Al bijna negentien jaar staat het hoogst gegooide gemiddelde op de
World Grand Prix op naam van
Alan Warriner.
The Iceman wierp tijdens de editie van 2001 een gemiddelde van 106.45 in zijn eersterondepartij tegen Andy Jenkins.
De afgelopen jaren kwam niemand meer in de buurt van dat moyenne.
Gary Anderson kwam in 2013 nog het meest dichtbij. De Schot won destijds dankzij een gemiddelde van 104.86 met 2-0 in sets van Jelle Klaasen op de World Grand Prix.
In datzelfde jaar wierp
Michael van Gerwen een moyenne van 104.47 op het dubbel-in dubbel-uit toernooi. Verder gooide de Brabander ook gemiddeldes van 103.09 en 101.54 op de World Grand Prix. De overige vijf plekken in de top tien zijn allemaal in handen van
Phil Taylor.