Een mijlpaal in de carrière van
Mike De Decker. Voor het eerst is de 29-jarige Mechelaar immers de hoogste geplaatste Belg op de wereldranglijst. 'The Real Deal' staat nu twintigste, één plaatsje hoger dan zijn landgenoot Mike De Decker.
Toch wel een mooie bekroning voor de sterke maanden die De Decker achter de rug heeft. “Om eerlijk te zijn, ben ik met die rankings niet zo bezig”, zegt De Decker tegenover Het Nieuwsblad. “Nu, het is wel chique om officieel de beste van België te zijn. Dat is ergens wel leuk om te kunnen zeggen. Maar voor de rest zijn het vooral de mensen rondom mij die mij daarop attent maken, zoals mijn maat Jimmy. Die heeft dan iets van: ‘Alé makker, dit weekend ben je de nieuwe nummer één!’ Dus ik weet het wel omdat ik het langs alle kanten hoor, maar het is niet dat ik het vrijdag in de spelersruimte fier ga meedelen aan de rest. Gek.”
“Ik wil gewoon zo hoog mogelijk geraken op die wereldranglijst”, vervolgt De Decker. “Bij de start van het WK (half december, red.) zou ik heel graag in de top zestien staan. Dat is qua ranking toch net iets eervoller dan top 20. Dat is dus wel iets waar ik naar kijk, ook omdat het heel wat voordelen heeft qua plaatsing voor toernooien.”
Mike De Decker won vorig jaar de World Grand Prix
Geen verrassing
Dat hij nu de hoogst geplaatste Belg is komt niet geheel als een verrassing voor De Decker. “Ik heb het qua kunnen altijd wel gedacht, om ooit nummer één te worden”, zegt De Decker. “De laatste jaren is mijn niveau omhoog gegaan, maar de grote resultaten bleven lange tijd uit. In 2024 ben ik dan eindelijk gaan presteren op het podium. Het geloof was er dus altijd wel, maar het moet er ook uitkomen. Je kan tien jaar staan roepen dat je talent hebt, als je vervolgens niet presteert als het moet… Ja, dan sta je daar.”
De Decker is nu Van den Bergh, die lange tijd de hoogste geplaatste Belg was op de wereldranglijst, voorbij. “Het zat er misschien aan te komen dat ik over Dimitri zou springen omdat ik qua resultaten en niveau momenteel beter ben dan hem”, zegt hij. “Ik stond bij het begin van het jaar niet ver meer achter op hem. Nu, het is heel jammer dat hij het nodig vindt om een pauze te moeten inlassen. Dat is toch een teken dat het heel diep zit bij hem, wat er ook scheelt. Dat wens je niemand toe. Of ik me zorgen maak over de World Cup of Darts (het WK voor landenteams half juni waar hij normaal naast Van den Bergh voor het eerst zal aantreden, red.)? Dat zullen we dan wel zien. Daar wil ik nu niet te veel uitspraken over doen.”