Van Duijvenbode denkt nog altijd niet aan stoppen met doordeweekse werk: ''Het is ook een stukje loyaliteit naar m’n werkgever''

Dirk van Duijvenbode is de enige darter in de wereldtop die naast zijn dartscarrière nog een doordeweekse baan heeft. Op dagen dat hij niet hoeft te darten is 'Aubergenius' in een auberginekwekerij in het Westland te vinden.

De voormalig World Grand Prix-finalist staat voor 32 uur per week op de loonlijst bij Van Onselen Aubergines, waar Van Duijvenbode verantwoordelijk is voor de boekhouding.

''Ik vind dit fijn, je houdt een ritme'', zo legt Van Duijvenbode aan De Telegraaf zijn beslissing uit om te blijven werken naast het darten. ''Of het een verschil zou maken als ik full-prof zou zijn? Ik denk het niet. Ik heb in de coronaperiode thuisgewerkt, daar heb ik ook een goede baan, maar dan trainde ik de helft van wat ik nu doe. Je kan in bad gaan of op je nest gaan liggen. Je hebt heel veel afleiding. Misschien zou ik er zelfs luier van worden.”

''En het is ook een stukje loyaliteit naar m’n werkgever'', zo voegt hij eraan toe. ''Ik besef heel goed dat ik door hen ben waar ik nu ben. Deze faciliteiten hier zijn natuurlijk voor het overgrote deel voor mij gemaakt. Dat ik mag trainen onder werktijd, heeft me enorm geboost. Zij gaven mij de ruimte ervoor en dan is het niet zo dat als ik dan wat heb bereikt, mede dankzij hen, dat ik zeg: de mazzel, het is leuk geweest. Dat is voor mij echt een ’nee’. We hebben dit altijd bespreekbaar gehouden. Nu heb ik een goed jaar gehad met darten en vroegen ze me of ik wel eens aan stoppen denk. Nou, helemaal niet. Het kan ook zomaar klaar zijn, hè. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Of je gooit ineens twee jaar niets en je sponsors lopen weg bijvoorbeeld. Daar hou ik allemaal wel rekening mee.''

Afgelopen zomer kreeg Van Duijvenbode te kampen met een polsblessure. Hij kan wel lachen om de oorzaak van het kwetsuur. ''Dat was op vakantie gebeurd, met fitnessen. Ik train bijvoorbeeld gericht om de duurzaamheid in m’n arm te verhogen, wat je echt nodig hebt met toernooien. En ik doe wat specifieke oefeningen voor m’n schouder, omdat ik wel eens last van blessures heb gehad en vooral ook omdat ik het gewoon lekker vind. Maar ik kan dan nooit normaal doen. Ik bouw het dan ook niet op, maar wil mezelf dan in twee weken even naar m’n oude levels pushen. Dan wil je blessurevrij blijven, maar dan begint het weer opnieuw. Ach, ik vind het ook wel mooi en neem het maar voor lief, want dat karakter brengt me heel veel en soms ook niet. Alles moet bij mij extreem. Daarom ben ik ook goed geworden in darten. Iemand hier uit de buurt dartte al effe en die had ook talent en was veel beter dan ik. Daar kan ik dan niet tegen. Dan ging ik gewoon drie tot vier uur per dag trainen, omdat ik er niet tegen kon dat hij van mij won.''

Van Duijvenbode begint in december aan zijn vierde WK in Londen. De Nederlander schaart zichzelf nu niet bij het rijtje topfavorieten. ''Als ik hem nu zou winnen, zou dat een verrassing zijn, want ik ben niet de beste op dit moment. Een WK win je niet zomaar, iedereen wil dit toernooi winnen.''

''Ik weet dat mijn piek hoog genoeg is om van iedereen te kunnen winnen. Maar voor het winnen van een WK moet je op het juiste moment pieken, én lang genoeg. Of ik de druk aankan? Er komt veel bij kijken. Ik wil gewoon een keer wereldkampioen worden, maar de kans is groter dat het niet lukt dan wel. Stel dat ik over tien jaar stop en mijn kwartfinale van vorig jaar is de enige kwartfinale geweest die ik heb behaald, dan zou ik teleurgesteld zijn. Ik wil zeker nog een halve finale of finale meemaken. Je hebt darters die hun boterham ermee willen verdienen, of een leuke boterham, en darters die er los van het financiële het maximale uit willen halen. Tot die laatste categorie behoor ik.”