen… is dat darts? Daarom kijk ik niet. Kom op, speel door."
Makkelijk was de wedstrijd allerminst. Anderson begon furieus, maar kakte wat in doordat Hunt terugkwam. "Ik begon fantastisch in de eerste set en daarna veranderde ik ineens compleet in pap", gaf hij toe. "Ik kwam terug tot 2-2, nam mijn tijd en keek eindelijk weer echt waar ik op gooide. Dat werkte min of meer. En zo ben ik erdoor gekomen."
Die vaardigheid om zich onder druk te herpakken bleek doorslaggevend, met name in de vierde set. "Er ging eigenlijk niet veel door mijn hoofd", zei hij. "Als je gaat denken, verlies je. Dat is het geheim van een darter. In elke sport geldt: als je erover gaat nadenken, is dat slecht voor je. Dus probeer je niet te denken."
De emoties liepen zichtbaar hoog op tijdens de partij, met frustratie en ontlading die elkaar afwisselden. "Er waren een paar legs die ik gewoon weggaf", erkende Anderson. "En er is niets erger dan iemand die een leg van je afpakt en er een show van maakt. Dan denk je: dit gaat de verkeerde kant op. Maar in de laatste set beet ik me vast, nam ik mijn tijd, liet ik mijn tempo iets zakken en dat werkte."

Alexandra Palace blijft speciaal

Ondanks de spanning liet Anderson doorschemeren dat Alexandra Palace voor hem nog altijd een bijzondere plek is. Hij won hier inmiddels 16 van zijn 17 openingswedstrijden en pakte er tweemaal de Sid Waddell Trophy. "Hier draait het allemaal om", zei hij. "Het zijn nu elk jaar 128 spelers. Vroeger moesten jongens vechten om hier überhaupt te mogen staan. Ik wil gewoon blijven spelen, zodat ik volgend jaar ook weer een kans krijg, misschien wel op dat nieuwe podium – als het tenminste op tijd klaar is. Het is een hoop werk."
Of hij nog droomt van een derde wereldtitel? Anderson lachte het weg. "Ik droom niet, daar ben ik te oud voor", grapte hij. "Als ik ga dromen, word ik misschien niet meer wakker. We gaan gewoon door. Het niveau is zoveel hoger dan tien jaar geleden. Toen had je misschien twintig of vierentwintig kanshebbers. Nu zijn dat er 128. Je ziet het elke avond."
Gary Anderson loopt het podium op
Gary Anderson is een van de publiekslievelingen in het darts.

Morgen weer gewoon aan het werk

Hij wees op andere wedstrijden als bewijs hoe dun de marges zijn geworden. "Ik zag Boris Krcmar vanmiddag", zei Anderson. "Hij had volledige controle en gooide het alsnog weg. Daar zal hij ziek van zijn. Hij had het in de tas en wist dat ook. Maar zo is darts: soms zit het mee, soms zit het tegen. Uiteindelijk heb je ook wat geluk nodig."
Ondanks alles geniet Anderson nog altijd van de strijd, ook al kost die hem soms wat. "Natuurlijk geniet ik", lachte hij. "Met het risico op een hartaanval! Ik heb van elke minuut genoten. Ik was kwaad op mezelf. In de eerste set vlogen de pijlen lekker. En daarna, in de tweede en derde set, vlogen ze alle kanten op. Maar ik bleef erin geloven, kwam terug tot 2–2, nam mijn tijd en deed wat ik moest doen."
En zijn voorbereiding op de tweede ronde. "Ik ga morgen gewoon weer werken", onthulde hij. "Rachel vertrekt rond zes uur 's ochtends. Ik ben er rond half acht, acht uur, tot zes uur. Heerlijk."

Scutt of Whitlock, en de kettingzaag

Een vreemde blessure verstoorde vorig jaar zijn WK-voorbereiding, maar de beruchte kettingzaag blijft voorlopig in de schuur. "Het lichaam is nog steeds niet top", gaf Anderson toe. "Maar na dit toernooi heb ik weer genoeg kettingzaagwerk. Dat komt in januari wel."
In de tweede ronde kan Anderson het opnemen tegen Connor Scutt of oude bekende Simon Whitlock. "Simon ken ik al een eeuwigheid", zei hij. "Van Connor ben ik echt fan. Ik kan goed met hem opschieten. Prachtige kerel. Een echte werker, iemand die de uren maakt aan het bord."
Op de vraag of hij met deze prestatie een signaal afgeeft aan de rest van het veld, bleef Anderson trouw aan zichzelf. "Ik heb altijd gezegd dat ik liever goed speel", besloot hij. "Als ik verlies, is dat zo. Ik hou er niet van om erdoorheen te rommelen. Ik speel liever goed en word geklopt, dan weet ik dat ik alles heb gegeven en dat de ander gewoon beter was."
"Er zijn meer wedstrijden dan ooit op dit WK en minder rust ertussen. Is die miljoen pond het waard? Nee hoor – want dan komt de belastingman en stopt hij 'm waar de zon niet schijnt."
Claps 0bezoekers 0
loading

Net Binnen

Meest Gelezen

Laatste Reacties

Loading