Mike De Decker zette afgelopen weekend de Oktoberhallen in Wieze in vuur en vlam tijdens het Belgian Darts Open. De 29-jarige Belg bereikte voor zijn thuisfans de finale, die hij uiteindelijk met 8-5 verloor van Luke Littler.
“Dit weekend was zotter dan de Grand Prix. Toch qua support en publiek”, opent Mike De Decker tegenover Het Nieuwsblad. “Ook omdat je vier wedstrijden speelt op één dag. Maar qua prestatie schat ik de Grand Prix toch een tikkeltje hoger in.”
Voor aanvang van dit toernooi had De Decker, die recent is overgestapt van Bull's Darts naar Mission Darts, nochtans zijn twijfels over zijn nieuwe pijlen. Maar na een moeilijke openingswedstrijd tegen Thomas Lovely, waarin hij matchdarts tegen kreeg, klikte het plots toch. “Ik snap er letterlijk helemaal niks van", zegt De Decker. “Het scheelde twee pijlen of ik lag eruit eh. Soms heb je wat geluk nodig, maar ik ga hem zeker geen berichtje sturen, zot."
“Ik had deze dag echt niet zien aankomen. Het liep wel goed op training, maar vrijdag gooi je barslecht en denk je ‘waarom?’. Ik win die partij dan wel, en toen is er iets geklikt, ik weet niet wat het is. Darts is iets mentaal. Je wilt dat het lukt en dan heb je geen geduld.” “Maar ik ga ondanks enkele sterkere wedstrijden met mijn nieuw materiaal, sowieso toch nog met die dikkere barrel gooien en zien wat het geeft."
Afgestraft
De Decker stapelde na zijn matige openingswedstrijd de hoge gemiddeldes op, maar in de finale was het plots opnieuw wat minder. “Ik was niet top in de finale, dat moet ik eerlijk toegeven. De prestaties van de voorbije matchen tegen Humphries en Price kon ik net niet herhalen. En tegen Littler wordt dat afgestraft. Dan moet je op je best zijn. Ik heb mijn best gedaan. Af en toe wist ik hem te breaken, maar op de eigen leg liep het mis. 40, 60, 57-scores breken je dan zuur op… Maar overall ben ik heel tevreden. Hier had ik voor het weekend voor getekend.”
Na een lang en slopend weekend oogde De Decker ook wat vermoeid in de finale. “Het kan zijn dat het vat af was, maar het voelde zo niet”, zegt hij. “Ik heb kunnen slapen in de auto van Ludo (Rubais, zijn beste vriend, red.) na de middagsessie en ik heb La Cucaracha opgezet. Zo’n lange dag of weekend kruipt normaal in mijn kleren na de achtste finales, maar nu voelde ik me echt goed. Ik heb tot de finale wel mijn beste niveau laten zien, dus dat is wel een opsteker.”
Na een moeilijk begin van het nieuwe jaar lijkt De Decker opnieuw gelanceerd. “Ja, misschien wel, maar goed het is maar één weekend eh. Eén toernooi zegt niks. De belangrijkste majors komen pas in het tweede deel van het jaar, maar ik ga dit weekend koesteren. Het publiek was fantastisch en nu wil ik gewoon eten en slapen.”